© www.dode-lente.nl   

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1950 - 1959 lijst

volgende


 HOME


een terug

 Boek  DODE LENTE



     BRON en KNIPSEL 1954-08-21

BRON: "Te veel zorgeloosheid op en om de boerderij Ernstige gevallen van vergiftiging". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 21-08-1954. Geraadpleegd op Delpher op 11-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011203278:mpeg21:a0193

Naar knipsel

en bron

BRON Delpher: De Tijd 1954-08-21                                  volledig  in MAP


“Zware bestrijdingsmiddelen onmisbaar

voor land- en tuinbouw”


Officiele Bestrijdingsmiddelencommissie ingesteld

Aan schadelijke gevolgen voor mens en dier

moet paal en perk gesteld worden


 GERARD GROOT

Enkele krantenberichten: Bij de bestrijding van onkruid in het graan hebben in het Noorden van ons land twee landbouwers, die giftige stoffen hadden ingeademd, het leven verloren. Twee kinderen, die hun brood hadden laten vallen in een plas arseniet, een giftige oplossing die gebruikt wordt bij de besproeiing van aardappelen, hebben de dood gevonden.


Een ambtelijke mededeling: In 1953 zijn bij de Arbeidsinspectie 63 aangiften gedaan van vergiftiging alleen bij de besproeiing van aardappelen met arseniet. Vermoedens, geuit door ter zake kundigen, die zich verdiepen in de gevolgen van de aanwending van vele giftige middelen ter bestrijding van ziekten en plagen in de land- en tuinbouw: vrijwel dagelijks komen er vergiftigingsgevallen voor, die soms wel, soms geen ernstig karakter aannemen, maar waarbij het vrijwel zeker is, dat de land- of tuinbouwer enkele weken ziek in bed zal moeten doorbrengen. In sommige gevallen kan een blijvende zenuwstoring optreden.


Nu de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dezer dagen een „Bestrijdingsmiddelencommissie” heeft geïnstalleerd, daarbij aantonend, dat bij de overheid een groeiend besef bestaat van het gevaar, dat het gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw met zich brengt, hebben wij enkele oriënterende gesprekken gevoerd met personen, die zich regelmatig in deze materie verdiepen. Zij hebben ons gezegd, dat er alom in den lande een ontstellend gebrek aan kennis van deze gevaarlijke middelen bestaat en dat door een gemis aan zorgvuldigheid en verantwoordelijkheidsgevoel zich tal van vergiftigingsgevallen voordoen. Langzamerhand dringt door de verscheidene dodelijke ongelukken, die zich hebben voorgedaan, het besef door, dat men met deze middelen zeer voorzichtig moet omgaan. En de niet aflatende voorlichting draagt tot een omzichtiger omgaan met dit gif ook het hare bij.


Te veel zorgeloosheid op en om de boerderij

Ernstige gevallen van vergiftiging

Reeds vóór de oorlog werden er vrij veel zware vergiften gebruikt bij de bestrijding van ziekten in de land- en tuinbouw. Na de oorlog is het gebruik sterk toegenomen en werd er bovendien een groot aantal nieuwe middelen ontdekt. Er bestaan momenteel een 150- tal enkelvoudige stoffen waaruit de bestrijdingsmiddelen worden samengesteld. De verschillende toepassingen en de merken in de handel verkrijgbaar belopen een veelvoud van het genoemde aantal.

Aanvankelijk had de overheid weinig aandacht voor de bestrijdingsmiddelen, maar de laatste jaren is ze bij het toenemend aantal vergiftigingsgevallen, zich bewust geworden dat zij ook op dit gebied een taak heeft.




 /  1950-1959  / DIVERSE 1954-08-21  


Enkele officiële diensten zijn enige jaren geleden bij elkaar gekomen en uit dit overleg resulteerde de Commissie voor Phytopharmacie, waarin o.a. de Plantenziektenkundigen Dienst, de Arbeidsinspectie en de Keuringsdienst voor Waren zitting hebben. Daar echter het aantal ongelukken en vergiftigingsgevallen steeds toenam en de belanghebbenden ten zeerste ongerust werden is 13 Augustus de Bestrijdingsmiddelencommissie ingesteld.

 

Hierin hebben o.a. zitting vertegenwoordigers van de Stichting voor de Landbouw, verenigingen op het gebied van de natuur- en de vogelbescherming en alle arbeids- en semi-overheidsinstellingen die op enigerlei wijze met de bestrijdingsmiddelen te maken hebben.


Over de taak van beide commissies hieronder nader. Intussen was van overheidszijde reeds meer gedaan. Allereerst is er het Landbouwveiligheidsbesluit, dat enkele jaren geleden in werking is getreden, en dat strenge maatregelen stelt voor het bewaren en gebruik van de bestrijdingsmiddelen.

De Arbeidsinspectie ziet toe op de nakoming van dit besluit. Daarnaast hebben de voorlichtingsdiensten van landen tuinbouw herhaaldelijk gewezen op het gevaar dat werken met giftige stoffen inhoudt en voorts wordt in het land- en tuinbouwonderwijs meer en meer ruimte ingeruimd voor de voorlichting op dit gebied. Men verwacht van een en ander dat op de duur ten plattelande de veiligheid veel meer in acht genomen wordt.


Ook voor de consument

Naast het gevaar voor de land- en tuinbouwers zelf is ook de mogelijkheid van aantasting van de gezondheid bij de consument aanwezig. Er bestaat immers de kans dat resten van de bestrijdingsmiddelen op groente en fruit aanwezig zijn.

Een voorbeeld kan dit verduidelijken: De tuinbouwer mag zijn groente met het bestrijdingsmiddel parathion bespuiten tot drie weken voor de oogsttijd. Binnen deze termijn kan een schadelijke hoeveelheid op het product achterblijven. Maar een tuinder weet nooit precies wanneer de oogst zal zijn. Heeft hij mogelijk de termijn met enkele dagen overschreden? Het is van groot belang dat hij zijn groente zonder luis aanvoert op de veiling. Het is daarom denkbaar dat hij ter verkrijging van een goed verkoopbaar product langer spuit dan wettelijk is toegestaan. Het is onmogelijk hierop contróle uit te oefenen. De verantwoordelijkheid berust bij de tuinder. Zij kan worden aangekweekt door voorlichting van de overheid.


Het toezicht op het afwezig zijn van schadelijke resten op groenten en fruit berust bij de Keuringsdienst voor Waren. Hij neemt monsters, maar veelal is het resultaat van het onderzoek te laat om ongelukken te voorkomen. Niettemin werkt de wetenschap dat contróle wordt uitgeoefend reeds preventief.

De commissie voor Phytopharmacie belast zich nu in hoofdzaak met het onderzoek naar deze z.g. restconcentraties, ook met dat van de nieuwere bestrijdingsmiddelen. Zij geeft in haar richtlijnen aan de Keuringsdienst voor Waren de grootte van de toelaatbare restconcentraties aan en bepaalt de methode van onderzoek.


Naast deze commissie die aan dit wetenschappelijk onderzoek blijft werken is nu de Bestrijdingsmiddelencommissie geïnstalleerd. Haar taak is het vooral de bezwaren te behandelen, die in de praktijk van het gebruik van bestrijdingsmiddelen naar voren komen. Zij zoekt naar de mogelijkheid om de meest vergiftige middelen uit handen van onbevoegden te houden, zelfs uit handen van hen die geen blijk hebben gegeven voldoende kennis en verantwoordelijkheidsgevoel te bezitten. Men verwacht dat voor deze sterk werkende middelen op den duur verlangd zal worden, dat de gebruiker in het bezit is van een vergunning op dezelfde wijze als iedere automobilist een rijbewijs heeft.


Slechts een klein aantal van de vergiftigingsgevallen is bekend. Er wordt door degenen, die regelmatig met de bestrijdingsmiddelen werken wel herhaaldelijk geklaagd over een slechte gezondheidstoestand, maar veelal heeft men geen besef van de oorzaak. Ook als men weet dat het bestrijdingsmiddel een nadelige invloed heeft bestaat er de neiging door te werken tot men niet meer kan. Er komen vele, zelfs ernstige vergiftingsgevallen voor, die de land- of tuinbouwer noodzaken vele weken rust te nemen.


Een grote moeilijkheid voor de plattelandsarts is te achterhalen door welke stof de vergiftiging ontstaan is. Zijn patiënt kent het merk, niet de bestanddelen. Het komt daarom wel voor dat de arts een verkeerde diagnose stelt. Helaas is het niet mogelijk voor de meeste vergiftigingen een snel werkende geneeswijze toe te passen. Er bestaan echter enkele goede tegengiften. Voorts zal de plattelandsarts op den duur, nieuwe, onbekende vergiftigingsverschijnselen, de juiste geneeskundige hulp weten te vinden.


Grote nonchalance

Naast de vergiftiging van degenen die dagelijks rechtstreeks met het middel omgaan, ziet men veel schadelijke gevolgen veroorzaakt door de slordigheid waarmede de bestrijdingsmiddelen op de boerderij worden bewaard. Het is vrijwel normaal dat men in en naast schuren open vaten met zwaar vergif aantreft. De jeugd kan er vrijelijk mee spelen en ook het vee komt er mee in aanraking. Deze verregaande nonchalance ziet men ook in de keuken waar de middelen worden bewaard, waardoor ernstige vergissingen en verwisselingen kunnen plaats vinden.

 

Een bepaalde verpakking van de middelen, ook van de kleinste hoeveelheden, en een zekere aanduiding door de kleur, eventueel ook door de reuk, zou hier preventief en waarschuwend kunnen werken. Het is te verwachten dat de overheid binnenkort voorschriften te dezen aanzien uitvaardigt.


Langzamerhand dringt het besef door, dat men zich tegen de zware gifstoffen op afdoende wijze kan beschermen. Meer en meer ziet men in de landbouw de man die met bestrijdingsmiddelen werkt uitgerust in een soort oorlogskleding gasdichte kleding met masker en bril. Ook de paarden dienen afdoende beschermd te worden. Dit is alleen goed mogelijk als men met de windrichting rekening houdt.


Ziet men vaak dat vee op percelen grenzend aan dat waar met een bestrijdingsmiddelen wordt gewerkt stuifwolken gif inademt, het gif heeft ook een schadelijke uitwerking op de wildstand. Dit is des te ernstiger omdat het biologisch evenwicht in de natuur met grote mate van waarschijnlijkheid verstoord wordt. Dit kan van ernstige invloed zijn. Men kent de grote rol die de insecten in de steeds hernieuwde groei van de gewassen spelen. Dit herstel van het biologisch evenwicht is een der belangrijke onderwerpen die de beide thans werkzame commissies op haar programma hebben staan.


Het gebruik van de bestrijdingsmiddelen is zo onmisbaar geworden en heeft zulke vormen aangenomen, dat het voortbestaan van de voedingsgewassen ervan afhankelijk is geworden. Zou men plotseling over geen van deze middelen de beschikking hebben, dan zou de voedselvoorziening in gevaar komen. Sterker: een hongersnood zou te vrezen zijn. Het is duidelijk, dat de moderne land- en tuinbouw niet denkbaar is zonder deze middelen, die anderzijds zo gevaarlijk kunnen zijn.


Het is zelfs zo dat men steeds sterker middelen moet hebben. De insecten gewennen zich zó aan een bepaald middel dat men er steeds op uit moet zijn nieuwe te vinden om aan deze aanpassing het hoofd te bieden. Bekend is dat reeds vele vliegenstammen tegen het bestrijdingsmiddel D.D.T. resistent zijn gebleken. Zoals in de geneeskunde steeds gezocht wordt naar nieuwe middelen ter bestrijding van ziekte, ter voorkoming van gewenning van bacteriën aan bepaalde geneesmiddelen, zo zullen ook in de land- en tuinbouw ter bestrijding van de schadelijke insecten steeds nieuwe en sterker middelen moeten worden gevonden.

      


in/fo