Boek Sinds dode lente 1970
INLEIDING
Het toneel is de jaarvergadering van een natuurbeschermingsorganisatie van een der Verenigde Staten. Op klapstoeltjes die bijeengebracht zijn in de vergaderzaal van een oud doch pas opgeknapt hotel zitten, meer of minder aandachtig luisterend, de mensen die we daar kunnen verwachten: een paar biologen van de universiteit, de eigenaar van een jagerskamp, een groepje dames van de plaatselijke tuinierclub, een televisiereporter (die een van de gastsprekers hoopt te vangen voor een kort interview), een arts, allerlei vogelkenners, trekkers, onderwijzers, natuurfotografen en misschien een paar zakenlieden in ruste die in het hotel wonen en de vergaderzaal zijn binnengeglipt in de hoop een uurtje gratis verstrooiing te vinden.
Verschillende voordrachten zijn gehouden, met applaus beloond en vergeten. Men heeft de gebruikelijke onderwerpen te berde gebracht om door de gebruikelijke mensen te worden bestreden - mijnbouw in open groeven, wegenaanleg, luchtverontreiniging, het uitbaggeren en dempen van moerassen. Dan komen de bestrijdingsmiddelen ter sprake. Er komt beweging onder het gehoor. Drie kwart van de mensen in de zaal weten misschien het verschil niet tussen gechloreerde koolwaterstoffen en zonnebrandolie, maar plotseling nemen de toehoorders deel aan het programma. Iemand stelt een vraag, een ander maakt een opmerking. In de hierop volgende discussie komen bepaalde woorden met een welhaast ritmische regelmaat terug:
'DDT'......'Silent Spring'......'Voedselketens'......'Rachel Carson'......
De abstracte begrippen van de natuurbescherming zijn als het ware gepersonifieerd. Schoonheid en verontreiniging, natuurbehoud en natuurverarming krijgen voor de toehoorders een nieuwe realiteit. (Op een bijeenkomst van boeren of deskundigen op het gebied van de bestrijding van plantenziekten en plagen brengt het noemen van de naam Rachel Carson een soortgelijk oplaaien van de belangstelling met zich mee, al gaat deze gewoonlijk vergezeld van gegeneerd gelach.)
[x] De reactie onder de natuurbeschermers is evenwel niet uitsluitend emotioneel, geen romantiseren van de herinnering aan een dierbare oude dame, niet alleen maar een simplistisch voor of tegen. Hun belangstelling voor bestrijdingsmiddelen werd waarschijnlijk voor het eerst gewekt door Rachel Carson en Silent Spring, en deze namen doen een gevoelige snaar bij hen trillen. Als Amerika ooit overgaat tot een gezonde, gecoördineerde natuurbeschermingspolitiek - een milieu-politiek - zal dat grotendeels te danken zijn aan Rachel Carson. Zij heeft meer gedaan dan het waarschuwen van de grote massa voor een moeilijk en hachelijk probleem. Zij heeft voor het grote publiek en zelfs voor veel mensen van de wetenschap, voor het eerst de feiten aan het licht gebracht die een verband leggen tussen moderne vergiften en alle onderdelen van het leefmilieu. Er zijn geen los van elkaar staande milieuproblemen, betoogt Rachel Carson. Zij heeft een synthese gegeven van het gehele vraagstuk - voor de wetenschapsmensen, het grote publiek, de overheid.
Een regeringsdeskundige op het gebied van de natuurlijke hulpbronnen heeft gezegd: 'Er is geen twijfel aan dat de federale regering door Silent Spring jaren eerder in het geweer is gekomen tegen water- en luchtverontreiniging - of tegen bestrijdingsmiddelen - dan anders het geval zou zijn geweest.'
Al heeft Silent Spring door zijn invloed, zijn literaire kwaliteiten en zijn wereldfaam (welke alle drie ook door de bestrijders van het boek grif warden toegegeven) de status van een der klassieken gekregen, het heeft nog niet de onschendbaarheid verworven die men gewoonlijk aan de klassieken toekent. Het is nog te zeer een levend document gebleven dat dezelfde slagen krijgt te incasseren als andere levende dingen. Het wordt nog steeds vanuit hooggeplaatste kringen met stenen bekogeld. Men leze de woorden van een functionaris van het Canadese departement van landbouw op een recente bijeenkomst over luchtverontreiniging:
'De opwinding die de laatste jaren is ontstaan over de mogelijke "verontreiniging" van ons milieu door bestrijdingsmiddelen is moeilijk te begrijpen. Ze is grotendeels ontstaan na de publicatie van Silent Spring. Hoewel dit boek zijn nut heeft gehad omdat het aanleiding is geweest de gegevens over residuen van bestrijdingsmiddelen in ons leefmilieu opnieuw te bezien, waren veel beweringen in het boek onnauwkeurig en veel van de conclusies meer op gevoelsargumenten gebaseerd dan op een gezonde wetenschappelijke redenering.'
[xi] Hoewel een dergelijke mening ook vandaag niet zeldzaam is, is het praktisch onmogelijk een wetenschappelijk onderzoeker met ecologisch inzicht te vinden die dit zou onderschrijven. Residuen van bestrijdingsmiddelen zijn over de hele aarde verspreid. Aangezien we onder milieuverontreiniging verstaan een besmetting van de omgeving die inwerkt op de levensprocessen, en aangezien steeds meer gegevens bekend worden over de rol die persistente, in vet oplosbare bestrijdingsmiddelen hierbij spelen, zelfs in de meest verafgelegen streken, weten we dat de verontreiniging met bestrijdingsmiddelen wereldwijd is. Bovendien worden er, ondanks de recente beperkende bepalingen over het gebruik van DDT door de Amerikaanse regering, ieder jaar meer aan DDT verwante chemicaliën over de omgeving verspreid. (De bestrijdingsmiddelen omvatten onder meer herbiciden of onkruidverdelgers, insecticiden en middelen tegen schimmels, mijten en knaagdieren.)
Het is sinds Rachel Carsons dood in 1964 van steeds meer belang geworden dat de vraagstukken omtrent milieubederf die zij aan de orde heeft gesteld voor het publiek levend worden gehouden. Dat ze levend worden gehouden voor de lezers van wetenschappelijke bladen en publicaties over natuurbescherming is nog niet voldoende, want de uiteindelijke beslissingen over onze toekomst zullen door een veel groter publiek worden genomen. Op dit, evenals op andere terreinen zijn de beslissingen te belangrijk om uitsluitend aan de deskundigen over te laten. Dr. Rene Dubos van de Rockefeller-universiteit heeft een treffende vergelijking gemaakt tussen de door ziektekiemen geteisterde wereld van honderd jaar geleden en onze tijd:
'Gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw is het de druk van het grote publiek, onder aanvoering van verlichte leken, geweest waardoor de problemen der volksgezondheid op de voorgrond zijn geplaatst bij het wetenschappelijk onderzoek. Ik geloof dat de situatie nu precies dezelfde is. We zullen spoedig ondervinden dat ons leefmilieu totaal bedorven is, tenzij een rechtstreeks uit de bevolking voortkomende beweging eist dat overheidsinstanties en het wetenschappelijk "establishment" hoge prioriteit verlenen aan de bestudering en bestrijding van de krachten die weldra de aarde ongeschikt zullen maken voor menselijke bewoning.'
Het drama is reeds begonnen. De chemicus heeft zijn verbindingen gebrouwen, de regering heeft ze goedgekeurd en de boer en de bosbouwer - ja, en ook de eigenaar van een tuintje - hebben ze overal verspreid. Ten goede of ten kwade? [xii] En als het ten goede en ten kwade is, is er dan een basis om het een tegen het ander af te wegen - de voordelen tegen de nadelen?
'Hoewel ze voortspruiten uit wetenschappelijke kennis en technologische successen (en mislukkingen),' schrijft Barry Commoner van de Washington-universiteit in St. Louis, 'kunnen de problemen die door de vorderingen van de wetenschap zijn ontstaan alleen worden opgelost door een moreel oordeel en een politieke keus.'
De wereld zal er beter aan toe zijn als we allen beseffen dat wetenschap en techniek niet van zichzelf iets uitstaande hebben met morele waardeoordelen. Het is het goed geïnformeerde grote publiek dat de keuze dient te maken. Dit is echter op zijn beurt overgeleverd aan wat de ecoloog Frank E. Egler heeft genoemd 'de stroom van betrouwbare en onbetrouwbare wetenschappelijke kennis'. De onbetrouwbare kennis die tegenwoordig onophoudelijk op het publiek wordt afgevuurd, is ten dele het gevolg van een opzettelijke verdraaiing van de feiten en ten dele van de 'specialisatie' van deskundigen die een probleem in stukjes hebben geknipt terwijl het alleen maar zinvol is als het als een gecompliceerd geheel wordt beschouwd: nl. het probleem der milieuhygiëne.
Als verslaggever en natuurbeschermer zie ik de recente geschiedenis van de bestrijdingspolitiek als een communicatieprobleem. De publicatie van Silent Spring in 1962 betekende het eind van een tot vakkringen beperkte discussie. Rachel Carson bracht uit hun schuilhoeken de feiten tevoorschijn die het publiek al veel eerder had moeten weten; ze doorbrak de informatiebarrière. Veel van de daarna volgende geschiedenis van de bestrijdingspolitiek is een reactie (pro of contra) op Rachel Carsons mening. (Haar critici hebben om strijd met haar bewonderaars de invloed van Silent Spring levend gehouden.) Dit boek is een poging een beschrijving te geven van het ontstaan van Silent Spring, evenals van de deining die op de publicatie volgde en van de verschillende boeken, documenten, propagandageschriften, overheidsrapporten, wetenschappelijke artikelen en andere uitingen van de 'stroom van betrouwbare en onbetrouwbare wetenschappelijke kennis' die de huidige bestrijdingspolitiek heeft beïnvloed.
Aangezien de invloed van Rachel Carson op bijna elke fase van deze politiek duidelijk blijkt, zou zulk een studie niet volledig zijn zonder enige achtergrondinformatie over de vrouw zelf. Ik heb niet geprobeerd een formele biografie van Rachel Carson te schrijven, zelfs geen verhandeling over haar. Ik heb echter in de eerste hoofdstukken enkele essentiële biografische bijzonderheden verwerkt om de lezer in kennis te brengen met een bijzondere vrouw en een bijzonder boek.
[xiii] Hier moet ik tot voorzichtigheid manen: de meeste van Rachel Carsons bestrijders bouwden hun kritiek op een wankel fundament, omdat ze haar boodschap niet hebben begrepen (sommigen hadden haar boek niet eens gelezen!). Silent Spring is niet zo simplistisch als ze hadden gedacht. Rachel Carson trok niet te velde tegen het gebruik van alle chemische bestrijdingsmiddelen; evenmin meende zij dat het misbruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen de enige oorzaak was van veel van het kwaad dat ze beschreven heeft. Dit zijn belangrijke punten. Chemische bestrijdingsmiddelen zullen ons nog lange tijd begeleiden. De lijst van hun successen is lang en het zou onverstandig zijn alle symptomen van milieubederf - of het nu gaat om de verdwijning van de Amerikaanse adelaar uit een deel van zijn gebied, of om het toenemend aantal kankergevallen bij de mens - uitsluitend toe te schrijven aan de alomtegenwoordige residuen van bestrijdingsmiddelen.
Evenmin is het eenvoudig een kwestie van 'goede mensen' tegenover 'slechte mensen'. Tal van toegewijde ambtenaren en fatsoenlijke zakenlieden zien eenvoudig niet in waarom hier zo'n drukte over wordt gemaakt. Zoals een van de figuren uit een boek van Henry James hebben ze 'geen notie van de moeilijkheden en bijgevolg zijn ze niet nieuwsgierig naar de oplossing daarvan'.
De controverse over Silent Spring (en tenslotte over de gehele natuurbeschermingspolitiek) komt voort uit een verschil in waardeoordeel. Ongetwijfeld heeft Rachel Carsons levensbeschouwing haar betoog in Silent Spring bepaald. De levensbeschouwing van haar critici echter bepaalt evenzeer hun betoog. 'Men kan iemands geestesgesteldheid herkennen aan datgene wat hem voldoening schenkt', heeft iemand eens gezegd. Velen van ons houden zich liever aan de waarden die door Rachel Carsons geest worden weerspiegeld dan aan die van anderen wier beslissingen zijn gebaseerd op economische waarden.
Tenslotte dienen we niet uit het oog te verliezen dat met Silent Spring het laatste woord nog niet gesproken is. De waarschuwingen die erin doorklinken blijven van kracht en de vragen die het oproept blijven helaas vaak onbeantwoord.
'Er zijn nog tal van vraagstukken onopgelost,' schrijft Virginia Apgar van het National Foundation-March of Dimes, 'en er komen er nog meer als nieuwe geneesmiddelen, nieuwe chemicaliën zoals insecticiden en fungiciden, een toenemende wateren luchtverontreiniging en andere sociale normen ons milieu blijven veranderen. [xiv] Deze nieuwe factoren roepen vragen op omtrent door milieubederf veroorzaakte geboortedefecten - vragen waarvan we ons nog maar nauwelijks bewust zijn.'
De problemen zijn moeilijk, maar het grote publiek zal ze tenslotte onder ogen moeten zien. De propagandisten die ons zeggen dat er helemaal geen bestrijdingsproblemen bestaan, of dat deze alle uit de weg kunnen worden geruimd door een 'zorgvuldige toediening' van die ingenieuze verbindingen, stichten alleen maar verwarring. Ze verschuiven de beslissingen die heden genomen moeten worden op de lange baan.