© www.dode-lente.nl
HOME
voorgaande |
GEGEVENS |
volgende |
een terug
Boek DODE LENTE
2018-12-14
Milieudruk land- en tuinbouw
De productie van de primaire land- en tuinbouw heeft effect op bodem, lucht en water. Deze milieudruk is zichtbaar en meetbaar via verschillende indicatoren. Daaruit blijkt een grote variëteit in de ontwikkeling per milieu-indicator (zie grafiek 1).
Voor de meeste indicatoren geldt dat de milieudruk is afgenomen sinds 2000, de emissie van fijnstof uitgezonderd. De daling van de milieubelasting gaat gepaard met een lichte groei van het volume van de agrarische output. In die zin is er sprake van ontkoppeling van de trendmatige ontwikkeling van de productie en milieubelasting. Wel is het tempo van de productiegroei afgenomen in vergelijking met de jaren tachtig en negentig (zie LEB 2010, hoofdstuk 6). Sinds de eeuwwisseling is de productiegroei niet meer boven de 5% is uitgekomen. De laatste jaren ligt de groei rond de 1% (zie grafiek 2).
Ondanks de ontkoppeling zijn voor een aantal milieuthema’s de ecologisch gezien wenselijke doelstellingen nog niet bereikt en is het aandeel van de agrarische sector in verschillende vormen van milieubelasting nog relatief hoog.
[Niet opgenomen: Ammoniakemissie / Uitstoot broeikasgassen / Stikstof- en fosfaatoverschot / Fijn stof]
Gewasbeschermingsmiddelengebruik
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen laat de laatste jaren vrijwel geen dalende lijn zien. De afzet van gewasbeschermingsmiddelen schommelt al jaren rond de 10 miljoen kg werkzame stof per jaar met een licht dalende trend in de afgelopen jaren. In 2016 nam de afzet toe van 8,7 naar 9,5 miljoen kg. Ruim 40% van de gebruikte middelen is voor schimmelbestrijding en een kleine 30% wordt ingezet tegen onkruid (herbiciden, waaronder glyfosaat). De schommelingen in het gebruik hangen sterk samen met het weer, zo is in jaren met vochtige zomers de schimmeldruk hoger dan in droge jaren. Ook een koude en daardoor trage start van het teeltseizoen beïnvloedt het gebruik, omdat de ontwikkeling van ziekten en plagen dan traag op gang komt.
Van de totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland is ongeveer 98% voor gebruik in de land- en tuinbouw. De rest wordt gebruikt door particulieren of door beheerders van het openbaar groen. Het betreft hier vaak onkruidbestrijdingsmiddelen.
Naast het gebruik in absolute hoeveelheden, is de milieubelasting van de gebruikte middelen per kg actieve stof een belangrijke indicator. Door een doorlopende sanering van relatief sterk belastende middelen, is de milieubelasting sterk afgenomen in de periode 2007-2012. Recentere cijfers ontbreken.
De Tweede nota Duurzame Gewasbescherming “Gezonde Groei, Duurzame Oogst” (EZ, 2013) zet het nationale beleid voor gewasbeschermingsmiddelen uiteen voor 2013-2023, met doelstellingen voor een veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor mens, dier en milieu, verbetering van de waterkwaliteit en de biodiversiteit en het stimuleren van geïntegreerde gewasbescherming. Een eerste tussenevaluatie van de nota is beschikbaar in 2019.
Fruitteelt
FRUITTEELT
2019-09-16 Middeleninzet in fruitteelt neemt af
Het driejaarsgemiddelde van de actievestofinzet in de fruitteelt is de afgelopen jaren gedaald van 54 kg/ha in 2013 - 2015 naar 42 kg/ha in 2015 - 2017. Fungiciden vormen daarin het grootste aandeel en de inzet daarvan is over de genoemde periode gedaald van 26 naar 22 kg/ha. De overige middelen betreffen voornamelijk hulpstoffen en zwavel. De kosten voor gewasbescherming stabiliseren zich de laatste jaren rond gemiddeld 1.350 euro per ha. Dat betekent dat er duurdere middelen worden gebruikt in euro per kg actieve stof. Het lukt dus wel om het milieu minder te belasten maar niet om op kosten te besparen.
Het grootste gedeelte van het chemische gewasbeschermingsmid-delengebruik op fruitbedrijven bestaat uit fungiciden, tegen bijvoorbeeld schurft. Schurft geeft verkurking van de vruchten maar kan ook schade aan de boom aanrichten. De sporen overleven in bladresten op de grond. Preventieve maatregelen die zorgen voor snelle vertering of afvoer van blad, verminderen het risico op besmetting. Dergelijke niet-chemische maatregelen worden steeds belangrijker, zoals ook beschreven in de ‘Ambitie Plantgezondheid 2030’ en het ‘Uitvoeringsprogramma Plantgezondheid 2030’ vanuit de sector en de ‘Visie Gewasbescherming 2030’ van het ministerie van LNV. De rijksvisie wordt op hoofdlijnen uitgewerkt in drie strategische doelen:
1. Plant- en teeltsystemen zijn weerbaar
2. Land- en tuinbouw en natuur zijn met elkaar verbonden
3. Nagenoeg zonder emissies naar het milieu en nagenoeg zonder residuen op producten.
BLOEMBOLLENTEELT
BLOEMBOLLENTEELT
2019-09-16 Middelengebruik in de bloembollenteelt stabiliseert
De inzet van gewasbeschermingsmiddelen in de bloembollenteelt stabiliseert de laatste jaren rond 75 kg actieve stof per ha. Enerzijds is er een sterke afname van het nematicidengebruik te zien, met name van het middel Monam. Ook insecticiden worden vrijwel niet meer gebruikt in de bollenteelt. Anderzijds blijft de inzet van fungiciden en overige middelen (met name minerale olie) hoog. De kosten per ha nemen nog steeds toe.
‘Visie Gewasbescherming 2030’ van het ministerie van LNV. De Rijksvisie wordt op hoofdlijnen uitgewerkt in drie strategische doelen:
1. Plant- en teeltsystemen zijn weerbaar
2. Land- en tuinbouw en natuur zijn met elkaar verbonden
3. Nagenoeg zonder emissies naar het milieu en nagenoeg zonder residuen op producten.
AKKERBOUW
2019-09-16 Gebruik gewasbeschermingsmiddelen schommelt
De hoeveelheid actieve stof die in de akkerbouw wordt gebruikt, schommelt de laatste jaren rond de 9 kg per ha met een lichte daling in 2017 ten opzichte van 2016, namelijk naar 8,6 kg. De kosten per ha nemen min of meer trendmatig toe en kwamen in 2017 uit op gemiddeld 440 euro per ha. Het merendeel van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen bestaat uit middelen ter bestrijding van schimmels (fungiciden) of onkruiden (herbiciden). In 2017 zijn weinig nematiciden (grondontsmettingsmiddelen) gebruikt.
Met name het gebruik van fungiciden en herbiciden is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden tijdens de teelt. Herbiciden worden relatief veel gebruikt bij de teelt van uien en suikerbieten. Fungiciden worden relatief veel toegepast in de aardappel- en uienteelt. In 2017 was het fungicidenverbruik 3,5 kg per ha; dat is een daling ten opzichte van 2016 toen er 4 kg per ha werd verbruikt. Bij alle gewassen is een daling te zien van het middelengebruik, alleen in tarwe zijn meer herbiciden ingezet dan in het voorgaande jaar. De oorzaak voor dit laatste is waarschijnlijk het zachte weer in februari, maart en begin april, waardoor de onkruidontwikkeling vroeg op gang kwam.
Tweede nota duurzame gewasbescherming en tussenevaluatie
In mei 2013 presenteerde het ministerie van Economische Zaken de Tweede Nota Duurzame Gewasbescherming. Een belangrijk element hierin is geïntegreerde gewasbescherming. De bedoeling is om het gebruik van chemische middelen zo veel mogelijk te beperken door bijvoorbeeld preventieve maatregelen te nemen en emissiearme toedieningstechnieken te gebruiken. Voor de open teelten worden daarnaast maatregelen voorgesteld om emissies als gevolg van drift te beperken, zowel door technische maatregelen als door verbreding van teeltvrije zones. Inmiddels is er een tussenevaluatie door PBL verschenen (2019), waarin onder andere gesteld wordt dat de waterkwaliteit nog onvoldoende verbeterd is. Ook zou geïntegreerde teelt verder gestimuleerd moeten worden.
AKKERBOUWj
Agrarisch grondgebruik 2011 (CBS)
Grondgebruik landbouw ca. 1,9 mln. ha.
Melkveehouderij
MELKVEEHOUDERIJ
2019-09-16 Inzet gewasbeschermingsmiddelen blijft laag
Sinds 2010 blijft de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die in de melkveehouderij wordt gebruikt, ongeveer stabiel. Het gebruik schommelt de laatste jaren rond de 0,5 kg actieve stof per ha. Dit is beduidend minder dan bij de plantaardige sectoren het geval is. Het totale gebruik op melkveebedrijven is vanuit nationaal duurzaamheidsoogpunt wel van belang, omdat de melkveehouderij een groot areaal beslaat. *
Gewasbescherming in de melkveehouderij is vooral gericht op het bestrijden van onkruid op gras- en maisland; bij grasland gaat het vooral om graslandvernieuwing. Het actievestofverbruik komt daardoor voor driekwart voor rekening van herbiciden. De kosten van gewasbeschermingsmiddelen liggen rond de 35 euro per ha. In vergelijking met andere sectoren is dit zeer laag. In 2017 zijn zowel het gebruik in actieve stof als de milieubelasting uit gewasbescherming en de kosten per ha na een aantal jaren van daling gestegen. Die toename vond vooral plaats op grasland; op maïsland daalden de middelinzet, de milieubelasting en de kosten juist.
Grondgebruik 2017
Melkveehouderij ca. 1,178 mln. Ha.
Grasland 0,963 (mln.) x 0,3= 290.000 kg
Snijmais 0,205 (mln.) x 1.2 = 246.000 kg
Totaal werkzame stof 536.000 kg
Grondgebruik Akkerbouw 2017
ca. 0.509 mln. X 8,6 = 4.377.400 kg .
Granen 0,164 (mln.) x 0,3= 290.000 kg
Aardappelen 0,163 (mln.) x 1.2 = 246.000 kg
Suikerbieten 0,085 (mln.)
Overige 0,097 (mln)
Totaal werkzame stof 536.000 kg
ni/nf
Zie ook
Naar knipsel
en bron
‘Spuitschema’ fruitgewas BRON: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/630030002.pdf (blz20)
‘Spuitschema’ bolgewas BRON: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/630030002.pdf (blz20)
Bestrijdingsmiddelengebruik via ‘rapport appels en peren’ Greenpeace is lager!
Zie bron
/ GEGEVENS / DIVERSE - GRONDGEBRUIK en MILIEUDRUK
SITEMAP |
GEGEVENS |
ZOEKEN |
Biografie-1 |
Biografie-2 |
Biografie-3 |
Invloed-01 |
Wikipedia-E |
Wetgeving |
Oskam-01 |
1991 MJPG |
2010 gebruik |
2012 gebruik |
2016 gebruik |
afzet/gebruik |
Grondgebruik-01 |
Niet landbouw |
Gedrag |
NEFYTO |
keuzelijst |
New Yorker |
Silent Spring |
Dode-Lente |
USA Rapport |
Zilveren Sluiers |
DEEL-1 |
DEEL-2 |
DEEL-3 |
DEEL-4 |
DEEL-5 |
HOOFDST.-01 |
HOOFDST.-02 |
HOOFDST.-03 |
HOOFDST.-04 |
HOODFST.-05 |
HOOFDST.-06 |
HOOFDST.-07 |
HOOFDST.-08 |
HOOFDST.-09 |
HOODFST.-10 |
HOOFDST.-11 |
HOOFDST.-12 |
HOOFDST.-13 |
HOOFDST.-14 |
BRONNEN |
vóór 1940 |
1940-06-16 |
Colloradekever |
1e maal DDT |
Rupsenplaag |
USA DDT |
Nobelprijs |
Nevelspuit |
Rijnvervuiling |
ZLM rapport |
1954-07-19 |
Dr. Briejér |
Dr. Briejér |
lijst 1960-1969 |
gifgebruik 1960 |
The New Yorker |
8 x silent spring |
5 X dode lente |
Rachel Carson † |
2 X zilveren sluiers |
1980-1989 |
1990-1999 |
2000-2009 |
2010-2019 |
1980 Lekkerkerk |
1980 Volgelmeer.p. |
1981 Westland |
1982 Zure regen |
40 Jr. GIF |
1986 Tsjernobyl |
25 jr dode lente |
1989 CFK's |
1989 MJP-G |
bodemsanering |
Meerjarenplan |
1990-12-19 |
Zenuwziekten |
MJP-G |
1992-03-10-2 |
Bestrijdingsmiddelen |
MJP-G |
Vrije zone |
2002-06-05> |
2004-06-06 |
2008-10-01 |
2013-05-13 |