© www.dode-lente.nl



 HOME

een terug

 Boek  DODE LENTE

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1960 - 1969 lijst

volgende

En wat nog erger was: het bleek dat de insekten ongevoelig werden voor het vergif. Deense geleerden deden op een kwade dag deze ontstellende ontdekking. Zij zagen vliegen, die onbekommerd rondliepen op een stuk DDT alsof het suiker was. En dat bleven doen zonder er ook maar op enige manier schadelijke gevolgen van te ondervinden. Nadien is de wedloop tussen de chemische industrie en de insekten begonnen. Vol positief vertrouwen in de kunde van de wetenschapsmens die ook de grillen van de natuur zou weten te doorgronden, kwam de chemische industrie met het ene bestrijdingsmiddel na het andere.


Tot dusver hebben de insekten echter nog steeds een voorsprong in die wedloop. Telkens wanneer de mens dacht ze te hebben ingehaald sprongen ze weer een stukje verder waarna weer een heleboel speurwerk in de laboratoria kon beginnen.

In de loop der jaren zijn de bestrijdingsmiddelen steeds maar geraffineerder geworden en ook steeds meer gericht op één bepaalde groep insekten. Ongelofelijk ingewikkelde studies en laboratoriumproeven zijn daaraan voorafgegaan, maar tot dusver is de natuur altijd nog ingenieuzer gebleken.


Bovendien wordt er een enkele keer nog wel eens een 'foutje' gemaakt zoals dit voorjaar in Oostelijk Flevoland, waar door een vergissing honderden bijenvolken het leven lieten omdat zij bij een bestrijdingsactie niet tijdig in de korven waren geborgen.


Ongetwijfeld heeft het voor de chemische industrie alle zin om op de weg van de bestrijdingsmiddelen te blijven, want de moderne landbouw, tuinbouw en fruitteelt, niet alleen in Nederland maar vrijwel overal, vormt een enorm afzetgebied dat ook nog steeds bereid is er voor te betalen. Oók alweer omdat de consument bereid bleek méér te betalen voor mooie gave groenten en vruchten.


Wat wetenschapsmensen zijn echter in het krijt gestapt omdat zij menen dat de chemische bestrijdingsmiddelen ten slotte toch geen oplossing brengen voor het vraagstuk van de schadelijke insekten, de schimmels, de sporen die besmettelijke ziekten overbrengen. De stelling dat het laatste levende wezen op aarde een insekt zou zijn, vinden zij wel wat al te kras, maar zij maken zich toch ernstig zorgen over het ontstaan van schadelijke groepen, die niet meer te verdelgen zijn.


Te meer, omdat door de bestrijdingsmiddelen, die vooral in de eerste jaren te pas en te onpas zijn gebruikt, nogal wat natuurlijke vijanden van deze groepen zijn uitgedund. Het biologisch evenwicht is daardoor verstoord. Schadelijke insekten, die bestand zijn,tegen bestrijdingsmiddelen, kunnen zich soms ongestoord vermeerderen en alles dreigt te gaan in de richting van een bijzonder gevaarlijke kringloop.




Bron Delpher: Het Vrije Volk 1960-08-25                                       ook in MAP


Bestrijdingsmiddelen inzet van grote strijd


Bestrijdingsmiddelenwet zal de nieuwe wet heten waarvoor dezer dagen bij de Tweede Kamer het ontwerp is ingediend. Het ontwerp bevat nieuwe regelen met betrekking tot de handel in en het gebruik van bestrijdings-middelen in land- en tuin- en bosbouw. De wet is gericht op de deug-delijkheid van de middelen, maar ook op de veiligheiden gezondheid van mens en dier. Wat er achter deze wet zit en wat zich erom afspeelt, vertelt onze landbouwredacteur u in bijgaande artikelen.

 

(Van onze landbouwredactie)

Er is een grote, maar weinig luidruchtige, strijd gaande tussen de chemische industrie, met Koninklijke Shell en Philips voorop, en wetenschapsmensen die menen dat chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw niet moeten worden toegepast omdat ze van kwaad tot erger leiden.


'Het laatste levende wezen: op aarde zal een insekt zijn,' zeggen de laatsten. 'Hoe groot de ontsnappingsmogelijkheden en het aanpassingsvermogen van de insekten ook is, we krijgen ze eronder,' zeggen de eersten. Zij wijzen daarbij op hun laatste triomf: een bijzonder selectief middel, dat alleen één bepaalde soort insekten treft en dan nog wel op een ingenieuze manier. Het beest zelf, dat men door een vergrootglas moet bekijken, blijft leven maar het brengt alleen levenloze jongen voort.


'Resistentie is het enige middel dat de mens nog kan redden van de ondergang in de strijd tegen de insekten.' zeggen de anderen weer. En: 'We moeten het biologisch evenwicht herstellen,' d.w.z. de natuur zelf moet de bestrijdings- en afweermiddelen leveren.


Beide partijen laten het niet tot een platvloerse ruzie komen. Er zijn geen openbare meetingen, maar wel bestoken zij elkaar met de verfijnde wapenen, die de moderne wetenschap eigen zijn. De chemische industrie vindt daarbij nog een andere tegenstander tegenover zich, die wel weinig aan het debat deelneemt, maar dag in dag uit bezig is de positie van de bestrijdingsmiddelen te ondermijnen. Dat is de speurderkweker van nieuwe rassen van landbouwgewassen.


In feite komt het er op neer dat de chemische industrie allerlei bestrijdingsmiddelen is gaan produceren tegen insekten, schimmels, sporen enz., die schade aan de landbouwgewassen berokkenen. Het tragische was dat grote aantallen vogels en andere dieren, die de natuurlijke vijanden waren van de schadelijke beesten en schimmels door de giftige bestrijdingsmiddelen eveneens het leven lieten. Door het ingrijpen van de mens op grote schaal — men doet het zelfs met vliegtuigen — werd het natuurlijke evenwicht verstoord.




Andere wegen

Daarom wordt in deze kringen steeds nadrukkelijker de vraag gesteld of het niet de hoogste tijd is om andere wegen te kiezen bij de bestrijding. Zonder voorbehoud erkent men het nut dat de chemische bestrijdingsmiddelen, zeker in het verleden, hebben gehad. Ook nu kan men nog moeilijk zonder, maar zij vinden het niet de weg voor de toekomst. Die weg leidt veel meer naar het kweken van rassen, die zelf voldoende afweer hebben tegen allerlei belagers. 'Op die manier wordt ook het evenwicht in de natuur hersteld,' zeggen zij.


De felste tegenstanders van de chemische industrie betogen echter dat die industrie begonnen is en voortgaat met het produceren van bestrijdingsmiddelen om de hele landbouw, van zich afhankelijk te maken.

De feiten schijnen hun op het ogenblik gelijk té geven, want wanneer de chemische industrie zou staken zouden heel wat boeren en tuinders en fruitkwekers met de handen in het haar zitten, maar... de chemische industrie ook.


Toch zouden er zonder die bestrijdingsmiddelen nog steeds appels en peren met wormsteek, aardbeien met een door, slakken aangevreten stuk, veel méér sla met luizen (de schrik van de huisvrouw) en veel duurdere bloemkool zijn. Er is niemand, die de chemische industrie dit resultaat kan ontzeggen. Aan de andere kant zouden er echter nog veel meer vogels leven en er zouden ook nog veel meer andere natuurlijke bestrijders bestaan.


Op de veredelingsbedrijven heeft men dit probleem, waarmee ook de voeding van de hele wereldbevolking is gemoeid, eveneens aangepakt, maar dan van een andere kant. Met behulp van meestal wilde rassen probeert men nieuwe rassen te kweken, die zelf weerstand kunnen bieden.

'Resistentie' is het woord dat hier opgang doet. Het is een karwei dat meestal jaren vergt, maar er komen resultaten. De lijst met rassen die resistent zijn tegen bepaalde schimmels en sporen wordt! steeds langer. Iedere nieuwe aanwinst betekent een terrein-verlies voor de chemische industrie omdat hier sprake is van een concurrentie, waartegen zij niet op kan. Niet spuiten is altijd goedkoper dan het wel doen en de agrariërs zijn gevoelig voor dat soort dingen.”


Bacteriën

Met de bestrijding van schimmels en sporen, die ziekten verbreiden, ligt deze zaak het eenvoudigst, voor het terrein van de insekten het moeilijkst. Eén van de laatste nieuwtjes op dit gebied is dat Canadese onderzoekers bacteriën hebben gevonden; die deze schadelijke insekten het leven zuur maken terwijl ze voor mens, dier en plant geen gevaar opleveren. Misschien komt van die kant de voorlopige oplossing van een probleem, waarover velen zich thans buigen.


Dat het een definitieve oplossing is, kan men voorlopig nog niet verwachten daarvoor zijn de. Grillen van de natuur nog te ondoorgrondelijk.




 /  1960-1969  / DIVERSE 1960-08-25  

Naar knipsel

en bron

"BRON: WET BEOOGT VEILIGHEID!". "Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad". Rotterdam, 25-08-1960. Geraadpleegd op Delpher op 12-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010951135:mpeg21:a0245

    BRON en KNIPSEL  25 augustus 1960

WET BEOOGT VEILIGHEID!


(Van onze landbouwredactie)

De toepassing van chemische en giftige bestrijdingsmiddelen in de landbouw heeft niet alleen in ons land maar ook elders veel ongerustheid doen ontstaan. Velen vreesden dat zij langzaam vergiftigd zouden worden of dat hun gezondheid ernstig zou worden geschaad door de talrijke sterk giftige stoffen, die worden gebruikt.

In Duitsland zijn felle acties gevoerd. Er verschenen zelfs een paar boeken naast, een groot aantal vlugschriften over het dreigende gevaar. In Amerika liet men zich evenmin onbetuigd en ook in ons land is het gevoel van onbehagen blijven bestaan. hoewel er slechts heel schaarse berichten zijn over ongevallen die de verbruikers hierdoor zijn overkomen. In verhouding tot de hoeveelheden vergif, die worden gebruikt, zijn die gevallen zóschaars dat men ze zou kunnen verwaarlozen ware het niet dat er iedere keer een mensenleven op het spel stond.


Een veel directer gevaar leveren de giftige stoffen op voor degenen die er dagelijks mee omgaan en voor hun familieleden. Het is op het ogenblik heel gewoon dat een tuinder of fruitteler voldoende vergif in zijn schuur heeft om er een paar honderdduizend mensen verder leven onmogelijk mee te maken. - Er zijn slachtoffers gevallen bij het spuiten met de bestrijdingsmiddelen omdat niet de nodige veiligheidsmaatregelen waren genomen.


Er zijn, ook dit jaar weer, kinderen door om het leven gekomen omdat het vergif onder hun bereik stond. Meestal zijn de stoffen ook zodanig dat na gebruik weinig meer baat.


Van alle kanten en zeker door de instanties, die tot taak hebben voor de volksgezondheid te zorgen, wordt zoveel mogelijk gedaan om ongelukken te voorkomen. Groenten mogen gedurende een vastgestelde tijd vór de oogst niet bespoten worden, fruit evenmin.

De Keuringsdiensten voor Waren zijn er heel fel op wanneer iemand het zou wagen deze voorschriften te overtreden. Bovendien zijn de producenten zelf over het algemeen ook bijzonder voorzichtig met dit soort zaken omdat zij weten dat én onachtzaamheid rampzalige gevolgen kan hebben.


Wanneer dus een veiligheidstermijn in acht wordt genomen, blijft er bij de oogst niets meer over op de gewassen. En, mocht dat toch nog het geval zijn dan verdwijnen de laatste restanten bij het wassen in de keuken. Daarom is er steeds op gewezen dat wij geen ongewassen groenten of fruit moeten gebruiken. Beter is het het fruit altijd te schillen.


Omdat de chemische bestrijdingsiniddelen vooral na de oorlog een grote vlucht hebben genomen in een betrekkelijk kort aantal jaren, kregen alle beschermende maatregelen van de overheid een incidenteel karakter.

De ministers van Landbouw en Visserij en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van de vorige regering hebben daarom een paar commissies opdracht gegeven de hele wetgeving op het gebied van de bestrijdingsmiddelen te regelen.

En nu ligt er dan een wetsontwerp dat door de ministers Marijnen en Van Rooy bij de Tweede Kamer is ingediend.

De hoofdzaak van dit wetsontwerp is het verbod een bestrijdingsmiddel in de handel te brengen en toe te passen als dit middel niet door een. bevoegde instantie op zijn deugdelijkheid, is beproefd en als er geen waarborgen bestaan, dat redelijkerwijs bij toepassing geen ontoelaatbare gevolgen zullen ontstaan.

De nieuwe wet maakt het mogelijk voorschriften te geven voor een verantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen, het verwijderen van resten op het bespoten gewas, en het bewaren van lege verpakkingen.

Daarmee zal dan ook een eind worden gemaakt aan de slordigheden, die kortgeleden in Friesland tot ernstige gevolgen hadden kunnen leiden. Men vond daar langs de slootkant een paar lege zakken van bestrijdingsmiddelen. In de hoeken zat echter nog voldoende om de levens van tientallen mensen in gevaar te brengen.

 

Deze voor onze volksgezondheid belangrijke wet, geeft ook de mogelijkheid voor te schrijven hoeveel restanten van het gif op levensmiddelen mogen overblijven zonder dat dit schadelijk is. Want. laten we niet vergeten, ons lichaam is wel bestand tegen een stootje gif: het moet niet alleen allemaal tegelijk zijn.


Bij alle veiligheidsmaatregelen zal de nieuwe wet ongetwijfeld een nog grotere zekerheid gaan garanderen, maar of alle ongelukken erdoor voorkomen kunnen worden wagen we te betwijfelen. Een zeker risico zal er altijd blijven bestaan, maar naar verhouding is dat risico in het verkeer veel en veel groter.




    Uit zelfde Courant

ni/nf