HOME

een terug

BRON  Krantenbank Zeeland:                                                    ook in MAP

ZLM. Land- en tuinbouwblad. 1958-09-06  

Gevaren van chemische bestrijdingsmiddelen

HOE GIFTIG ZIJN DEZE MIDDELEN?

D.D.T. (DDT) is al een oud middel, maar is lang onopgemerkt gebleven. Het werd het eerst bereid in 1874 en in 1939 herontdekt door J. R. Geigy te Bazel en onder de naam Gesarol in de handel gebracht, omdat het zeer werkzaam bleek te zijn tegen de coloradokever. In 1942 werd het geïntroduceerd in Engeland, waar het aan een uitgebreid onderzoek werd onderworpen. Het is voor insecten een contact- en maaggift en heeft Derris en Pyrethrum grotendeels verdrongen.

Het werkt op de zenuwen en zenuwuiteinden van de insecten. Het lost niet op in water en wordt maar heel langzaam ontleed, vandaar de lange werkingsduur. Eenmaal in het lichaam aanwezig, wordt het daardoor ook maar langzaam afgebro­ken; er kan dan opeenhoping komen, waardoor bij lang achtereen werken met DDT, chronische ver­giftiging kan optreden.

In de laatste oorlog (WO-II) is de grote zegetocht van het toen vrij onbekende DDT. begonnen en heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot verkorting van de oorlog. Het was nu nl. mogelijk tegen bepaalde ziekten krachtig op te treden. Het ging hierbij vooral om vlektyphus, een echte oorlogs­ziekte, en in de tropen mede tegen dysenterie en malaria.

Hoewel buiten het kader van deze artikelen, is het wellicht interessant hier in het kort iets over te zeggen.

De strijd tegen de vlektyphus is gericht tegen de overbrenger van de smetstof, de klerenluis,
In januari 1944 werden bij een grote vlektyphus­  epidemie in Napels 1.300.000 personen met DDT. behandeld. In 3 weken tijd was de epidemie onder­drukt. Voordien was het niet alleen onmogelijk geweest, maar was het een ramp geworden.

Aan Russische zijde daarentegen waren er 25 miljoen gevallen met 2½ à 3 miljoen sterfgeval­len.

Bij dysenterie en malaria ging het om het doden van vliegen en malariamuggen. Tevoren onbewoonbare tropische gebieden werden daardoor ge­schikt voor militaire bases.

De landbouw heeft volop geprofiteerd, en doet dat nog, van de sterk insectendodende werking met een lange werkzaamheid. De lezer zal wel bekend zijn, dat het helpt tegen coloradokevers, torren, kevers, knopmade, aardvlooien en motten.

Uit dit alles zou geconcludeerd kunnen worden, dat DDT, niet giftig is en er dus geen bescher­ming nodig is. Hoewel over de mate van giftigheid de boeken nog niet afgesloten zijn, is wel aan te nemen, dat DDT. niet ongevaarlijk is. Een be­wijs hiervoor is wel, dat sinds enige tijd bepaald is dat op fruit niet gespoten mag worden binnen 4 weken vóór de pluk. Al is dan de veiligheids­marge vrij groot, er zijn toch wel vrij ernstige ziekteverschijnselen toegeschreven aan DDT. In een oplosmiddel als kerosine en olie is de kans op vergiftiging groter, dan wanneer het als poeder gebruikt wordt. Het kan dan n.l. door de huid opgenomen worden. DDT. wordt bij opname in het lichaam vooral opgehoopt in het vetweefsel, gebruikt daarom nooit melk als tegengift wanneer DDT. ingeslikt is, het lost er in op.

Nu iets over vergiftigingsgevallen.

Bij een 10-tal personen ontstond, na een maga­zijn bespoten te hebben met DDT.-oplossing, misselijkheid, braken, duizeligheid en hik.

DDT.-poeder in het oog gaf aanleiding tot vrij langdurige blindheid en hoofdpijn.

Iemand, die gedurende ± een week wat DDT. over de huid had gekregen, kreeg een gezwollen hand, een doof gevoel in de hand, verlamde arm, hoofdpijn, koorts en voortdurend braken.

In een Engels medisch tijdschrift werd vermeld, dat iemand, na het per abuis drinken van een DDT.-oplossing, waardoor hij 6 gram DDT, naar binnen kreeg, stierf. De bekende onderzoekers Stammers en Whitfield geven als dodelijke dosis aan 250 mgr. per kg lichaamsgewicht.

Genoeg over voorbeelden; zij werden genoemd om aan te tonen, dat DDT. toch niet geheel ongevaarlijk is. Houders van huisdieren, weest ook voorzichtig met uw hond en poes en het kanariepietje, zij zijn gevoeliger dan de mens.

 /  1950-1959  / DIVERSE 1958-09-06  

KENMERKEN VAN DE VERGIFTIGING.

Tussen het optreden van klachten en het ge­vaarlijk ziek worden ligt een ruime marge. Dit is belangrijk, omdat, wanneer bij deze eerste verschijnselen het werk gestaakt wordt, geen ern­stige gevolgen te duchten zijn.

Deze verschijnselen zijn:

1e. overgevoeligheid voor geluidprikkels;

2e. verminderde eetlust;

3e. krampen of trillingen in de willekeurige spieren;

4e. nervositeit, onrust en slapeloosheid.

Het duidelijkst merkbaar is het ad 3 genoemde.

Er zijn meer halogeen derivaten dan DDT. In de volgorde van matig giftig tot zeer giftig zijn het DDT. chloordaan, HCH, lindaan, heptachloor, toxafeen, aldrin, dieldrin en endrin.

Deze volgorde wetend, zullen dus in dezelfde toenemende mate de beschermende maatregelen des te nauwkeuriger genomen moeten worden.

VOORZORGEN:

1e. wees vooral met opgeloste DDT. voorzichtig, bescherm de handen en reinig de huid als daarop gemorst is;

2e. vermijd inademing en zorg dat het niet in de ogen komt, draag dus een beschermende bril en stofmasker, vooral bij het bereiden;

3e. reinigen na het werk is gewenst;

4e. staak het werk bij de eerste vergiftigingsver­schijnselen;

5e. berg ook DDT. goed op, zodat geen vergis­ sing mogelijk is.

Door het per abuis gebruiken van DDT. voor het bakken van taartjes werden in Frankrijk 25 personen vergiftigd. Dus alleen weer slordigheid.....Alleen Franse?

DERRIS.

Derris is evenals pyrethrum een aanrakingsgift voor insecten met een snelle maar kortdurende werking. DDT. heeft deze middelen grotendeels verdrongen al worden ze dan nog wel gebruikt. De werkzaamheid wordt bepaald door het rotenongehalte, terwijl ze ook een harsachtige stof bevatten.

De algemene giftigheid voor de mens is gering, bij inademen van grote hoeveelheden komen, wel algemeen vergiftigingsverschijnselen voor. De huid en slijmvliezen kunnen wel beschadigd worden.

Derrispoeder gaf een ontsteking van de oogbindvliezen en het hoornvlies. Ook kwam voor ontste­king van mond, neus en lippen met korstvorming en huidontsteking. Niet alleen hier maar in het algemeen aandacht besteden aan bescherming van de huid is nodig. In de verslagen van de Arbeidsinspectie uit een paar willekeurig genomen jaren kwamen respectievelijk van de 791 gevallen 600 en van de 1865 gevallen 800 voor rekening van land- en tuinbouw.

BESCHERMING:

1e. Bescherm de ogen met een stofbril;

2e. draag een stofmasker vooral bij het bereiden in een gesloten ruimte;

3e. meng niet met de handen; indien het moet bescherm ze dan.

                                                                                                 MEDICUS.

BRON: via https://Krantenbankzeeland.nl    (Op datum en zoekwoord)

‘Naar knipsel

en bron

in/fo