© www.dode-lente.nl



 HOME

een terug

 Boek  DODE LENTE

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1960 - 1969 lijst

volgende

BRON Delpher:  De Telegraaf  1964-04-17                                     ook in MAP


Dr. C. J. Briejèr: „Het zou voor mij beter zijn

de hele rataplan te laten voor wat hij is, maar...

Insecticiden ondermijnen ons bestaan


Strijd tegen vergiftiging van natuur


Van onze landbouwredacteur

WAGENINGEN, Wij zullen dodende chemische middelen in onze strijd tegen de schadelijke insekten nooit geheel kunnen missen. Het zullen voortaan echter middelen moeten zijn, die spoedig uit het milieu verdwijnen, en zo gering mogelijke schadelijke nevenwerkingen hebben. Zulke middelen zijn er reeds en ongetwijfeld zullen er méér worden gevonden. Als wij ze niet kunnen vinden, dan zijn we met al onze moderne wetenschap toch nog stakkers”.


Dit zegt de directeur Plantenziektenkundlge Dienst, dr. C. J. Briejèr. nadat hij mij een somber verhaal had gedaan over de macht van de schadelijke insekten, waarvan er vele lak hebben aan de giftigste insekticiden, en over de kwade nevengevolgen daarvan voor ons en vooral voor onze Jeugd.


Weerstand breken

Hij zegt: „Met resistentie (bestand zijn tegen) van de insekten zullen wij altijd te kampen hebben. Het is daarom nodig dit verschijnsel te bestuderen, met als doel de resistentie te doorbreken. Het laboratorium voor insekticidenonderzoek te Wageningen heeft in deze richting reeds goed werk gedaan. Wij staan thans met dit onderzoek bovenaan in de wereld. Wij zijn op het goede spoor. Het breken van de resistentie is mogelijk gebleken. Dit onderzoek moet prioriteit krijgen. En zowel bij het landbouwonderwijs als bij de voorlichting is een omschakeling nodig. Deze zal óók moeten plaatsvinden bij de chemische industrie".


De remedie

Dr. Briejér vraagt nogal wat en dat tegen het einde van zijn langdurige loopbaan. Over een paar jaar moet hij „er uit”, zoals dat heet. Hij noemt mij overigens nog meer uitwegen voor de bedreigde mensheid op, zoals bestudering en versterking van de regulerende factoren, die in de natuur het ontstaan van plagen tegengaan, Hiertoe behoren o.a. de parisiterende en rovende insekten. Met het kweken en verspreiden ervan worden steeds meer successen behaald.


In het Amerikaanse rapport wordt de aandacht gevestigd op zogenaamde' „sex-attractants”. Insekten vinden elkaar op onwaarschijnlijk grote afstanden. Men kan met gesynthetiseerde geurstoffen insekten naar een bepaalde plaats lokken en vernietigen. Hiermede werden in de V.S. reeds successen behaald. Een andere mogelijkheid bieden stoffen om insekten van planten te weren. De lijst ervan is nog lang niet uitgeput. Gelukkig hebben de land- en tuinbouwers allengs begrepen, dat de mens niet bij machte is iedere plaag chemisch afdoende te bestrijden. Er is een andere soort bestrijding mogelijk, de harmonische, een waarbij alle maatregelen worden genomen, welke dienstbaar kunnen zijn en waarbij soms ook de chemische bestrijding wordt Ingeschakeld.

 




Kinderbescherming

In Nederland wordt in deze richtingen onderzoek gedaan door de werkgroep voor harmonische bestrijding van plagen waartoe in een veertiental laboratoria dertig onderzoekers samenwerken. Dit onderzoek moet echter worden versneld en uitgebreid. Iedereen is ervan overtuigd, dat de belangen van voedselvoorzieningen en gezondheid krachtig moeten worden bevorderd. Van enorm belang is echter de bescherming van het opgroeiend geslacht, de kinderen. Zij zijn extra gevoelig voor al deze schadelijke invloeden, waaraan zij van hun eerste levensuur af zijn blootgesteld. The American Food and Drug Administration vond zelfs insekticiden in moedermelk. Ook koemelk en andere kindervoeding zijn zeker niet altijd vrij ervan. Schadelijke stoffen bevinden zich eveneens in het drinkwater en in de lucht. Schoolkinderen, die dichter bij de grond ademen, nemen meer van schadelijke uitlaatgassen op dan volwassenen.

„Maar meneer Briejèr”, zeg ik, „de mensen worden tegenwoordig steeds ouder en zij worden steeds minder ziek ook. Hoe rijmt zich dat met uw „bederf van het menselijk milieu"?" „Ze worden wel ouder, maar niet sterker. En het gaat niet zozeer om de ouderen, het gaat om de jeugd”.


Rapporten

De heer Briejèr geeft mij ter inzage een vijftal voordrachten over dit zo belangrijke onderwerp, tijdens de jongste vergadering van zijn dienst gehouden. Dit naar aanleiding van het rapport „Use of Pesticides”, op 15 mei jl. uitgegeven door wijlen president Kennedy's „Science Advisory Committee”. President Kennedy vond Rachel Carson's meeslepende boek „Silent spring”, dat aanvankelijk fel werd bekritiseerd, van dusdanig belang, dat hij genoemde commissie opdracht gaf de feiten te onderzoeken. Het door haar uitgebracht rapport bevestigt grotendeels de in het boek vermelde feiten en bevat drastische aanbevelingen die tot een, koerswijziging in verband met de betrokken problemen kunnen leiden.


Dr. Briejèr zelf heeft stééds ernstig gewaarschuwd — ik herinner mij een gesprek met hem in 1954 — tegen de al te eenzijdige chemische bestrijdingsmiddelen. Hij wees met klem al jaren op biologische nadelen, die aan het gebruik daarvan zijn verbonden.

En hij is niet van mening veranderd. Integendeel, hij is er in versterkt door de feiten. In de voordracht waarmee hij de reeks opende, zegt hij: „Als de mens onvoldoende rekening houdt met de (natuur-) wetten en de verschijnselen van het leven op aarde, zullen de gevolgen daarvan noodlottig zijn. Ik ben van mening, dat het menselijk ras geen lang bestaan meer beschoren zal zijn als er niet een spoedige en drastische verandering komt in de instelling ten opzichte van het leven. De wetenschap van de biologie kan hier uitkomst bieden en het is bitter nodig, dat naar de stem van deze wetenschap beter wordt geluisterd dan op het ogenblik.




Strijdbaar

Wellicht zal men mij verwijten, dat ik een pessimistische kijk op de zaak heb. Maar met dergelijke verwijten komen we niets verder. De betrokken problemen moeten scherp en onbevooroordeeld worden onderzocht. Overigens heb ik het gevoel, dat ik een optimist ben, want ik probeer er beweging in te krijgen. Ik doe dat niet voor mijn genoegen, het zou voor mij beslist gemakkelijker zijn de hele rataplan te laten voor wat het is. Het zal mijn tijd wel uitduren. De tijd loopt echter met mij niet ten einde. Er zijn miljoenen kinderen die recht hebben op een goed leven tot het jaar 2025 of later en na hen komen weer anderen. Het is onze plicht ernstig en grondig te overwegen of de wereld, die wij hun zullen achterlaten, er een zal zijn waarin goed leven mogelijk is”.


Natuurlijke weerstand

Bij alle onderzoekers wordt de hoogste waarde gehecht aan het gewas met de grootste natuurlijke weerstand. Een sterk gewas is net als een sterk mens en een dito dier, het kan er tegen, het weerstaat de aanvallen van de parasieten, die steeds op de loer liggen en slechts wachten op een verzwakking van het gewas om hun slag te slaan.

Daarom zijn van zo groot belang de sterke bondgenoten bij de harmonische bestrijding, de goede cultuurmaatregelen als juiste bemesting en de juiste bodemconstellatie.


In direct en sterk verband hiermee kom ik met dr. Briejèr te spreken over de koolzuurbemesting. Hij zelf heeft deze indertijd met groot succes, ook financieel, in de praktijk toegepast.

 

Hij werkte toen in het bloembollenbedrijf en vond in 1927 als voordelen: aanzienlijke vermeerdering van de opbrengst in grootte — orde van 20 pct. tot meer dan 100 pct., afhankelijk van het gewas. Destijds werd hij ertoe gedwongen, omdat toen opeens niemand meer belangstelling had voor bloembollen (1930). Dat is thans veranderd.

Er zijn dus weer perspectieven voor de koolzuurbemesting, die inderdaad toepassing vindt bij de Westlandse groentecultures, doch die nog lang niet algemeen is. En dat is verwonderlijk. „Het koolzuur hebben de planten juist nodig voor een sterke opbouw en het vormen van reservevoedsel”, schrijft dr. Briejèr in zijn bekende brochure. „Het is volstrekt niet uitgesloten, dat door toepassing van allerlei middelen die de groei stimuleren (hij zal hebben bedoeld bepaalde kunstmeststoffen) zonder daarbij het koolzuurgehalte van de lucht te verhogen, verzwakte planten ontstaan die zeer gevoelig zijn voor ziekten”.


Technisch mogelijk

BEGASSING op het vrije veld was omstreeks 1927 — de tijd dat dr. Briejèr resultaten behaalde met zijn gebrekkige installatie — nog bezwaarlijk, omdat men toen slechts kon beschikken over zware en dure metalen buizen. Met plastic buizen of slangen is deze moeilijkheid opgelost. Het benodigde koolzuurgas is ook wel te vinden. Alles is allemaal eenvoudiger dan het lanceren van aardsatellieten en misschien nuttiger. Het gaat hier om ons eigen welzijn en vooral om dat onzer kinderen; en het is een oplossing, die grote moed vraagt. Er is periculum in mora, zonder dat men dit misschien beseft.




     BRON en KNIPSEL De Telegraaf 1964-04-17

 /  1960-1969  / DIVERSE 1964-04-17  



Naar knipsel

en bron



1954-12-04

Zeeuws landbouwblad

1957-02-23

Zeeuws landbouwblad

1957-06-15

Het Parool

1963-04-27

Trouw

1963-10-30

Trouw

1964-04-17

 De Telegraaf

1964-07-16

Het Vrije volk

1964-10-30

Prov. Zeeuwse Courant



BOEK

  ZILVEREN SLUIERS

1967-11-15

Alg. Handelsblad

1967-12-30

Leeuwarder Courant

1968-03-12

Nieuwsblad v/h Noorden

1969-01-18

Nederlands Dagblad

1969-12-15

Alg. Handelsblad

1969-02-27

De Telegraaf

1970-06-13

De Telegraaf

1970-09-28

Leeuwarder Courant



MEER Dr. C. J. BRIEJÉR

ni/nf