© www.dode-lente.nl



 HOME

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1990 - 1999 lijst

volgende

een terug

 Boek  DODE LENTE

     BRON en KNIPSEL 1991-06-19

"Milieubewuste tuinder krijgt geen ontheffing bij lozingen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 19-06-1991. Geraadpleegd op Delpher op 04-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010559691:mpeg21:a0132

BRON delpher: Nederlands Dagblad 1991-06-19     ook tekst in MAP


Milieubewuste tuinder krijgt geen ontheffing bij lozingen

Presentatie van de regeringsbeslissing

 Meerjarenplan Gewasbescherming


DEN HAAG (ANP) - Glastuinbouwbedrijven hebben in de nabije toekomst een vergunning nodig om afvalwater te mogen lozen op het oppervlak-tewater. Het convenant dat het Landbouwschap dit jaar sloot met het Hoogheemraadschap Delfland ontslaat de tuinders niet van de verplichting om alsnog een vergunning in het kader van de wet verontreiniging oppervlaktewater (wvo) aan te vragen.


Dat heeft minister Alders (milieubeheer) maandag gezegd bij de presentatie van de regeringsbeslissing Meerjarenplan Gewasbescherming. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw moet in het jaar 2000 gehalveerd zijn. In 1995 moet een vermindering van 35 procent zijn gerealiseerd.

Volgens het meerjarenplan moet in alle tuinbouwkassen worden overgeschakeld van teelt in de grond naar zogenaamde substraatteelt, los van de ondergrond. Afvalwater zal worden hergebruikt en op het eigen bedrijf, dan wel centraal moeten worden gezuiverd voordat het op het oppervlaktewater mag worden geloosd. Is het afvalwater niet schoon, dan wordt geen vergunning verleend en kan de desbetreffende tuinder zijn beroep niet uitoefenen.


Het Landbouwschap sloot onlangs namens 4200 glastuinders in het Westland een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Delfland. Met dit omstreden convenant namen de tuinders de inspanningsverplichting op zich om het afvalwater te zuiveren. Vanuit de milieubeweging is er steeds ernstige kritiek geuit op het convenant, omdat dit te vrijblijvend zou zijn.


Extra kosten

Voor de agrarische sector brengt de omschakeling naar milieuvriendelijker teeltmethoden hoge kosten met zich mee. Staatssecretaris Gabor verwacht dat tot 2000 2,3 miljard gulden extra moet worden geïnvesteerd. Op jaarbasis zullen de extra kosten oplopen tot naar schatting 830 miljoen gulden in 2000.

Om invoering van het plan gedeeltelijk te bekostigen komt er een heffing op bestrijdingsmiddelen. Die gaat volgend jaar al in en moet 19 miljoen gulden opbrengen. Voor 1993 en 1994 zijn de opbrengsten jaarlijks geraamd op 25 miljoen gulden. Daarnaast wordt bekeken of er op bepaalde bestrijdingsmiddelen een extra belasting komt om het gebruik te ontmoedigen.


Bestrijdingsmiddelen waarvan vast staat dat ze te schadelijk zijn voor het milieu, worden verboden. Als er voor bepaalde middelen geen alternatieven voorhanden zijn, kan een uitzondering voor sommige toepassingen worden gemaakt. Binnen drie maanden komt de regering met een lijst waarop deze uitzonderingen staan vermeld.

Alders en Gabor willen per sector nauwkeurig volgen in hoeverre de doelstelling wordt gehaald. Als blijkt dat een bepaalde sector het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet voldoende terugdringt, volgt er een verbod op deze middelen


Ontsmetting

Aparte aandacht is er voor de zogenaamde grondontsmettingsmiddelen, die op grote schaal worden gebruikt om de grond te zuiveren van ziekten en plagen. Het gebruik van deze middelen moet met tachtig procent verminderen.


Met ingang van 1993 mag de grond slechts één keer per vier jaar worden ontsmet. Vanaf 2000 wordt dat één keer per vijf jaar. Bovendien moeten boeren en tuinders de noodzaak tot grondontsmetting kunnen aantonen. Met name voor de teelt van fabrieksaardappelen in het noordoosten van het land brengt dat problemen met zich mee. Volgens Gabor kunnen er echter in bepaalde situaties uitzonderingen worden gemaakt, “mits daar gegronde argumenten voor zijn”.

 

Het ministerie van landbouw wil de afzet van produkten afkomstig van geïntegreerde bedrijven stimuleren door middel van een milieukeurmerk. Dankzij het keurmerk kunnen consumenten zien of een bepaald produkt op relatief milieuvriendelijke wijze is voortgebracht. Voor deze produkten kan dan een hogere prijs worden gevraagd, aldus het ministerie. Ook de biologische landbouw zal extra worden gestimuleerd.




Naar knipsel

en bron

 /  1990-1999  / DIVERSE 1991-06-19

ni/nf