© www.dode-lente.nl



 HOME

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1970 - 1979 lijst

volgende

een terug

 Boek  DODE LENTE

 BRON Delpher: Leeuwarder Courant 1970-09-25   ook in MAP


Acht jaar na „Dode  Lente" (3)

Gif vormt ernstige bedreiging voor zee


Wettelijke bepalingen noch wetenschappelijke gegevens kunnen de wereldomvattende waterverontreiniging meer tegenhouden. In duizenden meren en rivieren hopen zich de onzichtbare vergiften op en verontreinigen alles wat ze op weg naar zee aan levende wezens tegenkomen. In het vetweefsel van levende organismen zijn ze in hun element. Terwijl ze in het water slechts in uiterst geringe sporen voorkomen, zoeken de giftige stoffen levende wezens op en dringen er in binnen om een voedselketen van angstwekkende omvang te vormen.


• In Michigan kreeg het veelbelovende zalmproject in 1968 een ernstige slag toen meer dan 700.000 zalmen in de broedplaatsen doodgingen. Biologen schreven hun dood toe aan DDT dat van de landbouwgronden was weggespoeld en in het water was terechtgekomen.

 

* In Canada, waar de stroomgebieden in juni met DDT waren bespoten, trof men in het najaar jonge zalm dood aan in de wateren. De DDT-resten waren maandenlang in hun weefsels opgestapeld zonder merkbaar effect. Toen echter de lagere temperatuur van het water de vissen dwong hun vetreserves aan te spreken, werden de residuen plotseling door het hele lichaam verspreid en kwam in de vitale organen terecht.


* In Maine had een visserijexpert voorspeld dat persistente (blijvende) bestrijdingsmiddelen, die van de landinwaarts gelegen landerijen en bossen door de rivieren naar zee werden afgevoerd, spoedig de beroemde kreeftvisserij van die staat zou benadelen. „Als het net zo gaat als tevoren”, had hij gezegd, „zal er een strook bij de kust zijn waarin kreeft niet gedijen kan”. Sporen DDT werden zelfs in kreeften aangetroffen die 180 km van de kust gevangen waren. Verscheidene zeevissen, zoals kabeljauw, makreel en tonijn, bevatten tegenwoordig meer DDT-resten dan de zoetwatervis in tal van door bestrijdingsmiddelen verontreinigde meren en rivieren. De biologen vrezen dat deze zeevissen dezelfde moeilijkheden zullen ondervinden om levensvatbaar voedsel te krijgen als hun verwanten in zoet water.


Overschreden

Deze schokkende onthullingen komen op een tijdstip dat voedingsspecialisten uit de hele wereld hun oog op de zee hebben gericht om het tekort aan proteïnen aan te vullen. Het ziet ernaar uit dat de sterk groeiende wereldbevolking weldra de capaciteit van het land om haar te voeden, zal hebben overschreden. Zelfs de „groene revolutie” — waarbij moderne machines en nieuwe plantenrassen de voedselproduktie in de ontwikkelingslanden vergroten — zal niet in staat zijn onze voedingsproblemen op te lossen. Nieuwe voedselbronnen moeten worden gevonden — en spoedig ook. De mens heeft zich met hernieuwde belangstelling gewend tot het onderzoek van de zee. Toch is de grote, blauwe zee geen onuitputtelijke provisiekast. (Vissen weten dat hoe blauwer het oppervlak is, des te sterieler de diepten zijn). Het meeste van wat de zee oplevert, is afkomstig van het continentale plat, terwijl de grote oceaanbekkens even onvruchtbaar zijn als een woestijn. De 60 miljoen kilo voedsel die jaarlijks in de Verenigde Staten uit de zee worden gehaald zijn al een aanzienlijk deel van de potentieel beschikbare oogst. Hier en daar is deze voedingsbron reeds te intensief bevist en uitgeput.

 /  1970-1979  / DIVERSE 1970-09-25

"Acht jaar na „Dode Lente" (3) Gif vormt ernstige bedreiging voor zee". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 25-09-1970. Geraadpleegd op Delpher op 05-06-2019

 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010618557:mpeg21:a0622

     BRON en KNIPSEL 1970-09-25

Naar knipsel

en bron


In gevaar

Terwijl de mens dus weet dat deze kostbare voedselbron dient te worden beschermd, brengt hij hem voortdurend in gevaar door het gebruik van bestrijdingsmiddelen waarmee hij hoopt zijn voedselvoorraad te vergroten. Het is tegenwoordig bekend dat de persistentie van DDT en andere gechloreerde koolwaterstoffen in het bijzonder in de zee verraderlijk is. Deze vergiften worden in hoge mate versterkt doordat ze voedselketens passeren. Persistentie hoeft op zichzelf niet zo erg te zijn en kan onder bepaalde omstandigheden zelfs een voordeel voor een vergif zijn. Het bezwaar van de gechloreerde koolwatersotffen is, zoals Rachel Carson heeft aangetoond, niet zozeer dat ze jarenlang opvallend stabiel zijn, maar dat ze „zich in levende weefsels ophopen”. Als ze een voedselketen passeren — van plantten via kleine planteneters naar een reeks van steeds grotere vleeseters — worden de vergiften steeds meer geconcentreerd in de levende weefsels.


Haring

Vee en wild dat door de mens gegeten wordt zijn grotendeels planteneters. Ze staan dus laag in de voedselketen omdat ze niet de kans hebben gehad het vet (met een residue van bestrijdingsmiddelen dat dit bevat) van andere dieren te eten. De meeste zeedieren zijn daarentegen vleeseter. Zelfs de haring is in de voedselketen al een paar stadia verwijderd van het plantaardige leven aan de basis van de voedselpyramide. Toch hoeft men niet dadelijk bang te zijn dat de mens zoveel vergifresten naar binnen krijgt met zijn voedsel dat hij erdoor vergiftigd wordt (al bestaat die mogelijkheid tot op zekere hoogte wel). Het onmiddellijke gevaar in deze door honger bedreigde wereld is dat de voedselketen zelf, vanaf de basis tot aan de grotere vleeseters wordt aangetast.

Bernard Venables, een Engelse hengelaar en schrijver, zegt dat ook de rivieren die niet dramatisch zijn verontreinigd een schameler aanzien hebben gekregen. De oevers zijn niet meer bedekt met een grote verscheidenheid aan bloeiende planten en de vissen zelf zijn minder glanzend en voelen minder vast aan dan tevoren. De ziekte van de rivieren heeft vele oorzaken, niet het minst de landbouwafval. „De door het stromende water verdunde insecticiden”, zegt Venables van de Engelse rivieren „veroorzaken weliswaar geen dodelijke verontreiniging, maar door hun gedeeltelijke vergiftiging doen ze de organismen waarmee de vissen zich voeden afnemen, waardoor de vissen zwakker worden. Geleidelijk vernietigen de onkruidverdelgers de waterplanten waartussen ook de visetende dieren wonen en zich voortplanten.


Fall-out

Een tijdlang heeft men gedacht dat vergif resten van persistente bestrijdingsmiddelen in de grote oceanen „verloren zouden gaan”. Tegenwoordig weten we dat, hoewel de residuen over grote oppervlakten worden verspreid, ze tenslotte door levende organismen worden opgenomen. Deze residuen bereiken de meest afgelegen streken. Voor een deel worden de residuen door het water zelf verspreid. Recente onderzoekingen van door de lucht over de Atlantische en de Stille Oceaan overgebrachte deeltjes hebben aangetoond dat bestrijdingsmiddelen ook ver door de wind worden verspreid. De hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die als „fallout” neerdaalt boven de tropische Atlantische Oceaan vanuit de Noordoostpassaat is te vergelijken met de hoeveelheid die vanuit een groot rivierstelsel in zee stroomt.


D.D.T. is overal — in het voedsel, in het ei, in het broedsel, in de volwassen vis. De geschiedenis herhaalt zich eindeloos in drie vierde van het aardoppervlak dat met water is bedekt. Veel van de aan D.D.T. chemisch verwante stoffen reageren op dezelfde wijze. De optimisten die het wereldvoedselprobleem denken op te lossen door de zee te exploiteren of te cultiveren, zullen hun plannen moeten herzien.




1970-07-11

 De Tijd boekrecensie

5X   

 Leeuwarder Courant

1970-09-28

1 div. gifongelukken

1970-09-24

2 veel paniek industrie

1970-09-25

3 gif bedreiging zee

1970-09-26

4 div. gifongelukken

1970-09-28

5 gesprek met Briejér

1970-10-22

 Nv/hN melding boek

1970-11-12

 Trouw boekrecensie

BOEK “SINDS DODE LENTE’

ni/nf