HET GEBRUIK VAN
BESTRIJDINGSMIDDELEN
EEN VERTALING VAN HET AMERIKAANSE RAPPORT
"USE OF PESTICIDES"
[14] VERKLARING VAN DE PRESIDENT
Dit rapport over het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is voor mij opgesteld door mijn Wetenschappelijke Advies-Commissie. Ik heb de desbetreffende instanties reeds verzocht om de in het rapport vervatte aanbevelingen voor uitvoering voor te bereiden, met inbegrip van het opstellen van wets-voorstellen en maatregelen van technische aard die ik bij het Congres zal indienen. Gezien het algemeen belang van deze zaak heb ik dit rapport voor publikatie vrijgegeven.
(facsimile handtekening)
JOHN F. KENNEDY
THE WHITE HOUSE
15 mei, 1963
1. INLEIDING
De mens heeft zich steeds vóór alles beziggehouden met de strijd om het bestaan en de verbetering van zijn levensomstandigheden. Naarmate hij in aantal toenam verkreeg de mens een grotere vaardigheid om zijn omgeving te beïnvloeden. Daarbij bracht hij zichzelf en zijn omgeving soms schade toe. Elke vooruitgang brengt altijd een zeker risico mee dat de samenleving moet afwegen en als de prijs voor materiële vooruitgang, hetzij moet aanvaarden, dan wel moet afwijzen.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de menselijke beschaving was het verbouwen van voedselgewassen. De opkomst van de doelbewuste landbouw en veeteelt en de daaruit voortvloeiende concentratie van gewassen en dieren werkten het uitbreken van plagen in de hand. Voordien had de mens zijn voedsel moeten zoeken, evenals de insekten. Nadien hoefden geen van beide meer te zoeken; in plaats daarvan werd het nodig plagen te bestrijden. Het welzijn van elke gestadig groeiende bevolking vraagt steeds intensievere cultuurmethoden. Dientengevolge kunnen plagen zich op grote schaal uitbreiden, hetgeen het gebruik van bestrijdingsmiddelen noodzakelijk maakt, met de daaraan verbonden gevaren. Het schijnt dus onvermijdelijk te zijn dat, met de bevolkingsaanwas, ook bepaalde gevaren in omvang toenemen.
Teneinde tot een beter begrip en een juistere waardering van deze problemen te komen, besloot de commissie alle gegevens met betrekking tot bestrijdingsmiddelen in ogenschouw te nemen, met inbegrip van de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en de verschillende wettelijke voorschriften ter bescherming van de bevolking. De Commissie zou dit overzicht nooit hebben kunnen voltooien zonder de medewerking van de Ministeries van Landbouw, Binnenlandse Zaken, Defensie en dat van Volksgezondheid, Onderwijs en Maatschappelijk Werk, noch zonder die van vele particulieren in het hele land.
De aan de Commissie verstrekte inlichtingen hebben bewezen hoe bijzonder doeltreffend de huidige organische verbindingen zijn zowel bij de bestrijding van ziekten-verspreidende insekten, als bij het verkrijgen van ongekende oogsten van voedsel, veevoer en vezelstoffen. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen ten bate van land- en tuinbouw en veeteelt wordt zorgvuldig door boeren en kwekers geregeld en staat bovendien onder toezicht zowel van landbouwkundigen als van de Food and Drug Administration. Dientengevolge is het peil van de residuen in onderzochte levensmiddelenmonsters van voor binnen- en buitenlandse handel bestemde produkten laag en dit komt slechts zelden boven de Federaal wettelijk vastgestelde toleranties.
De Commissie is van oordeel dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen dient te worden voortgezet, willen wij de voordelen behouden die wij thans te danken hebben aan het werk van vakbekwame boeren en kwekers, en van hen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van ziekten. Anderzijds is het nu duidelijk geworden dat het verantwoorde gebruik van bestrijdingsmiddelen geenszins eenvoudig is, en dat preparaten die schadelijke insekten en planten verdelgen, tevens giftig kunnen zijn voor nuttige planten en dieren, en ook voor de mens. De giftige werking van vele bestrijdingsmiddelen in grote hoeveelheden is welbekend, en het is mogelijk zodanige voorzorgsmaatregelen te nemen dat de mens er nooit onnodig aan wordt blootgesteld. Wij dienen thans echter ook maatregelen te treffen om er voor te waken dat het langdurig blootstaan aan de inwerking van kleine hoeveelheden van deze middelen in onze omgeving de mens op den duur evenmin kunnen schaden.
Wanneer men het bestrijdingsmiddelengebruik overziet, treden de grote voordelen [16] van het gebruik daarvan duidelijk aan het licht, maar tegelijkertijd wordt de aandacht dan gevestigd op de onmiskenbare gevaren. Dit is het probleem dat het Amerikaanse volk onder ogen moet zien. De Commissie heeft er naar gestreefd dit vraagstuk zo duidelijk mogelijk uiteen te zetten, de voordelen, de gevaren en de manieren om die gevaren tot een minimum te beperken. De Commissie kan slechts voorstellen doen om de gevaren te vermijden of te verminderen, maar uiteindelijk is de beslissing aan onze samenleving, en daartoe dient zij over voldoende gegevens te beschikken waarop een oordeel gegrond kan worden. Dit zal een moeilijke beslissing zijn, altijd van beperkte duur en steeds aan wijzigingen onderhevig naarmate de omstandigheden zich wijzigen en onze kennis vermeerdert.
II. VOORDELEN VAN HET GEBRUIK VAN
BESTRIJDINGSMIDDELEN
Op materieel gebied is onze levensstandaard in de loop van de twintigste eeuw in sterke mate verhoogd, dank zij het feit dat wij ons milieu steeds meer beheersen. Slechts weinig recente ontwikkelingen hebben zulke vérstrekkende gevolgen gehad of zijn op zó grote schaal en in zulke verscheidenheid toegepast als chemische bestrijdingsmiddelen. Hoewel bestrijdingsmiddelen al eeuwen lang zijn gebruikt als hulpmiddel bij de bestrijding van plagen, heeft de sterke vooruitgang van de laatste twintig jaar — te danken aan de ontdekking, de fabricage en de toepassing van nieuwe verbindingen — er toe geleid dat deze nu de belangrijkste, soms zelfs de enige middelen zijn die voor bestrijding in aanmerking komen.
Bestrijdingsmiddelen hebben een grote rol gespeeld door de produktie en de bescherming van levensmiddelen, veevoer en vezelstoffen, te vergemakkelijken zowel wat betreft kwaliteit als kwantiteit; verder door het verbeteren van de volksgezondheid; en door het beperken van vele soorten hinderlijke insekten en ongewenste planten. In de Verenigde Staten hebben de behoeften van de landbouw geleid tot zeer intensieve toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen. De produktiviteit is dusdanig opgevoerd, dat hongersnood in de beschaafde landen een onbekend verschijnsel is geworden. Mechanisatie, verbeterde kunstmeststoffen en het kweken van produktieve en ziektenresistente gewassen hebben daartoe ook in grote mate bijgedragen. Bovendien hebben bestrijdingsmiddelen de economisch verantwoorde teelt van vele gewassen mogelijk gemaakt, die anders slechts voor een beperkt aantal rijke consumenten beschikbaar zouden zijn gebleven. Niet alleen heeft het bestrijden en voorkomen van plagen het verlies van levensmiddelen voorkomen, maar bovendien hebben wij er ook de aanzienlijk verbeterde kwaliteit van ons voedsel aan te danken. Tegenwoordig kan men bijvoorbeeld gave mais, aardappels, kool, appels en tomaten kopen en de Amerikaanse huisvrouw is gewend geraakt aan volkomen gave groenten en fruit. Citrusvruchten worden zelden of nooit meer aangetast, of gaan verloren, door schildluizen, vruchtvliegen of ziekten, en dierlijke eiwitten zijn goedkoper geworden dank zij het feit dat onze veestapel niet meer zulke grote verliezen lijdt tengevolge van tekenkoorts en maden.
Het hoge peil van de moderne landbouw wordt niet slechts gehandhaafd door het gebruik van insekticiden, maar tevens door middel van herbiciden, fungiciden, rodenticiden, nematociden, groeistoffen en andere preparaten. De gunstige invloed hiervan strekt zich verder uit dan alleen tot gewassen die als voedsel voor de mens worden gekweekt. Dank zij deze middelen is ook een veel grotere opbrengst van veevoer en voedergranen mogelijk geworden, die weer noodzakelijk is om een economisch verantwoorde vee- en pluimveeteelt mogelijk te maken. Bovendien maken deze middelen de [17] teelt van niet voor de voeding bestemde gewassen — zoals katoen, tabak en hout — voordeliger. Bestrijdingsmiddelen hebben echter geen volledige oplossing gebracht. Meer dan honderd inheemse plagen zijn resistent geworden tegen middelen waarmee zij tevoren wèl bestreden konden worden. Ook komen hier, tengevolge van het internationale verkeer, nieuwe plagen binnen.
De snelle bevolkingsaanwas, en de daarmee samenhangende vermindering van het areaal van beschikbare landbouwgronden, maken een grotere opbrengst per ha noodzakelijk en ook een vermindering van verlies en bederf van opgeslagen levensmiddelen. Tevens vragen veel produkten bescherming gedurende de bewerking in de fabriek en het distributieproces.
Afgezien van de opzienbare groei van de agrarische produktie, hebben bestrijdingsmiddelen de mens, in voordien ongekende mate, bevrijd van besmettelijke ziekten. In de onderontwikkelde gebieden kan men ziekten als malaria, tyfus en gele koorts, die men vroeger slechts met de grootste moeite kon bestrijden, nu aanzienlijk in omvang beperken en men heeft er sommige gebieden zelfs helemaal van kunnen bevrijden. In al deze gevallen hebben insekticiden de bestrijding van de vector vergemakkelijkt. In een bepaald stadium van de natuurlijke ontwikkelings-cyclus hebben de belangrijkste besmettelijke ziekten een intermediaire gastheer en/of vector nodig. Bij de geslaagde bestrijding van deze ziekten heeft men zich bijna steeds geconcentreerd op het vernietigen van deze schakel in de besmettingsketen, en zich eerst in de tweede plaats beziggehouden met de behandeling van reeds besmette patiënten.
Bij de bestrijding van deze ziekten is men er echter niet in geslaagd ze geheel te doen verdwijnen. Nog altijd is malaria verantwoordelijk voor het grootste aantal jaarlijkse sterfgevallen ter wereld, hoewel nieuwe gevallen in de Verenigde Staten zeldzaam zijn. Gele koorts, schistosomiasis, pest en sommige vormen van teken-koorts komen op het vasteland van Noord-Amerika praktisch niet meer voor, maar in de rest van de wereld eisen deze ziekten nog steeds een groot aantal slachtoffers. Bovendien zullen wij in ons land en in andere werelddelen voorlopig wel niet afkomen van ziektehaarden bij dieren, noch van de insekten die deze ziekten overbrengen, zodat het voortdurend nodig blijft deze ziekten met alle kracht te bestrijden.
Een bijkomstige moeilijkheid bij de ziektebestrijding is de mogelijkheid dat de ziektenverspreidende insekten, zoals de muskieten die de malaria overbrengen, resistente nakomelingen voortbrengen, die deze verworven resistentie van generatie op generatie doorgeven. Teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de steeds hernieuwde bedreiging van ziektenverspreidende insekten, naar gelang zij voor het ene middel na het andere resistent worden, is het van het grootste belang dat wij ons vermogen deze plagen met succes te bestrijden voortdurend vergroten en verbeteren.
Chemische preparaten hebben ook de bestrijding van vele hinderlijke insekten en planten financieel mogelijk gemaakt. Zou dit meer kosten, dan zou men de daarmee gemoeide bedragen hebben gebruikt voor andere doeleinden, die in ons economisch bestel voorrang verdienen. Het zou bijvoorbeeld veel te kostbaar kunnen zijn om allerlei muggen en muskieten in moerassige streken te bestrijden, die weliswaar geen ziekten overbrengen maar wel het genoegen van de mens in geliefde recreatie-gebieden bederven. Zo is het ook het uitroeien van kakkerlakken in keukens, van bladluis op rozen en van zwammen op golfterreinen wenselijk maar niét noodzakelijk.
De moderne mens eist en verwacht nu een doeltreffende landbouw, de bescherming van de volksgezondheid en het vernietigen van hinderlijke insekten en planten. Om zulks mogelijk te maken zullen de gebruikte methoden voortdurend verbeterd dienen te worden, hoewel de huidige omvang aanzienlijk groter is dan de enkele hier aangehaalde [18] voorbeelden kunnen doen vermoeden. Stellig zullen wij in de komende jaren een vervolmaking beleven van bestaande methoden en van nieuwe toepassingen van bestrijdingsmiddelen voor doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk helemaal niet zijn vervaardigd.
III. GEVAREN VAN HET GEBRUIK VAN
BESTRIIDINGSMIDDELEN
Bewijzen van toenemende verontreiniging van de omgeving door bestrijdingsmiddelen, hebben aanleiding gegeven tot een bezorgdheid, die niet meer beperkt is tot de bewoners van het gebied in kwestie of tot groepen belang-hebbenden. Gedurende de laatste twintig jaar, een periode van stormachtige technische en industriële vooruitgang, is een enorm grote hoeveelheid synthetische verbindingen verspreid, opzettelijk zowel als onopzettelijk. Veel van dergelijke verbindingen, zoals moderne wasmiddelen, industriële afvalprodukten en bestrijdingsmiddelen, worden tegenwoordig aangetroffen op grote afstanden van de plaatsen waar zij zijn verwerkt.
Dergelijke bestrijdingsmiddelen treft men tegenwoordig aan in tal van levensmiddelen, in kledingstukken, bij mens en dier en op sommige plaatsen in onze omgeving. Zij worden van de ene plaats naar de andere overgebracht door luchtstromingen, water afvoeren of levende wezens (hetzij direct of indirect als schakels van de voedselketen) en deze middelen kunnen aldus geweldige afstanden afleggen en lange tijd onaangetast blijven bestaan. Hoewel ze in zeer kleine hoeveelheden worden aangetroffen, tasten zij door hun verscheidenheid, giftigheid en persistentie in de vrije natuur tal van levende wezens aan en zo kunnen zij uiteindelijk ook een bedreiging voor de gezondheid van de mens. De voordelen van deze verbindingen zijn vanzelfsprekend, maar wij beginnen nu pas enig begrip te krijgen van hun nevenwerkingen en potentiële gevaren.
Het is juist uit hoofde van het feit dat bestrijdingsmiddelen worden vervaardigd om een levend organisme te doden of zijn stofwisseling ernstig te verstoren, dat zij ook potentieel gevaarlijk zijn voor andere levende wezens. De meeste zijn in grote hoeveelheden in hoge mate giftig en in een aantal betreurenswaardige gevallen hebben zij bij mensen en in het wild levende dieren ziekten of de dood veroorzaakt. Waar een geval van acute vergiftiging voor de mens een beperkt en soms aanwijsbaar risico vertegenwoordigt, zijn deze gevallen betrekkelijk makkelijk te constateren en te voorkomen, in tegenstelling tot de potentiële chronische vergiftiging door kleine hoeveelheden zoals men die hij proefdieren heeft vastgesteld.
De commissie is er van overtuigd dat het noodzakelijk is de eigenschappen van deze chemische verbindingen zo volledig mogelijk te leren kennnen en ons een duidelijker beeld te vormen van de gevolgen van hun langdurige inwerking op levende wezens, de mens inkluis. De aanbevelingen van de Commissie zijn op dit doel gericht, en ook op een meer verantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen of andere bestrijdingsmethoden, teneinde de gevaren tot een minimum te beperken en de voordelen tot een maximum op te voeren. Deze aanbevelingen zijn dan ook opgesteld met volledige erkenning van het feit dat bestrijdingsmiddelen slechts één groep vertegenwoordigen uit de vele oorzaken van de verontreiniging van onze omgeving, in de overtuiging dat de gevaren, inherent aan hun gebruik, het volstrekt noodzakelijk maken op korte termijn tussentijds wettelijke bepalingen in te voeren, totdat een alles-omvattende wetgeving voor de bestrijding van de verontreiniging van onze omgeving zijn beslag kan krijgen.
A. GROEPEN VAN VERBINDINGEN
[19] Het begrip chemische bestrijdingsmiddelen omvat een aantal verbindingen voor uiteenlopende doeleinden. Zij worden gebruikt ter bestrijding van insekten, mijten, teken, zwammen, nematoden, knaagdieren, schadelijke vogels, roofvijanden, ongewenste vis, plantenziekten en onkruiden; voorts als stoffen die de plantengroei beïnvloeden zoals ontbladeringsmiddelen en als doodspuitmiddelen. Sinds juni 1962 zijn bijna 500 van deze verbindingen gebruikt bij de fabricage van de ruim 54.000 preparaten die voor gebruik in de Verenigde Staten zijn ingeschreven.
1. Tot de bestrijdingsmiddelen die in zeer grote hoeveelheden worden gebruikt behoren gechloreerde koolwaterstoffen, die koolstof, waterstof en chloor bevatten. Tot de bekendste van deze groep horen DDT, dieldrin, aldrin, endrin, toxapheen, lindaan, methoxychloor, chlordaan en heptachloor. Tot die welke op grote schaal worden gebruikt als herbiciden behoren 2,4-D en 2,4,5-T ter bestrijding van tweezaadlobbig onkruid op grasvelden, weilanden en korenvelden, en van struikgewas langs verkeerswegen en heiningen.
2. Organische phosphorverbindingen die phosphor, zuurstof, koolstof en waterstof bevatten, worden voornamelijk gebruikt als insekticiden en acariciden. Voorbeelden hiervan zijn parathion, malathion, phosdrin en tetraethyl-pyrophosphaat (TEPP).
3. Weer andere organische verbindingen zijn bijvoorbeeld carbamaten, dinitrophenolen, organische zwavelverbindingen, organische kwikverbindingen en in de natuur voorkomende stoffen zoals rotenon, pyrethrum, nicotine, strychnine en anti-coagulanten tegen knaagdieren.
4. Tot anorganische stoffen die al heel lang worden gebruikt behoren kopersulfaat, loodarsenaat, calciumarsenaat, chloor- en fluoorverbindingen, zinkphosphide, thal-liumsulfaat en natrium-fluoracetaat.
B. VERSPREIDING EN PERSISTENTIE IN DE
GROND, HET WATER EN IN DE LUCHT
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is over de hele wereld enorm toegenomen sinds de ontdekking van DDT en andere gechloreerde koolwaterstoffen in de oorlogsjaren. De produktie en het gebruik in de Verenigde Staten worden weergegeven in tabel 1 en 2. Men schat het gebruik in de Verenigde Staten in 1962 alleen al van insekticiden op ongeveer 160 miljoen kg. Deze hoeveelheid wordt jaarlijks verspreid over een oppervlak van bijna 36 miljoen ha (ongeveer 1 op 20 ha in de 48 aan elkaar grenzende Staten). Dit areaal bestaat uit bouw- en weiland, bos en insekten-broedplaatsen, waaronder ook moerassen. Onkruid verdelgende middelen worden over een ongeveer gelijk oppervlak verspreid, waarbij stukken land voorkomen die ook al met insekticiden zijn behandeld. Het met beide soorten bestrijdingsmiddelen behandelde oppervlak beslaat circa 1 op 12 ha binnen de 48 Staten. In steden en in en om woningen bedraagt het jaarlijkse gebruik circa 20 miljoen kg, waarvan een aanzienlijk deel wordt gebruikt door particulieren. De jaarlijkse verkoop van aerosol verstuivers bedraagt meer dan één per gezin. Ook andere verbindingen, zoals fungiciden, worden in aanzienlijke hoeveelheden gebruikt.
De laatste jaren is de zeer grote verspreiding en de persistentie van DDT aan het licht gekomen. Men heeft het geconstateerd op grote afstanden van de plaats van toepassing en men heeft de ophoping daarvan in bepaalde levende organismen vastgesteld. DDT is aangetoond in de olie afkomstig van soorten zeevis, die ver buiten de kusten voorkomen, evenals in die van vis, gevangen onder de kusten van Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Azië.
V.S. PRODUCTIE VAN SYNTHETISCH ORGANISCHE
BESTRIJDINGSMIDDELEN TABEL 1
[20] De vastgestelde hoeveelheden in deze olie schommelen van minder dan een deel per miljoen (ppm) tot over 300 ppm. Residuen van DDT en van bepaalde andere gechloreerde koolwaterstoffen zijn gevonden in de meeste van onze grote rivieren, in grondwater, in zoetwatervis, trekvogels, in het wild levende zoogdieren en in schaaldieren. De aanwezigheid van kleine hoeveelheden DDT is vastgesteld in levensmiddelen afkomstig uit vele delen van de wereld, o.a. in zuivelprodukten uit de Verenigde Staten, Europa en Zuid-Amerika. Deze hoeveelheden komen zelden uit boven de door Food and Drug Administration (FDA) toegestane toleranties, maar zij hebben waarschijnlijk toch bijgedragen tot de accumulatie van DDT, die onlangs is geconstateerd in het vet van bewoners van de Verenigde Staten [21] , Canada, West-Duitsland en Engeland. In de Verenigde Staten heeft men in het vet van mensen die er niet beroepshalve mee in aanraking zijn gekomen, sporen DDT en DDT-afbraakprodukten gevonden, met een gemiddelde over de laatste tien jaar van 12 ppm (dat is ongeveer 100 à 200 mg DDT per volwassene). In Engeland en West-Duitsland is bij recente onderzoekingen een gemiddelde hoeveelheid van 2 ppm in menselijk vet aangetroffen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over kinderen.
Een belangrijke eigenschap van de vele algemeen gebruikte bestrijdingsmiddelen is hun persistentie in giftige vorm in het verspreidingsgebied. De halveringstijd van stabiele gechloreerde koolwaterstoffen in de bodem, en de periode gedurende welke zij actief blijven voor bepaalde, in de grond levende insekten, is een kwestie van jaren. Organische fosforverbindingen vallen sneller uiteen hoewel ook deze, onder bepaalde omstandigheden, van het ene groeiseizoen tot het volgende persistent zijn gebleken. Pyrethrum, rotenon en nicotine vallen betrekkelijk snel na het gebruik uiteen, maar koper-, lood- en arsenicumverbindingen zijn persistent.
De verspreiding van persistentie van andere gechloreerde koolwaterstoffen dan DDT zijn niet zo zorgvuldig bestudeerd, hoewel sommige van deze preparaten op grote schaal zijn gebruikt. Van deze produkten vertoont bijvoorbeeld dieldrin veel overeenkomst met DDT ten aanzien van stabiliteit, persistentie en oplosbaarheid. Het is onlangs aangetroffen in het vet van bewoners van Zuid-Engeland. Men heeft het ook gevonden in veel in het wild levende vogels, vissen en zoogdieren in de Verenigde Staten. Op grond van deze feiten verwacht de Commissie dat verdere onderzoekingen aan het licht zullen brengen dat dieldrin en andere persistente gechloreerde koolwaterstoffen gevonden zullen worden bij de mens en bij in het wild levende dieren in het grootste deel van de Verenigde Staten.
C. BIOLOGISCHE UITWERKING OP MENS EN DIER
1. De gevaren voor de mens
Het risico verbonden aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt bepaald door de mate waarin de mens aan de inwerking ervan is blootgesteld en van de graad van giftigheid van de verbinding in kwestie. De inwerking is afhankelijk van de persistentie van een bepaald preparaat, van de gebruikte hoeveelheid, de methode van toepassing en van de mate waarin het in biologisch actieve vorm aanwezig is.
Bestrijdingsmiddelen kunnen het menselijke lichaam binnenkomen a. oraal, b. door absorptie door een ongeschonden huid en c. door inademen.
A. Bij het onderzoek naar de potentiële gevaren voor de mens bij een wijd-verbreid gebruik van bestrijdingsmiddelen, dient men in de eerste plaats de mogelijke gevolgen van residuen in het levensmiddelenpakket in het oog te houden. De Commissie heeft de bewijzen verkregen dat, alvorens bestrijdingsmiddelen voor inschrijving worden aanbevolen, onderzoekingen op aanzienlijke schaal hebben plaatsgevonden ten aanzien van de omvang en de aard van hun residuen op voedsel, en dat er waarborgen bestaan die het gebruik van dergelijke middelen mogelijk maken zonder gevaar voor de consument. Daartoe behoren: een doeltreffend toezicht op de fabricage, op de commerciële verspreiding en op de wijze waarop deze bestrijdingsmiddelen op te velde staande gewassen worden toegepast; het nauwkeurig vaststellen van toleranties; een regelmatig onderzoek naar residuen in levensmiddelen; en andere voorzorgsmaatregelen. Bij het bepalen van hoeveelheden residu in levensandere onderzoekingen over voeding, is gebleken dat deze residuen zeer klein waren [23] en zelden boven de wettelijke toegestane toleranties uitkwamen. In gevallen waar middelen bestemd van de binnenlandse (Interstate) en buitenlandse handel, en bij wettelijke ontoelaatbare residuen werden aangetroffen zijn de partijen levensmiddelen in kwestie in beslag genomen.
De residuen op levensmiddelen die in Staat van herkomst worden verhandeld zijn echter niet altijd zo klein. In enkele Staten worden van overheidswege voedsel-monsters op residuen van bestrijdingsmiddelen onderzocht. Gegevens van bepaalde Staten hebben aangetoond dat bij 3% van het verse fruit en de groenten voor de groothandel residuen soms belangrijk hoger waren dan de Federaal toegestane tolerantie. Maar er zijn ook veel Staten die dergelijke regelmatige steekproeven van uit hun gebied afkomstige landbouw- en zuivelprodukten niet nemen wanneer die zijn bestemd voor consumptie in eigen Staat.
Residuen van verschillende gechloreerde koolwaterstoffen, aangetroffen in jachtvogels en hengelvis, bleken boven de Federale toleranties te liggen. Omdat slechts betrekkelijk weinig in het wild levende dieren worden gegeten, vormen deze geen belangrijke oorzaak van de accumulatie van residuen bij de mens. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de huishouding, waarmee vaatwerk, serviesgoed en allerlei keukengereedschap soms ongewild worden besmet, kan daarentegen bepaald wel belangrijker accumulaties van residuen in het menselijke lichaam veroorzaken.
B. De meeste insekticiden kunnen gemakkelijk via de gave huid worden geabsorbeerd. Door besmetting van de huid kunnen diegenen die deze middelen op verkeerde wijze fabriceren of toepassen in belangrijke mate aan hun inwerking blootstaan. Aangezien particulieren over het algemeen bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen in huis of tuin weinig of geen voorzorgsmaatregelen nemen, kan hun huid in aanzienlijke mate blootstaan aan het contact met deze middelen door veelvuldig gebruik en de voortdurende inwerking van residuen.
De mate waarin de huid deze middelen opneemt hangt af van hun chemische samenstelling en van de formulering van het preparaat. Over het algemeen kunnen deze verbindingen sneller door de huid heendringen wanneer zij zijn opgelost in oliën of in organische oplosmiddelen, dan wanneer zij in waterhoudende preparaten voorkomen of in de vorm van een droog poeder. Het absorberen van deze stoffen via de huid kan voortkomen uit het gebruik van spuitbussen of stuifpoeders, uit aanraking met kledingstukken of dekens die met gechloreerde koolwaterstoffen zijn behandeld, en uit aanraking met besmette aarde of gazons.
De mate waarin de menselijke huid deze stoffen opneemt is nog niet voldoende bestudeerd. Het is bijzonder belangrijk te weten te komen in welke mate anti-mot-middelen door de menselijke huid worden geabsorbeerd na aanraking met behandelde kledingstukken of dekens. De behandeling met deze insekticiden geschiedt bij de fabricage van motvrije kleding en stoffen, en ook ongevraagd bij het stomen. Veel van deze artikelen, zoals truien en dekens, komen vaak gedurende lange tijd direct in aanraking met de huid. Het spreekt vanzelf dat een onderzoek naar mogelijke gevoeligheid en allergie tengevolge van deze aanraking noodzakelijk is.
C. De mens staat ook bloot aan het gevaar van bestrijdingsmiddelen door inademen. Vanuit vliegtuigen verspreide insekticiden zijn een bron van besmetting, wanneer zij worden toegepast ter bestrijding van ongedierte in openbare tuinen, gebouwen en woningen. Bestrijdingsmiddelen kunnen worden ingeademd met stof afkomstig van behandelde grond, met stof uit de huishouding, besmet met huishoudinsekticiden of door motvrij gemaakte dekens en kleding.