© www.dode-lente.nl



 HOME

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1970 - 1979 lijst

volgende

een terug

 Boek  DODE LENTE

"De Volkskrant 21-07-1973.

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010849507:mpeg21:p008


De  wet  van behoud van  ellende

IN de discussie over oorzaken, ernst en oplossing van de milieucrisis zijn ongeveer evenveel denkrichtingen te vinden als er problemen zijn. Er zijn bijvoorbeeld mensen, zoals de Amerikaanse bioloog Paul Ehrlich, die menen dat alle narigheid te wijten is aan de explosieve bevolkingsgroei en dat de wereld niet meer van een reeks grote rampen te redden is. Zijn landgenoot Barry Commoner daarentegen zoekt de oorzaak eerder in de opkomst van de moderne technologie en de uitbuiting van het arme deel van de wereld door een klein aantal rijke landen.


Ainderen schrijven de schuld uitsluitend toe aan het kapitalistische systeem en zijn consumptiemaatschappij. Het Rapport van de Club van Rome heeft een groeiende stroming op gang gebracht, die .stopzetting van de materiële groei eist op straffe van ondergang van de wereld. Weer anderen zeggen dat die ondergang eerder dreigt door het bestaande sociale onrecht en dat alle bezorgdheid over het milieu slechts een vlucht uit de werkelijke problemen is. En tenslotte zijn er heel wat mensen die geloven dat de crisis met nieuwe  wetenschappelijke vindingen en moderne technieken kan worden overwonnen.


Een interessante poging om alles wat tot dusver over het milieu werd gezegd en geschreven op een meer fundamenteel vlak in verband te brengen is het boek „De  wet  van behoud van  ellende"  van ir  Hans  Peters, lector in de chemische gezondheidstechniek aan de Technische Hogeschool Twente. De titel is een variant op de bekende  wet  van behoud van energie en de kern van het betoog van  Peters  is dan ook dat vervuiling evenals energie gehoorzamend aan fysische  wetten nooit verloren gaat. Als je de  ellende  op de ene plaats wegwerkt, verschijint zij in een andere vorm weer op een andere plaats. Met louter technische maatregelen kan dit probleem niet worden opgelost.


Er zijn voorbeelden genoeg die dit aantonen. Een waterzuiverings-insiallatie kan het water slechts zuiveren met energie, die elders vervuilend moet worden geproduceerd. De zuiveraar blijft met het afvalslib zitten en moet dit dan vaak verbranden, wat weer luchtvervuiling geeft. Hergebruik van blik en wegwerpflessen in de grondstoffenfabricage vraagt ook vervuilende emeirgieprodiuktie. Aan de andere kant levert het spoelen van retourflessen in de fabriek sterk vervuild afvalwater op.


In zoverre is de  wet  van behoud van  ellende  en de daaruit voortvloeiende conclusies natuurlijk niets nieuws. In een wat andere formulering is zij terug te vinden in het werk van de Amerikaanse professor Jay Forrester, die de theoretische grondslag voor het computer-wereldmodel in het rapport van det Club van Rome heeft gelegd.


Maar  Peters  gaat ook na waarom het allemaal zo werkt. Hij wijst op een nauw verband met de tweede hoofdwet  van de thermodynamica, die zegt dat alle energie in het heelal slechts van hogere naar lagere niveaus kan gaan. Het gevolg is een toenemende wanorde, die met een moeilijk woord entropie wordt genoemd. Het bereiken van een hogere orde op een bepaalde plaats is alleen mogelijk als er ergens anders een grotere chaos ontstaat.


Dit klinkt allemaal erg theoretisch, maar het kan onmiddellijk in de realiteit worden vertaald. Grondstoffenvoorraden worden door de industrie verwerkt tot produkten, die tenslotte als afval over een groot oppervlak verspreid raken. Alle mogelijke soorten energie vervallen bij opwekking en gebruik tot afvalwarmte, die in de biosfeer wordt verspreid en er niet meer uit kam worden teruggewonnen. Het natuurlijke evenwicht wordt verstoord, waardoor het milieu vervuilt.


Kortom, alle menselijke activiteiten, ook al zijn ze plaatselijk of tijdelijk gericht op ordening, veroorzaken over het geheel genomen een grotere entropie of wanorde.  Peters  vraagt zich in dit verband af of entropie niet een betere maat zou kunnen zijn om de uiteindelijke grenzen van de menselijke activiteiten zichtbaar te maken dan een economische becijfering, zoals Hueting die enkele jaren geleden heeft voorgesteld.


Voor het verklaren van de nietmateriële milieufactoren zoekt  Peters  steun bij de systeem- of relatietheorie, die in de cybernetica of stuurkunde wordt toegepast. Volgen deze theorie bestaat er een zodanig verband tussen ruimtelijke ordening en ordening in de tijd dat bijvoorbeeld grote verandering (tijdsversnelling) gepaard gaat met geringe ruimtelijke variatie. Deze ingewikkeld klinkende betrekking verklaart bijvoorbeeld het samengaan van massaproduktie met eenvormigheid van gebruiksvoorwerpen in een groot gebied, en in het geval van bijvoorbeeld de Coca Colafles zelfs over de hele wereld. Of de vernieuwingsdrift van stadsontwikkelaars met de monotone en vervreemdende gelijkheid van de moderne woonkazernes, kantoren en fabrieken.


Het kan geen verbazing wekken dat  Peters  de voortschrijdende wanorde in ruimte en tijd wil bestrijden met het aan de cybernetica ontleende begrip tegenkoppeling: een stel maatregelen die harder ingrijpen naarmate de ontwikkeling verder van het gestelde doel dreigt af te wijken. Dat doel is een min of meer gestabiliseerde wereld naar het model van de Club van Rome en de Engelse Blauwdruk voor Overleving, waarin bevolkingsgroei, produktie, grondstoffenverbruik en vervuiling zodanig zijn afgeremd dat de bewoners nog zo lang mogelijk in een optimaal welzijn kunnen blijven leven.


Voor de nodige tegenkoppeling predikt  Peters  een „witte revolutie", samengesteld uit een blauwe, groene en rode revolutie. Een nieuwe gevoeligheid tegenover de natuur en de bereidheid af te zien van een overmaat aan materiële goederen, terugkeer naar een landbouw op basis van biologische principes en een gedecentraliseerde samenleving kleine zelfstandige leefgemeenschappen die op socialistische beginselen is gebouwd.


Het doorbreken van de machtsstructuren, die de „witte revolutie" van  Peters  in de weg staan, blijft in dit boek buiten beschouwing. Maar er wordt wel in duidelijk gemaakt waarom de symptomenbestrijding, die het huidige milieubeleid in Nederland en andere landen kenmerkt, alleen maar het behoud van  ellende  tot gevolg heeft. En dat is een goede aanzet om tot andere gedachten te komen.



Nieuwsblad v/h Noorden 1973-11-29

 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011016797:mpeg21:p004


Dat „wegwerpen" heeft ook ir.  Hans  Peters, lector chemische gezondheidstechniek aan de Technische Hogeschool Twente, bijzonder bezig gehouden. Hij schreef er een boek over met de opmerkelijke titel „De  wet  van het behoud van  ellende", een boek dat beschouwd wordt als het beste milieuboek van het jaar. Hij zegt in een interview in Elseviers Weekblad: „Het is een illusie te geloven, dat de techniek de huidige grote milieuproblemen de baas kan. Integendeel. Volgens de  wet  van behoud van  ellende  kan alleen nog een grotere chaos het resultaat zijn. Het gaat er namelijk niet alleen om bepaalde dingen te doen, maar om bepaalde dingen na te laten."

Ir.  Peters  kwam direct na zijn studie in Delft en een tijdelijke werkkring bij TNO, terecht in de aardappelmeelindustrie en daar kwam hij voor het eerst in aanraking met het afvalprobleem. Negen jaar lang bestudeerde hij de mogelijkheden om uit het afvalwater eiwitten te destilleren voor dierlijke consumptie. Daarmee kon een afvalwaterreductie van 30 tot 35 procent worden bereikt. Maar ongelukkigerwijs stortte juist op het moment, dat dit vraagstuk zou worden aangepakt, de eiwitmarkt in, waardoor de eiwitproduktie in de ijskast ging. Ook later in Brabant (afvallozing textiel en leerindustrie) en in Twente is hij met de studie van het afvalprobleem, in veel breder kader, voortgegaan.

Volgens ir.  Peters  wordt in de meeste maatregelen, die genomen worden ter verbetering van 't milieu, geprobeerd de symptomen op te heffen in plaats van de werkelijke oorzaken aan te pakken. Dat betekent dat de ellende blijft. Wanneer op de ene plaats de vervuiling wordt opgeheven ontstaat een ander type vervuiling op een andere plaats.

Zo raak je de luchtverontreiniging niet kwijt door hoge schoorstenen te. bouwen. Plaatselijk maakt dat wel wat uit, maar het effect is dat de vervuiling zich hu over een veel breder terrein uitstrekt.

Ir.  Hans  Peters  stelt, als de enige mogelijkheid om uit de vicieuze cirkel te komen: terugkoppelen, afremmen en de groei beheersen. Alvorens iets te doen moet men zich eerst afvragen of het wel nodig is. In zijn boek komt telkens het principe naar voren: we moeten geen dingen doen, maar nalaten.

Er zijn nu eenmaal natuurlijke grenzen, die we niet straffeloos kunnen overschrijden.

Terugkoppelen en afremmen doen we niet op vrijwillige basis, maar door de energie-nood gedwongen, moeten we wel. We doen daar met elkaar op het ogenblik nogal paniekerig over, maar misschien is het wel onze redding en zijn we achteraf wijs met ons nog juist gered welzijn.



 Boekrecensie N v/h N

 Boekrecensie De Volkskrant

De Tijd 1973-08-11

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011236512:mpeg21:p016


Boekrecensie


NATUUR & MILIEU door VIC LANGENHOFF ...  Wet  van behoud van  ellende


„DE UITEINDELIJKE BESTEMMING van de mens is niet om voldoende voedsel, drank en onderdak te bezitten. Zodra de materiële behoeften verzadigd zijn, komen andere behoeften naar voren, die hij (Kropotkin) beschrijft als artistieke, creatieve behoeften. De moderne uitwerking hiervan vinden we terug bij Maslov (1970). En juist op dit punt heeft de mens in de afgelopen decennia duidelijk de verkeerde weg gekozen. Niet de menselijke creativiteit, maar de produktie en consumptie van welvaartsgoederen, van „brood en spelen", zijn de voornaamste drijfveren geweest van de industirële technocratie in de kapitalistische wereld, met milieuverontreiniging als verwaarloosd en stilzwijgend getolereerd bijprodukt."


Een passage uit De wet van behoud van ellende van Ir. Hans Peters, dat ik graag kwalificeer als het beste boek over het milieu dat tot dusver in 1973 is verschenen.

„De natuurlijke grenzen van de welvaart," zo luidt de ondertitel, waarmee wel is aangeduid dat de visie van de auteur in het verlengde ligt van Meadows' Grenzen aan de groei. Maar wat bij het rapport van de Club van Rome nog kon gelden als onbewezen, te pessimistisch. onvoldoende doortimmerd en aanvechtbaar, is nu onweerlegbare realiteit: alle technologische „oplossingen" verplaatsen de problemen, ordening hier roept chaos elders te voorschijn. de  wet  van behoud van  ellende  dwingt de op hol geslagen mens terug in het gareel van kringlopen, met alleen de zon als onverdachte pacemaker.


Peters' boek zij aanbevolen aan alle technologie-optimisten die geloven dat  wetenschap en techniek er wel iets op zullen vinden; aan alle groei-economen die Mishan nog niet begrepen of ontdekt hebben en aan al of niet christelijke ethici, die de mens nog als heerser over de natuur beschouwen in plaats van als rentmeester. Maar absoluut verplichte lectuur is „De  wet  van behoud van  ellende" voor alle serieuze politici, de enigen die het tij misschien nog kunnen keren.


BRON in tekst


NAAR A5/14 BOEK