© www.dode-lente.nl   

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1950 - 1959 lijst

volgende


 HOME


een terug

 Boek  DODE LENTE

BRON: Leeuwarder Courant 1956-04-05                     Ook tekst in MAP


Wereld-gezondheidsdag: 'Het tijdperk van het insect'

Moderne bestrijdingsmethoden scheppen eigen problemen

Bewoonbaarheid van de wereld uitbreiden,

ook al is het voedselvraagstuk nog lang niet opgelost?


(Van een onzer redacteuren)

Op 7 april 1948 hadden zich 26 staten aangemeld voor 't lidmaatschap van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO.) en daarmee was deze instelling dan officieel in het leven geroepen. Sindsdien is de 7de april de Wereld-gezondheidsdag, waarop telkens aan een actueel onderwerp bijzondere belangstelling wordt gewijd. Dit jaar staat deze dag in het teken van het insect en dat er over dit onderwerp heel wat te zeggen valt, bleek op de voorlichtingsbijeenkomst, die onder auspiciën van Noury en van der Lande — welke maatschappij zich onder meer met het onderzoek naar en de vervaardiging van bestrijdingsmiddelen bezig houdt — in de Deventer stadsschouwburg was georganiseerd.


Het bestrijden van insecten is geen vliegenmeppen in het groot; het is een tak van wetenschap geworden, die aan allerlei andere wetenschappelijke terreinen raakt en die ook ethische vragen oproept, waarop overigens het gezelschap in Deventer gisteren vrij vlot een eenstemmig antwoord formuleerde.

 

Het was prof. dr. N. H. Swellengrebel, internationaal vermaard deskundige op het gebied van de tropische hygiëne, die de vergadering onmiddellijk in de problematiek stortte. De moderne insectendodende middelen, de insecticiden, zo stelde hij, hebben de taak van de bestrijding der verschillende ziektenoverbrengers gemakkelijker gemaakt dan in het verleden het geval was.

 

De ouderwetse ziektebestrijding richtte zich echter niet alleen tegen ziektekiem en insect, maar ook tegen de sociale en economische omstandigheden, die de desbetreffende ziekten op grote schaal begunstigden. De sociale bestrijding van vroeger leverde als bijproduct de insectenverdelging op, maar waarschijnlijk nog belangrijker waren de sociale en economische verbeteringen, die zo tot stand werden gebracht.

De moderne methoden werken ongetwijfeld efficiënter, maar krijgen zij geen aanvulling, dan staan zij uiteindelijk ten achter bij de ouderwetse manier van werken.

 

Prof. Swellengrebel illustreerde dat met enkele voorbeelden:

toen in 1944 vlektyphus uitbrak in Napels, werd deze epidemie met DDT al heel snel onderdrukt; luizen zijn voor deze middelen nu eenmaal bijzonder gevoelig. De ouderwetse behandeling van ontluizing, isolatie en verbetering van de sociale omstandigheden is geheel onnodig geworden.

 

De opruiming van de achterbuurten in het oude Londen daarentegen, waar in de vorige eeuw af en toe ook vlektyphus uitbrak, had echter veel belangrijker gevolgen; daar was van een werkelijke vooruitgang sprake.

 

De pestbestrijding op Java is op het ogenblik met de moderne insecticiden gemakkelijker dan ooit. Vroeger moest men in de eerste plaats de ratten bestrijden; daartoe moest men de huizenbouw verbeteren en voorts o.m. propageren dat de toebereiding van het eten niet langer in het woongedeelte plaatsvond.

Voor welke verrassingen men soms kwam te staan vertelde prof. Swellengrebel ook: doordat het vuur in de kampongwoningen naar buiten werd verplaatst, verdween ook de rook uit de huizen. Daardoor kwamen de muskieten terug, prompt nam de malaria in omvang toe en dat stelde de deskundigen weer voor nieuwe problemen.


[....]

Volledige tekst in onderstaande knipsels en in  MAP-LANDBOUWGIF....


 /  1950-1959  / DIVERSE 1956-04-05  


Naar knipsel

en bron

     BRON en KNIPSEL 1956-04-05



"Het tijdperk van het insect MODERNE BESTRIJDINGSMETHODEN SCHEPPEN EIGEN PROBLEMEN Bewoonbaarheid van de wereld uitbreiden, ook al is het voedselvraagstuk nog lang niet opgelost?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 05-04-1956. Geraadpleegd op Delpher op 18-07-2019,

 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010614373:mpeg21:a0142


Ook het forum, onder leiding van prof. dr. D.J. Kuenen, dat des middags verschillende vragen beantwoordde, getuigde van veel wetenschappelijke reserve. Een vraag naar de uiteindelijke betekenis van de aanwending der moderne insecticiden werd bijvoorbeeld beantwoord met de uitspraak, dat we niet verder komen dan plaatselijke correcties en dat de totale insectenstand op aarde door de insecticiden maar weinig wordt aangetast.


Resistentie

Tijdens deze gedachtewisseling kwam ook het vraagstuk van de resistentie naar voren; prof. Kuenen noemde het een van de griezeligste problemen. Er zijn nu al tussen de 25 tot 30 soorten insecten, die ongevoelig worden voor bepaalde middelen en met een tiental is het al zo erg, dat men weer moet overgaan tot andere bestrijdingsmethoden, zoals de biologische. Als een insectensoort eenmaal bestand is tegen het ene middel — het schijnt een erfelijk proces te zijn — dan wordt het dat ook verrassend snel voor andere middelen. Bij de malaria is dit een groot probleem: men moet feitelijk de malariabestrijding zo intensiveren, dat men binnen afzienbare tijd de malaria heeft verdreven, anders staat men voor grote moeilijkheden.


Andere vragen betroffen de gevaren der insecticiden voor nuttige soorten insecten, die men terdege in het oog zal moeten houden, en ook de gevaren voor mensen.


Deze laatste vraag lokte overigens het antwoord uit, dat het gevaar voor hen, die met insecticiden werken, groter is dan voor hen, die bijvoorbeeld bespoten fruit eten, wanneer althans bij de bespuiting de voorschriften in acht zijn genomen. Om er dan iets van te merken zou men zoveel fruit moeten eten, dat men eerder last van al dat fruit dan van de insecticiden zou krijgen... De controle op de bestrijdingsmiddelen, die in de handel komen, is trouwens bijzonder scherp.


[....]


Volledige tekst in onderstaande knipsels en in  MAP-LANDBOUWGIF....


in/fo