HOOFDSTUK - 13


DE SITUATIE IN WEINIG WOORDEN


[230] Dit is het beeld dat zich aan ons voordoet. De mens, die gedurende meer dan een miljoen jaren onderworpen was aan de harde natuurwet van de strijd om het bestaan, waaraan velen te gronde gingen, heeft zich daarvan sedert een eeuw in toenemende mate bevrijd. Hij is beter beschermd tegen ziekten. Epidemieën, waarvan vele worden veroorzaakt door insecten, zoals pest en vlektyfus, werden bedwongen door de bestrijding van deze insecten.


Epidemische ziekten, waaronder malaria en gele koorts, werden op dezelfde manier teruggedrongen. De vroegere vrees voor deze verwoestende ziek­ten is grotendeels verdwenen, er is groot vertrouwen in de beschermende maatregelen.

In dezelfde periode werd ook de voedselproductie sterk opgevoerd. Ook de oogst is beter dan vroeger beschermd tegen ziekten en plagen, die in het verleden daarvan een hoge tol eisten. In de duurzaamheid van alle daartoe genomen beschermende maatregelen bestaat eveneens groot vertrouwen.

Dit vertrouwen berust voor een groot deel op het geloof in de werkzaam­heid van een aantal chemische preparaten, waarmee de natuurlijke bedrei­gingen van de gezondheid en van de oogst moeten worden afgewend. In de landen die de toon aangeven is de vroegere angst voor "pestilentie" en hon­ger verdwenen, zelfs de herinnering eraan is vervaagd. Grote gebieden van de wereld waar deze nog niet zijn overwonnen, waar honger en ziekten nog velen doen omkomen, worden onderontwikkeld genoemd, maar er wordt gesuggereerd dat ook daaraan met onze bekwame hulp spoedig een einde zal komen.


Als gevolg van de beschermende maatregelen is het aantal mensen sterk toegenomen. De strijd om het bestaan is minder hard geworden, de levens­zekerheid groter. Velen die onder vroegere omstandigheden zouden zijn om­ gekomen, blijven nu in leven, de "survival" is veel groter geworden. De ge­middelde weerstand tegen ziekten is daardoor sterk verminderd. Hetzelfde is gebeurd met de gewassen en het vee, die in de voedselproductie moeten voorzien. Vele rassen en variëteiten kunnen slechts blijven bestaan, zolang de bescherming tegen ziekten en plagen werkzaam blijft.

Het beeld, in één oogopslag, is de mens, die zichzelf en zijn voedselproduc­tie omgeven heeft met een beschermende muur tegen de aanvallen van de natuur. Binnen deze verschansing woont hij en voelt hij zich veilig. Wat daarbuiten gebeurt schijnt hem niet te kunnen deren. In deze ommuurde [231] ruimte wordt het aantal mensen dagelijks groter. De voedselproductie blijft daarbij ten achter!


Gedurende elk uur dat aan dit boek is geschreven of de lezer zich erin heeft verdiept, stierven rond vijfduizend mensen van de honger, meest kinderen. Vijfduizend! Gedurende elk uur van de dag en van de nacht! Een veelvoud daarvan lijdt gebrek.


Epidemische ziekten eisen nog steeds een hoge tol en zo nu en dan laaien epidemieën gevaarlijk op. Dit alles gebeurt op dezelfde aarde waarop ook wij wonen, op een afstand van weinige vlieguren, een korte reis brengt ons er middenin. Wij kunnen het zien met eigen ogen! Soms schrijven kranten erover en beelden komen op de televisie. Zij worden voor ons echter geen werkelijkheid, en dit is ook moeilijk voor mensen die in comfortabele huizen wonen, die beschikken over een overvloed van voedsel en over vele wonderen van de techniek. Wij aanvaarden dit alles als vanzelfsprekend en duurzaam.

Het grootste gevaar is dat wij het gevaar niet zien!


Intussen kruipen de gevaren, die wij overwonnen wanen, langzaam maar dodelijk zeker, naar ons toe. De beschermende muur, die ons moet bevei­ligen tegen krachten uit de natuur, is niet ondoordringbaar. De oude vijanden, die onze voorouders teisterden met honger en "pestilentie", maar waarvan wij het bestaan vrijwel zijn vergeten, dringen weer op, zij zijn niet overwon­nen. Intussen is onze weerstand afgenomen, wij zijn gevoeliger geworden voor allerlei ziekten. Bovendien worden de werkelijke bronnen voor een welvarend bestaan, zuiver water, zuivere lucht en gezond voedsel, in toenemende mate bedorven.


Het is geen beeld dat door de schrijver is bedacht. In tal van geschriften van ernstige en bekwame mensen zijn de gegevens hierover te vinden. Dit boek bevat hiervan nog slechts een gering gedeelte. Van vele kanten klin­ken waarschuwende stemmen, die manen tot bezinning. Zij manen tot het zoeken van andere wegen, waarvan de richting is aangegeven. Deze zijn smaller en moeilijker begaanbaar, maar zij leiden tot het leven.


De brede en gemakkelijke weg leidt naar het verderf. Dit is een oude waarheid, die echter niets aan kracht heeft ingeboet. Een ieder staat voor de keus. De keus om onbekommerd door te leven in blind vertrouwen op beloften over een glanzende toekomst of om de zilveren sluiers van misleidende propa­ganda weg te rukken en de werkelijkheid onder ogen te zien, die daaronder is verborgen.


De keus om voor de toekomst van onze kinderen te vertrouwen op schone beloften of de ogen te openen voor de harde werkelijkheid en ervoor te vech­ten deze nog zoveel mogelijk te verzachten. Wie dit laatste kiest, en dit is de juiste keus, zal zich afvragen wat wij eraan kunnen doen.