HOME

een terug

BRON Delpher: De Telegraaf 1970-06-13                    ook in MAP

 De mens gaat te gronde aan de

giftige cocktail van de techniek

Door André de Kromme

WAGENINGEN, zaterdag „Als er internationaal niet heel spoedig en drastisch wordt ingegrepen, zal zich nog ver voor het jaar 2000 een enorme catastrofe over de mensheid voltrekken.”

In deze sombere profetie van 25 woorden lest de Wageningse bioloog: dr. C. J. Briejèr aan het eind van een indrukwekkend betoog nog eens zijn visie neer op de volgens hem bijna grootste bedreiging van de mens: de veront-reiniging van ons milieu. Alleen de benauwende massaproductie van bacteriologische en chemische wapens acht hij nog griezeliger. “Maar”, zegt hij in zijn heerlijke kleine landhuis in het rustige Wageningen-Hoog — waar de indringende stank van de Edese AKZO-vestiging ook daar de mensen met de neus. op de milieuvervuiling drukt — „Als die bom niet het eerst barst, zal het 't uit zijn balans geraakte milieu zijn dat de mens de das omdoet.”

[....]

De bioloog dr. C. J. Briejèr is een van Nederlands meest vooraan-staande deskundigen op het gebied van "de insectenbestrijdings-methoden in de landbouw. Van 1937 tot 1947, was hij hoofd van het biologisch laboratorium voor Bestrijdingsonderzoek van Shell en daarna 18 , jaar lang directeur van de - Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen.

In 1965 werd hij benoemd tot raadadviseur van het ministerie van Landbouw.

Internationale bekendheid kreeg dr. Briejèr in 1967, door zijn boek „Zilveren Sluiers”, dat evenals het wereldberoemde werk van de Amerikaanse Rache1 Carson („Silent .Spring”) wijst op de dreigende catastrofe van uitholling van de natuur door de mens.

Het probleem van de milieu-vervuiling gaat dr. Briejèr bijzonder aan het hart, en hij laat dan ook geen gelegenheid voorbijgaan ernstig te waarschuwen. Zowel vele hoge ambtenaren als wetenschappelijke, collega's zijn bepaald niet altijd gecharmeerd geweest van Briejèrs vaak openlijk gespuide kritiek. Hij heeft zich echter nooit uit het veld laten slaan.

Naar aanleiding van het gisteren door ons gepubliceerde artikel van mr. dr. L.G. van Maasdijk, waarin deze pleitte voor een Ministerie voor Milieu- en Faunabeheer, vroegen wij dr. Briejèr naar zijn mening over een dergelijk ministerie. Ook tijdens dit gesprek gaf dr. Briejèr opnieuw uiting aan zijn verontrusting.

[....]

Praten, praten en nog eens praten. Daar zijn de mensen die met dit probleem te maken hebben sterk in. Maar visie en aanpak, ho maar! Ik voorspelde enige jaren geleden al dat men zich druk zou gaan maken over luchtverontreiniging, zodra het publiek stank zou signaleren. Dit is nl. iets dat iedereen kan waarnemen. Dit gebeurt nu dan ook. Maar die stank is maar een symptoom. Wat is er inmiddels al niet met de luchtsamenstelling en daardoor, met levens-belangrijke gewassen gebeurd?

Neem ook de insectenbestrijdingsmiddelen in de landbouw (specialisme van dr. Briejèr - AdK). Daar werd en wordt maar gepraat over gevaren en zelfs dodelijke bedreiging en we gaan maar door gigantische hoeveelheden vergif over de landbouwgronden uit te storten. En zo zijn er nog legio voorbeelden.

Heus, ik overdrijf niet als ik zeg dat de mens te gronde gaat aan de giftige cocktail van de techniek." Ziet dr. Briejèr dan ook weinig heil in een ministerie voor Milieubeheer?        Vervolg in knipsels ↆ

Gedeelte uit een lang interview met de

Wageningse bioloog dr. C. J. Briejèr:

BRON: "Wageningse bioloog dr. C.J. Briejèr: De mens gaat te gronde aan de giftige cocktail van de techniek Door André de Kromme". "De Telegraaf". Amsterdam, 13-06-1970. Geraadpleegd op Delpher op 04-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011198053:mpeg21:a0510

‘Naar knipsel

en bron

 /  1970-1979  / DIVERSE 1970-06-13  

in/fo