© www.dode-lente.nl
voorgaande |
1950 - 1959 lijst |
volgende |
HOME
een terug
Boek DODE LENTE
BRON Delpher: Algemeen Handelsblad 1954-10-02
Vergiften in land- en tuinbouw vragen
straffe “verkeers”-discipline
Keuringsdiens voor Waren actief ter bescherming
van consument van groenten en fruit
Debet en credit van nieuwe bestrijdingsmiddelen
(Van een onzer verslaggevers)
HET vraagstuk van het gebruik van vergiftige bestrijdingsmiddelen in land- en tuinbouw heeft onlangs aanleiding gegeven tot instelling van een afzonderlijke commissie, die wettelijke en andere maatregelen zal bestuderen. Waarvoor het, gezien de beroering gewekt door verschillende voorvallen, wél tijd is. De gemoederen, hier en daar verontrust, vragen om kalmering.
De gebruiker van het Nederlandse fruit en de Nederlandse groenten heeft recht op de beste waarborgen voor de belangen van zijn gezondheid — al mag hij niet vergeten, dat de Keuringsdiensten van Waren voortdurend voor hem op de bres staan; dat daarnaast voorschriften bestaan van de Plantenziektenkundige Dienst, welke gegeven worden namens de Inspectie van de Volksgezondheid, voor het gebruik van vergiften op een zodanige tijd vóór de oogst, dat kan worden aangenomen, dat zij tijdens de oogst zijn verdwenen. (Het overgrote deel der bestrijdingsmiddelen is namelijk van organische aard en valt snel uiteen onder de werking van water en zuurstof uit de lucht.)
Wie credit- en debetposten opslaat van het gebruik van de vergiftige bestrijdingsmiddelen raakt voorlopig niet uitgestudeerd. Daar is allereerst reeds het grote aantal bestrijdingsmiddelen, dat ter beschikking staat en dat elk jaar in aantal groeit. En snel! Éénzelfde product wordt in een aantal gevallen door verschillende fabrieken op de markt gebracht, onder uiteenlopende namen vaak. Er zijn vele variaties op één bepaald type-product. De bestrijdingsmiddelengids, een lijst van goedgekeurde bestrijdingsmiddelen door de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen uitgegeven, telde op 1 Juni jl. 946 nummers. Resultaat van een zeer snelle stijging vooral gedurende de na-oorlogsjaren.
Om in de verwarring van merken eenheid te brengen, wordt er door de Plantenziektenkundige Dienst naar gestreefd, het type van het product in de naam tot uiting te brengen. Zo is er bijvoorbeeld een reeks van bestrijdingsmiddelen, waarin b.v. de namen lindaan, MCPA e.d. telkens naar voren treden in verbinding met een naam door de fabrikant gegeven.
Credit en debet.... Er valt inderdaad een boekje over open te doen. Op de debetzijde de reeks van betreurenswaardige ongevallen, waardoor de toepasser van de bestrijdingsmiddelen of diens omgeving werd getroffen. Waaraan ook dieren ten offer vielen. Ongevallen, die vrijwel alle kunnen worden verklaard uit een zekere nonchalance, een zeker gebrek aan discipline. Want — en bij de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen, de Land- en Tuinbouwvoorlichtingsdienst en de Arbeidsinspectie pleegt men daarop te hameren; er is geen bestrijdingsmiddel of er zijn „verkeersregels” voor.
/ 1950-1959 / DIVERSE 1954-10-02
BRON: "Vergiften in land-en tuinbouw vragen straffe „verkeers”-discipline". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 02-10-1954. Geraadpleegd op Delpher op 09-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000041325:mpeg21:a0140
DAT men deze ongevallen moeilijk kan bagatelliseren kan een waarschuwingsbiljet van de Arbeidsinspectie leren, dat spreekt van „tientallen slachtoffers”. Men kan er krantenleggers op naslaan. Of het zeer nuttige rapport, dat de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij1 over deze zaak samenstelde:
„Parathion meegenomen naar een koolland in een melkflesje. Flesje in sproeier geleegd en onachtzaam op land gegooid. Twee kinderen deden "waarschijnlijk water in het flesje en dronken er van. Door vergiftiging gestorven.......
Iemand besproeide aardappelloof met arsenlet (loofdodend middel). Busje, waaruit het spuitmiddel was gehaald, werd op het land geworpen. Kinderen raapten het op en gebruikten het waarschijnlijk ook als kroesje. Eén der kinderen stierf.....
Een tuinmansknecht vergiste zich tussen twee flessen naast elkaar: één met koude koffie en één met onverdunde nicotine...
Een loonsproeier, die aardappelloof had doodgespoten, reinigde zijn machine bij een drinkput voor het vee. Achttien pinken kwamen om het leven....
Een sproeier verspoot een parathionoplossing. De slang van de rugspuit was lek en er druppelde geregeld vloeistof op zijn schouders. Hij stierf dezelfde avond.”
Niet altijd blijkt men doordrongen van het gevaar van zware vergiften. Hoe onaangenaam het ook is te moeten spuiten bij zomerse temperaturen, gehuld in plastic-kleding, de handen in handschoenen, het gelaat bedekt met een masker — men kan maar niet eventjes een „fris” luchtje scheppen door zich onderwijl van het masker te ontdoen. Er waren er, die dat hapje frisse lucht met het leven betaalden....
Debet en credit van de bestrijdingsmiddelen — laten wij pogen daarvan een opsomming te geven. Steunend op wat wij vernamen bij de Plantenziektenkundige Dienst, bij fruitkwekers en bij de handel in bestrijdingsmiddelen.
„De bestrijding van plagen door insecten, fungi en mijten is, bij onze bevolkingsdichtheid en onze behoefte aan export van een goed product, een levensbehoefte. Een intensieve teelt is derhalve noodzakelijk. Wij kunnen niet de dieren óók iets gunnen”, aldus de afdeling Onderzoek Bestrijdingsmiddelen van de Plantenziektenkundige Dienst. „Moet men het gebruik alleen overlaten aan specialisten als loonspuiters? Maar er zijn fruitkwekers en boeren, die op hun terrein weer specialisten zijn en van de beste tijd en de beste omstandigheden voor het bespuiten kunnen gebruikmaken. De kennis van de „verkeersregels” van de vergiften zal men dus niet alleen de loonspuiters, maar ook fruitkwekers en boeren deelachtig moeten maken. Een zeer intensieve voorlichting is nodig”, zo zei ons de afdeling Onderzoek Bestrijdingsmiddelen: kalm, waardig en op vakkundige wijze. Om zo een waakzame geest tegen de nonchalance te scheppen.
DAARBIJ heeft ook de handel in bestrijdingsmiddelen een taak 2). Hij moet zich van zijn taak bewust zijn, óók voorlichten. Niet iedereen wordt bereikt door de officiële voorlichtingsinstanties, die hier te lande zulk een voortreffelijke roep genieten — en zulk een groot gezag!
De handel moet niet zo maar raak verkopen wat wordt gevraagd. Bekend is de grief, dat men bij de apotheek slechts met moeite en na inschrijving in een register een vergift kan krijgen, maar in de handel-in-bestrijdingsmiddelen zonder omslag op flinke hoeveelheden van uiterst vergiftige zaken beslag kan leggen.
De handel dient de moeite te nemen de niet op de hoogte zijnde klant, die een middel vraagt: tegen luis in de planten, tegen ratten in zijn schuur, tegen brandnetels in de tuin of gras in zijn paadje behoorlijk in te lichten. De kleinhandelsmarges zijn echter niet geheel in overeenstemming met een dergelijke service; zij zouden gebracht moeten worden op de hogere marge in de drogisterij gebruikelijk. En altijd zal de handelaar zich zijn verantwoordelijkheid bewust dienen te zijn. Men bedenke, dat er ook landbouwcoöperaties zijn, die zich met deze handel bezighouden.
Over de handel gesproken: Een ambtenaar van de P.D. en vijf ambtenaren, vroeger aan de C.C.D. verbonden, zijn nu werkzaam onder de honderden handelaren in bestrijdingsmiddelen om toezicht te houden op de wijze van verkoop, etikettering, opslag enz. Een recente, maar zeer nuttige maatregel.
HET werken met vergiften, waarvan parathion een grote bekendheid heeft verworven en waarvan de acute giftigheid in het Zeeuwse rapport op het 70-voudige van de toxische werking van de D.D.T. wordt gesteld, heeft op zijn debetzijde de vernietiging ook van de natuurlijke vijanden van het ongedierte, dat men wil bestrijden. En.... van de bijen.
'Verwijder voor het sproeien het bloeiend onkruid onder de bomen”, zegt een etiket van een bus met een koperarsenicum-verbinding. Of men zoveel égards voor de, bijen in acht zal nemen? Goed doet het te horen, dat in de Noordoostpolder althans een soort samenwerking bestaat, waardoor het mogelijk is het uitvliegen van de bijen te beletten, wanneer er met gevaarlijke stoffen is gespoten. Dat dit niet overal het geval is — daar weten de bijenhouders van mee te praten. In Frankrijk is hier en daar een ware slachting onder de bijen aangericht, als gevolg van een zeer grondige bestrijding van kleine insecten in het koolzaad met behulp van helikopters.
Tussen haakjes: men is al zover, dat men vergiften in het vaatstelsel van planten of bomen brengt. Een uitvinding van de Duitser Schrader heeft geleid tot de toepassing van een zgn. synthetisch middel, een fosforzure ester, dat men op de bladeren spuit of in de grond boven de wortels giet en dat dan een reis maakt door het vaatstelsel. Het middel is werkzaam tegen zuigend ongedierte, tegen spint bijvoorbeeld, dat weerstand tegen nicotine en parathion heeft ontwikkeld. Voor synthetische middelen zijn zeer scherpe eisen gesteld: de gebruiker moet een verklaring tekenen, waarbij hij aangeeft, waarvoor hij het middel zal gebruiken, dat hij de veiligheidsmaatregelen zal toepassen, dat hij het dus niet (in geval van vruchtbomen) na de 1ste Juni zal gebruiken, etc.
OP de debetzijde van de vergiften moet men ook schrijven, dat insecten en mijten met hun merkwaardig aanpassingsvermogen, een resistentie ontwikkelen. Is de consequentie, dat men steeds zwaardere vergiften moet gebruiken? Waar is dan het einde? Zou gebruik maken van de natuurlijke vijanden, biologische bestrijdingsmiddelen derhalve, niet beter zijn? vraagt men zich af. Maar een chemische fabriek vervaardigt gemakkelijker een nieuw vergift, dan dat zij zich gaat bewegen op een terrein, dat haar terrein niet is, het opfokken van lieveheersbeestjes, kevertjes, wespjes en wat al niet, zoals ergens in Zuid-Frankrijk gebeurt, omdat rozenolie er niet geuriger op wordt wanneer men chemische bestrijdingsmiddelen hanteert.
Te onzent bestrijdt men overigens reeds vele jaren hier en daar de bloedluis op appelbomen met een sluipwespje, Aphelinus mali. In koelhuizen bewaart men des winters takken met de sluipwesp, die door een bespuiting in de winter anders zouden worden gedood. Laat in het voorjaar zet men de takken weer in de bomen.
Eén van de bezwaren tegen biologische bestrijdingsmiddelen is, afgezien van het practische feit, dat de ontwikkeling ervan buiten de industriële sfeer valt, dat de parasiet uitsterft met de prooi en dat de parasiet zich pas sterk kan ontwikkelen als er zeer veel prooien zijn, die dan al te veel schade doen voor intensieve teelten. De bestrijding moet zich gemeenlijk over jaren uitstrekken; de hedendaagse mens verlangt directe resultaten. Bij elke oogst. Bij de bosbouw liggen de zaken iets anders.
Er is nog een andere weg: door teeltkeus te komen tot planten met een grotere weerstand. Men denke b.v. aan het zoeken naar een iepensoort bestand tegen iepenziekte. Doch een afdoende oplossing is van deze kant niet te verwachten voor alle gevallen.
Verheugend is, dat men zich allengs blijkt af te wenden van het overdadige gebruik van „allesdoders”. Er bestaat namelijk op het ogenblik een neiging om te komen tot vergiften met een meer beperkte, maar doeltreffender uitwerking. Vergiften, die in het algemeen minder giftig zijn, doch dodelijk voor datgene wat men wil bestrijden.
WIJ noemden boven de Bestrijdingsmiddelengids, waarin de Plantenziektenkundige Dienst de bestrijdingsmiddelen vermeldt, die zijn goedgekeurd. Sedert twee jaar maakt een eerst onlangs officieel geïnstalleerde commissie, de Commissie voor Phytopharmacie, een uitstekend en alzijdig overleg mogelijk met betrekking tot het gebruik van een bestrijdingsmiddel. Men steunt daarbij op: de bestrijdingsmiddelenwet, het landbouw-veiligheidsbesluit, de warenwet en de wet op ontsmetting en zuivering, Arbeidsinspectie, Plantenziektenkundige Dienst, Instituut Plantenziektenkundig Onderzoek, Rijksinstituut voor de Volksgezondheid, keuringsdienst van Waren, de afdeling Jacht en Wildschade van het ministerie van Landbouw, Visserij en de Veterinaire en Pharmaceutische Inspectie van de Volksgezondheid zijn in de commissie vertegenwoordigd: bij het onderzoek zijn, wanneer nodig, voederproeven genomen (van belang voor de consument), is de biologische werking onderzocht (van belang voor de geïnteresseerden), heeft men zich beraden over het hoe.
Eenmaal goedgekeurd, wordt de werking van een bestrijdingsmiddel geregeld in het oog gehouden. Vele zaken zullen eerst op de lange duur bekend worden, zoals de vraag: hoe reageert de bodem op een voortdurende toevoer van bepaalde stoffen of combinaties van stoffen, afkomstig van wat eens vergiften waren? Wat zal de uitwerking daarvan zijn op de in de grond levende dieren? Een paar promemorieposten aan de debetzijde.
Een bestrijdingsmiddel als H.C.H. (Hexachloorcyclohexaan) bleek op den duur voor consumptie-doeleinden ernstige bezwaren op te leveren. Aardappelen gingen muf ruiken en de geur zou jaren in de grond blijven....
En de uitwerking van dit alles op de consument? In een recent nummer van de Fruitteelt, het weekblad van de Nederlandse fruittelersorganisatie, wordt aangedrongen op een uiterst zorgvuldig gebruik van giftige middelen. „Onze afnemers moeten het vertrouwen, dat zij dreigden te verliezen, kunnen behouden.”
ER is gelukkig nog een controlerende instantie tussen producent en consument, al zou men misschien willen, dat ook van de zijde van het bedrijfsleven met spoed reeds iets in deze geest was ondernomen: contróle op het product. Het bovengenoemde Zeeuwse rapport dringt hier op aan. Citeren wij tenslotte zonder commentaar het verslag (over de maand Juni) van de Keuringsdienst van Waren te Amsterdam, die op dit terrein als bijzonder actief geldt:
„Het steeds toenemend gebruik in de landbouw van insecten-bestrijdingsmiddelen was aanleiding, op de Centrale Markt (te Amsterdam) aangevoerde groenten aan een regelmatig onderzoek te onderwerpen. Over het algemeen werden slechts sporen parathion en andere insecticiden aangetroffen. Slechts tweemaal moest in de maand Juni een waarschuwing voor een te hoog gehalte aan deze uiterst giftige stoffen worden gegeven.”
in/fo
SITEMAP |
GEGEVENS |
ZOEKEN |
Biografie-1 |
Biografie-2 |
Biografie-3 |
Invloed-01 |
Wikipedia-E |
Wetgeving |
Oskam-01 |
1991 MJPG |
2010 gebruik |
2012 gebruik |
2016 gebruik |
afzet/gebruik |
Grondgebruik-01 |
Niet landbouw |
Gedrag |
NEFYTO |
keuzelijst |
New Yorker |
Silent Spring |
Dode-Lente |
USA Rapport |
Zilveren Sluiers |
DEEL-1 |
DEEL-2 |
DEEL-3 |
DEEL-4 |
DEEL-5 |
HOOFDST.-01 |
HOOFDST.-02 |
HOOFDST.-03 |
HOOFDST.-04 |
HOODFST.-05 |
HOOFDST.-06 |
HOOFDST.-07 |
HOOFDST.-08 |
HOOFDST.-09 |
HOODFST.-10 |
HOOFDST.-11 |
HOOFDST.-12 |
HOOFDST.-13 |
HOOFDST.-14 |
BRONNEN |
vóór 1940 |
1940-06-16 |
Colloradekever |
1e maal DDT |
Rupsenplaag |
USA DDT |
Nobelprijs |
Nevelspuit |
Rijnvervuiling |
ZLM rapport |
1954-07-19 |
Dr. Briejér |
Dr. Briejér |
lijst 1960-1969 |
gifgebruik 1960 |
The New Yorker |
8 x silent spring |
5 X dode lente |
Rachel Carson † |
2 X zilveren sluiers |
1980-1989 |
1990-1999 |
2000-2009 |
2010-2019 |
1980 Lekkerkerk |
1980 Volgelmeer.p. |
1981 Westland |
1982 Zure regen |
40 Jr. GIF |
1986 Tsjernobyl |
25 jr dode lente |
1989 CFK's |
1989 MJP-G |
bodemsanering |
Meerjarenplan |
1990-12-19 |
Zenuwziekten |
MJP-G |
1992-03-10-2 |
Bestrijdingsmiddelen |
MJP-G |
Vrije zone |
2002-06-05> |
2004-06-06 |
2008-10-01 |
2013-05-13 |