© www.dode-lente.nl
HOME
een terug
voorgaande |
1960 - 1969 lijst |
volgende |
SITE DODE-LENTE.NL
"VAN BEFAAMD NAAR BERUCHT Verbod gebruik van DDT vooral van psychologische waarde". "De tijd : dagblad voor Nederland". Amsterdam, 19-04-1969. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2019,
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011238266:mpeg21:a0159
BRON Delpher: De Tijd 1969-04-19 ook in MAP
Van befaamd naar berucht
Verbod gebruik van DDT vooral van psychologische waarde
Van onze speciale verslaggever P. Van der Eijk
DEN HAAG, 19 april – Het Voornemen van de overheid geleidelijk aan het gebruik van DDT geheel te gaan verbieden heeft meer psychologische dan praktische waarde. Dat is de teneur van de reacties van een aantal deskundigen over deze ontwikkeling. Het eertijds befaamde, maar geleidelijk aan berucht geworden verdelgingsmiddel, dat meer nog de mensen dan de insecten lijkt te gaan bedreigen, wordt de laatste jaren nog maar in betrekkelijk geringe hoeveelheden gebruikt.
Niet zozeer omdat de industrie, die de preparaten aanmaakt, en de land- en tuinbouw, die er gebruik van maakt, zich vrijwillig het gebruik hebben ontzegd, verantwoordelijk als zij zich zouden voelen voor een fatale verontreiniging van lucht, land en water, maar eerder omdat het steeds minder effectief is geworden. Vele insectensoorten, waaronder huisvliegen, zijn ten koste van miljarden slachtoffers, ongevoelig geworden voor het gif.
De waarde van dichlorodifenylthrichloorethaan, afgekort tot het mondzamer deedeetee, als insectenbestrijdingsmiddel werd kort voor de wereldoorlog onderkend. Tijdens de oorlog werd er door de geallieerden een dankbaar gebruik van gemaakt voor de bestrijding van luizen en vliegen, malaria en vlektyfus. Na de oorlog ging het een steeds ruimere toepassing vinden, met name tegen insecten die schadelijk waren voor land-, tuin- en bosbouw.
Al vrij spoedig kwamen er waarschuwingen van deskundigen tegen het ongelimiteerde gebruik. De stof had namelijk de kwalijke eigenschap dat zij vrijwel niet werd afgebroken in de natuur: via de bespoten gewassen kwam het in de insecten, in de vogels, in de roofvogels. Via het water kwam het ook in het plankton, in vissen en in visetende vogels. De laatste schakel van zo'n voedselketen gaat vaak ten gronde aan het gif; via regen, stof, rivieren en zeeën zijn minuscule deeltjes DDT nu over vrijwel de gehele wereld verspreid: de stof werd teruggevonden in zeer geïsoleerd levende pinguïns aan de pool en in vissen die honderden meters onder de oppervlakte van het zeewater leven.
Ook de mensen hebben DDT binnengekregen: via groenten en fruit, de melk van koeien en gewoon, omdat er bij de bestrijding van vliegen en vlooien achteloos mee werd omgesprongen in en om het huis. Acuut giftig is DDT niet. Het kon dan ook tot voor kort nog vrij verkocht worden, zelfs zonder de waarschuwende doodskop op de verpakking. Maar op langer termijn kan het in bepaalde concentraties gevaarlijk worden voor de mens: het hoopt zich op in de vetklieren en wanneer door wat voor oorzaak ook het lichaam zijn reservestoffen gaat aanspreken, kan het vrijkomen en desastreus werken op bepaalde organen.
Dezelfde eigenschappen worden teruggevonden in andere zogenaamde „gechloreerde koolwaterstoffen” als aldrin en dieldrin, die eveneens druk gebruikt worden in de landbouw en die aan tienduizenden vogels het leven hebben gekost. Het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid heeft verklaard dat het in de bedoeling ligt ook deze middelen te gaan verbieden in de toekomst. Al deze bestrijdingsmiddelen zijn verantwoordelijk geweest voor een alarmerende verstoring van het biologisch evenwicht waartegen op menig internationaal congres ernstig gewaarschuwd is. Boeken als „Dode lente” in Amerika en „Zilveren sluiers en verborgen gevaren” van de oud-directeur van de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen, dr. C. J. Briejèr, droegen ertoe bij de publieke opinie in beweging te brengen.
Dat de gevaren al lang worden ingezien mag blijken uit het feit dat in 1958 in Nederland de werkgroep Geïntegreerde bestrijding van plagen T.N.O. werd opgericht, een uitgebreide groep wetenschappelijke werkers die zich intensief ging bezig houden met het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de gevolgen van chemische bestrijding van insecten en die zocht naar vervangende mogelijkheden.
Zij stelt zich ten doel te zoeken naar meer selectieve en minder gevaarlijke stoffen, naar bestrijding van schadelijke insecten door het inzetten van natuurlijke vijanden, naar de mogelijkheden van uitroeiing door gebruikmaking van gesteriliseerde mannetjes en door studie naar het synthetisch maken van lokstoffen. waarmee bepaalde insecten plaatselijk kunnen worden geconcentreerd.
Men wil een fictief „liefdesluchtje” gaan verspreiden, waar de insecten op af komen zodat ze eenmaal op enkele plaatsen geconcentreerd gemakkelijker bestreden kunnen worden. In het boekje „Leven met in sekten” dat kortgeleden is uitgekomen wordt een overzicht gegeven van de vele studies en wetenschappelijke en praktische resultaten die de werkgroep heeft bereikt.
Ongrijpbaar
Ook voor de land- en tuinbouw zelf zijn de onderzoekingen van groot belang omdat, zoals gezegd, vele insecten resistent zijn geworden tegen het gif. Plotseling kwamen er van een bepaalde soort exemplaren die geen hinder hadden van de tot dan gebruikte giften. Omdat hun nakomelingen dezelfde eigenschappen bezitten bestaat in vrij korte tijd de gehele familie uit exemplaren die ongrijpbaar zijn geworden.
Een woordvoerder van een chemische industrie, die DDT-preparaten invoert en aanmaakt zegt: “De hoeveelheid DDT die nog in Nederland wordt gebruikt is gering. Voor huishoudelijk gebruik is het nu definitief verboden en voor land- en tuinbouw wordt het steeds meer beperkt. Maar er gaat niet meer dan voor enkele honderdduizenden guldens per jaar in om, ongeveer tien keer zo weinig als zo'n tien jaar geleden. Het verbod is dan ook geen ramp voor de industrie. Overigens vinden we wel dat de schadelijkheid ervan wordt overdreven”.
Ir. Vlasveld, consulent voor de ziektebestrijding in de tuinbouw van de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen zegt dat in de fuitteelt DDT alleen nog maar gebruikt mag worden tot en met de eerste bespuiting na de eerste bloei, met als absolute einddatum 15 juni. Eerst mocht er enkele maanden langer met DDT gespoten worden. Noch de heer Vlasveld noch de Fruittelers-organisatie zien daar grote moeilijkheden in, ook al omdat DDT niet veel meer gebruikt werd.
Er zijn andere, effectievere middelen voor in de plaats gekomen, bij voorbeeld omdat bij de spintbestrijding bij gebruikmaking van DDT ook de natuurlijke vijanden van de spintmakers werden gedood. De heer Vlasveld zegt dat er nu zo lang voor de oogst van appels, peren en kersen wordt gespoten met DDT dat er bij consumptie niets meer van de stof op de vrucht over kan zijn. Het is echter wel ergens anders, waar dan ook, terecht gekomen wat een blijvende verontreiniging van het milieu betekent. Daarom is ook hij wel verheugd dat het gebruik beperkt gaat worden, afgezien van het aanwezige psychologisch effect.
In keuken
— Eet ir. Vlasveld zelf wel eens een ongeschild appeltje?
„Nou, nee, maar niet vanwege de DDT. Ik ben bang voor andere stoffen zoals lood, dat op de schil komt wanneer de boomgaard dicht bij een autoweg ligt; en er uitlaatdampen door heen komen”. Een veel groter gevaar ziet ir. Vlasveld in het gebruik van DDT- thuis dat nu verboden is. „Er werd gewoon mee in de keuken gespoten waar het op het eten kon komen”.- In de groenteteelt is het gebruik van DDT om praktische reden al vrijwel afgeschaft.
Dr. D. Hillenius, conservator van het Zoölogisch Museum in Amsterdam, die onlangs nog een indrukwekkende tentoonstelling heeft ingericht „Natuur en mens”, waarin de gevolgen van de verontreiniging van het milieu door de mens op aangrijpende wijze aan de kaak werden gesteld, zegt: „Het gaat natuurlijk niet om DDT alleen maar ook om aldrin en dieldrin. Onlangs werden ze verboden maar er was een „ontsnappingsclausule", dat de oude voorraden mochten worden opgemaakt. Het resultaat was opnieuw honderden dode vogels, waaronder kraanvogels en buizerds”.
“Toch heeft zo'n verbod zijn psychologische waarde: iedereen wordt ervan doordrongen dat we voorzichtig met die spullen moeten zijn. We weten trouwens nog zoveel niet. We hebben al ervaren dat het omgaan met bepaalde plastics longbloedingen en huidaandoeningen kan veroorzaken”.
/ 1960-1969 / DIVERSE xx
in/fo
Biografie-1 |
Biografie-2 |
Biografie-3 |
Invloed-01 |
SITEMAP |
GEGEVENS |
ZOEKEN |
Oskam-01 |
1991 MJPG |
2010 gebruik |
2012 gebruik |
2016 gebruik |
afzet/gebruik |
Grondgebruik-01 |
Niet landbouw |
Gedrag |
NEFYTO |
Verstild Voorjaar 2022 |
Rachel Carson na 60 jr 2022 |
vóór 1940 |
1940-06-16 |
Colloradekever |
1e maal DDT |
Rupsenplaag |
USA DDT |
Nobelprijs |
Nevelspuit |
Rijnvervuiling |
ZLM rapport |
1954-07-19 |
Dr. Briejér |
Dr. Briejér |
lijst 1960-1969 |
gifgebruik 1960 |
The New Yorker |
8 x silent spring |
5 X dode lente |
Rachel Carson † |
2 X zilveren sluiers |
1980-1989 |
1990-1999 |
2000-2009 |
2010-2019 |
2020-2029 |
1980 Lekkerkerk |
1980 Volgelmeer.p. |
1981 Westland |
1982 Zure regen |
40 Jr. GIF |
1986 Tsjernobyl |
25 jr dode lente |
1989 CFK's |
1989 MJP-G |
1989-11-06-07 Noordwijk |
bodemsanering |
Meerjarenplan |
1990-12-19 |
Zenuwziekten |
MJP-G |
1992-03-10-2 |
Bestrijdingsmiddelen |
MJP-G |
Vrije zone |
2002-06-05> |
2004-06-06 |
2008-10-01 |
2013-05-13 |
Boek walsh 2014 Intro |