© www.dode-lente.nl   


 HOME


een terug

 SITE  DODE-LENTE.NL

1949-11-29

▼Toespraak 50 Jr. PG.

1954-12-04

Zeeuws landbouwblad

1957-02-23

Zeeuws landbouwblad

1957-06-15

Het Parool

1963-04-27

Trouw

1963-10-30

Trouw

1964-04-17

 De Telegraaf

1964-07-16

Het Vrije volk

1964-10-30

Prov. Zeeuwse Courant



BOEK

  ZILVEREN SLUIERS

1967-11-15

Alg. Handelsblad

1967-12-30

Leeuwarder Courant

1968-03-12

Nieuwsblad v/h Noorden

1969-01-18

Nederlands Dagblad

1969-12-15

Alg. Handelsblad

1969-02-27

De Telegraaf

1970-06-13

De Telegraaf

1970-09-28

Leeuwarder Courant

MEER Dr. C. J. BRIEJÉR

 /  Boeken / Zilveren-sluiers / Dr. C. J.  Briejér  1967

      1949-11-29 Deel uit toespraak dr. Briejér Waarschuwing - te veel chemische bestrijding....


Naar bron

Tekst


http://edepot.wur.nl/419889

Pdf bestand 33 pagina’s

REDE, UITGESPROKEN DOOR DR C. J. BRIEJÉR,

DIRECTEUR VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST


Dames en Heren,

Zeer gewaardeerde toehoorders,


Wij zijn hier bijeengekomen om het vijftigjarig bestaan, het gouden jubileum van de Nederlandse Plantenziektenkundige Dienst te herdenken.

[....]


Met het zogenaamde toegepaste onderzoek alleen komen wij er echter niet; wij moeten het een basis geven van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Een van de redenen, waarom wij zulk een basis nodig hebben, wil ik hier nader belichten.


Reeds meermalen heb ik betoogd, dat wij met onze ziektebestrijding niet op de goede weg zijn. De chemici zijn teveel aan het woord, de biologen te weinig. Wij gaan steeds meer de weg op van zeer giftige, min of meer universeel werkende middelen, waarmee wij in de natuur ingrijpen op een wijze, die ons zeker duur zal komen te staan.


Wij moeten de schadelijke organismen bestrijden, maar de nuttige zoveel mogelijk sparen. Wij moeten er steeds op bedacht zijn het beetje natuurlijke evenwicht, dat nog in onze monoculturen aanwezig is, te behouden en te bevorderen. Ons principe moet zijn om zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen te gebruiken en niet zoveel mogelijk. Daartoe zullen wij eerst alle andere mogelijkheden moeten bezien om de plagen te bestrijden.


Bestudering van alles wat zich in de grond afspeelt, is daartoe in de eerste plaats noodzakelijk. Het is daarom te betreuren, dat dit vraagstuk in discrediet dreigt te geraken door het onbetamelijke rumoer, dat er in de laatste tijd over is gemaakt.


Het is van het grootste belang, dat de lichte weerzin, die daardoor bij sommigen tegenover dit werk is opgewekt, wordt overwonnen en dat het in de rustige en waardige sfeer, die de wetenschap past, krachtig wordt aangepakt.


Ook het resistentie-onderzoek eist nog meer aandacht dan tot dusver.

Als wij dan tenslotte naar bestrijdingsmiddelen móéten grijpen, dan zullen dit middelen moeten zijn met meer verfijnde, meer specifieke werking; wij moeten ernaar streven alleen te doden wat werkelijk schadelijk is.


Daartoe zullen wij ons een veel diepere kennis moeten verwerven over de organismen, die wij moeten bestrijden. Als entomoloog denk ik daarbij aan het zenuwstelsel van de insecten, waarover wij nog veel te weinig weten. Dit is echter maar een van de vele problemen op dit gebied.


Er is nog een ander gevaar verbonden aan de moderne bestrijdingsmiddelen, namelijk het gevaar voor de consumenten van de producten, die ermee zijn behandeld. Daarbij denk ik nog niet direct aan acute gevallen, waar door zeer onoordeelkundig gebruik ernstige vergiftigingen kunnen ontstaan, maar eerder aan de chronische gevolgen van het herhaaldelijk toedienen van kleine hoeveelheden. Ik ben het in principe met diegenen eens, die menen, dat wij ons voedsel zoveel mogelijk moeten nuttigen zoals de natuur het oplevert en dat de noodzakelijke bewerkingen er niet teveel aan moeten veranderen. Nadrukkelijk merk ik hierbij op, dat ik geenszins de overdrijvingen onderschrijf, die ook op dit gebied worden gelanceerd.


Wij leven echter in een chemisch tijdperk en er wordt inderdaad op velerlei wijzen onverantwoordelijk met ons voedsel omgesprongen. Het al te overdadig toepassen van demoderne bestrijdingsmiddelen is er één van.

Ook dit betreft niet alleen een binnenlandse aangelegenheid. Ik voorzie, dat de tijd niet ver meer is, dat men in het buitenland ook hiervoor waarborgen zal vragen en dat wij certificaten zullen moeten gaan afgeven met betrekking tot de toegepaste bestrijdingsmiddelen.


Daartegen zullen wij gewapend moeten zijn en dit wapen kunnen wij alleen vinden door diepgaand onderzoek. De Plantenziektenkundige Dienst kan deze onderzoekingen niet zelf verrichten, maar wel dient hij ze steeds te stimuleren. De phytopathologen van de Dienst komen voortdurend met deze problemen in aanraking, zij zien de gevaren, de hiaten.

     BRON en KNIPSEL

Natuurtijdschrift (?) 1963 juni


De gevaren van pesticiden voor de mens


Door Dr. C.J. Briejèr Directeur van de

Plantenziektenkundige Dienst


Met grote belangstelling las ik de beschouwing over Rachel CarsonsSilent Spring” in de aflevering van juni 1963 (blz. 98), alsmede de reactie daarop van Prof. Dr. R. van der Veen in het oktobernummer (blz. 135).

Prof. van der Veen citeert hierin een passage uit een artikel dat ik enige jaren geleden geschreven heb. Uit deze passage zou blijken dat ik de toepassing van de synthetische bestrijdingsmiddelen niet gevaarlijk achtte voor de consumenten van bespoten gewassen.


Dit is volkomen juist. Ik heb vele malen gewezen op het gevaar dat vele soorten insekten resistent worden ten opzichte van de betrokken middelen en op de verstoring van regulerende faktoren o.m. door het doden van parasieten en roofvijanden.

Wat de consumenten betreft, heb ik lang de algemene opvatting gedeeld dat voor hen geen of weinig gevaar bestond.

Intussen (curs. van ons) is, mede uit het door Rachel Carson verzamelde materiaal, wel gebleken dat deze opvatting onjuist (id.) is. Wij behoeven dit echter niet te baseren op haar boek. President Kennedy heeft kort na het verschijnen daarvan aan zijn „Science Advisory Committee” opdracht gegeven de door Miss Carson gesignaleerde feiten te onderzoeken.


Het rapport werd door het „Witte Huis” op 15 mei 1963 gepubliceerd onder de titel „Use of Pesticides”. Hierin worden wèl de voordelen en de nadelen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegenover elkaar gesteld. De door Rachel Carson genoemde feiten worden grotendeels bevestigd. Dit rapport is feitelijk nog schokkender dan „Silent Spring”.


Inmiddels heeft zich in de USA een grote activiteit ontwikkeld. Er zijn „hearings” gehouden voor een commissie uit de Senaat. Op 23 mei 1963 verklaarde de Amerikaanse minister van landbouw Freeman voor deze commissie, dat het onderzoek tot het vinden van betere middelen en methoden zal worden versneld, dat een krachtige voorlichtingscampagne zal worden gehouden en dat de wettelijke bepalingen zullen worden verscherpt. Inmiddels is aan de uitvoering van dit alles begonnen. Voorts verklaarde Mr. Freeman Miss Carsons boek van grote waarde te achten in verband met de voorlichting aan het publiek.


Uit alles blijkt dat in de USA zich een grote kentering in de opvattingen voltrekt. Niemand zal ontkennen dat bestrijding van schadelijke organismen met kracht moet worden voortgezet. Gaarne zij ook erkend dat met de chemische bestrijding successen zijn bereikt, waarvoor wij dankbaar kunnen zijn. Nu de nadelen en gevaren van een aantal der gebruikte middelen steeds duidelijker aan de dag treden, is het noodzakelijk middelen en methoden te zoeken waaraan minder bezwaren kleven. Hierbij dient te worden overwogen dat bestrijding niet altijd behoeft te geschieden door vergiftiging. De in vele landen gebruikte term „bescherming van planten” (plant protection) duidt dit op gelukkige wijze aan.


Naar bron

Tekst


Pdf bestand 2 pagina’s


Naar rapport

Witte Huis

“Use of Pesticides”

elders op de site

Toestemming plaatsing boek:  21 augustus 2019 19:23


Geachte Heer Jacob xxxx,


Hier mede geven wij U schriftelijke toestemming voor plaatsing op Uw Webside  van Zilveren Sluiers en verborgen gevaren geschreven door mijn vader Dr C.J. Briejér.

Wij vinden dit een eer,!


Het boek staat heel goed op uw Webside

Als wij Uw nog verder kunnen helpen doen wij dat graag.


Met vriendelijke groeten,

Martijn C Briejér.  (Erfgenaam van Dr C.J. Briejér.)

Hfd.1

Hfd.2

Hfd.3

Hfd.4

Hfd.5

Hfd.6

Hfd.7

Hfd.8

Hfd.9

Hfd.10

Hfd.11

Hfd.12

Hfd.13

Hfd.14

Bronnen

Introductie

Volledig boek

‘BRON’ bij het boek ‘Zilveren Sluiers

Dr. Briejér, heeft het in Hoofdstuk 6 - blz. [082] - van ‘Zilveren sluiers’ over  - Rats, lice and history -  uit 1934 van de Amerikaanse bacteroloog Hans Zinsser.

In 1937 verscheen daar een Nederlandse vertaling van - Ratten en luizen geschiedenis


Nederlandstalige  pdf-bestand..

In bovenstaand venster

 

                   HTML en PDF uitvoering boek Zilveren Sluiers 1970

 Pdf - ‘Zilveren sluiers  - nw-venster