Zilveren sluiers en verborgen gevaren


Hoe staat het in Nederland met de gevaren, die zijn verbonden aan het gebruik van insecticiden en andere chemische bestrijdingsmiddelen? Op deze en vele andere vragen over dit probleem geeft dit boek ant­woord, waarbij het gevaar voor kinderen in het middelpunt wordt ge­steld. Zij zijn zeer gevoelig voor schadelijke stoffen, waaraan zij tegen­woordig vanaf hun eerste levensuur zijn blootgesteld. Daarbij komt nog, dat steeds meer soorten insecten resistent worden tegen deze bestrijdingsmiddelen. Wij bevinden ons dus op een gevaar­lijke weg, die bovendien nog doodloopt.


De ernstige gevolgen van deze resistentie voor de voedselpositie en de gezondheid van de groeiende wereldbevolking zijn niet algemeen be­kend. Zij worden in dit boek beschreven.

Veiliger en meer afdoende bestrijdingsmethoden zijn reeds gevonden en door wetenschappelijk onderzoek kunnen er nog meer worden ontdekt. Het gebruik van middelen, die een gevaar vormen voor de mens en voor vele dieren neemt echter nog steeds toe.

Dit boek is een krachtig pleidooi om aan deze verkeerde gang van zaken een einde te maken, waarbij tevens wordt aangegeven, hoe dit bereikt kan worden.


DE AUTEUR, Dr. C. J. Briejèr, had gedurende vele jaren de leiding van het biologisch onderzoek op het gebied van bestrijdingsmiddelen bij het Shell Laboratorium te Amsterdam.

Op uitnodiging van het Ministerie van Laadbouw aanvaardde hij in 1947 de functie van directeur van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. Hij was lid van vele nationale en internationale werk­groepen over bestrijdingsmiddelen en medeoprichter en gedurende vele jaren bestuurslid van de European Plant Protectioat Organisation (EPPO).

Na beëindiging van zijn loopbaan vatte hij zijn inzichten en ervaringen over het bestrijdingsmiddelenprobleem samen in dit boek.


Omslagontwerp: E. Wijnans V.R.I.

69/1o5o

     Korte levensbeschrijving Dr. C. J. Briejér  1902 (Leiden) - 1985 (Wageningen)

Kweker, doctor, schrijver Cornelis Jan Briejer


Cornelis Jan Briejer werd 15 februari 1902 in Leiden geboren. Na het HBS-diploma behaald te hebben ging hij aan de Hogere Suikerschool in Amsterdam studeren met het doel om — na ook die studie voltooid te hebben — te worden uitgezonden naar Java. De economische crisis maakte dat voornemen echter onuitvoerbaar. Na lang zoeken wist de heer Briejer in Nederland een betrekking te vinden. Hij werd laborant, en later hoofd van een laboratorium, in dienst van de Nederlandse Elite Zaad Maatschappij. Na vijf jaar daar gewerkt te hebben begon de heer Briejer in 1929 een bloembollenbedrijf. In de rustige wintermaanden van zijn kwekersbestaan studeerde hij biologie. Acht jaren studie werden in 1937 bekroond, toen Cornelis Jan Briejer zijn doctoraal examen met succes aflegde.


Nog datzelfde jaar trad dr. Briejer in dienst van de Shell als projectleider van 't onderzoek naar de uitwerking van bestrijdingsmiddelen. In 1946 ontving de bioloog van het ministerie van Landbouw de eervolle uitnodiging om de in de oorlog uitgeschakelde plantenziektekundige dienst te Wageningen weer op poten te zetten. De wetenschapsman aanvaardde die betrekking van directeur der PD. Twee jaar geleden nam hij wegens het bereiken der pensioengerechtigde leeftijd afscheid van dat instituut. Daarna schreef hij zijn geruchtmakende boek „Zilveren sluiers" over de gevaren voor de mens van de chemische landbouwmiddelen.