© www.dode-lente.nl



 HOME

een terug

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1960 - 1969 lijst

volgende

 SITE  DODE-LENTE.NL

Spreker noemde ook het gebruik van de zogenaamde ,,lokstoffen”, die grote perspectieven bieden, niet alleen voor de rechtstreekse verdelging, maar ook om aan de benodigde hoeveelheden mannelijke insekten voor sterilisatiebestraling te komen. Het onderzoek is weliswaar nog maar in een beginstadium, maar er is alle hoop, dat men langs deze weg tot volkomen verantwoorde bestrijdingsmethoden komt.


Geen klaprozen meer

OOK kwam de onkruidbestrijding ter sprake. Zonder de tegenwoordig toegepaste middelen, zo vertelde de plantenfysioloog prof. dr. R. van der Veen, zouden onze korenvelden er prachtig uitzien (met klaprozen, korenbloemen e.d.), maar de korenproduktie zou er merkbaar onder leiden. Met veel succes past men hierbij ,, groeistoffen” toe die de groei van het (tweezaadlobbige) onkruid zo sterk stimuleren, dat het “kapotgroeit”, terwijl de gewenste (éénzaadlobbige) graanplanten geen hinder ondervinden.


Aardappelspruiting en ontkieming van zaden kunnen daarentegen met succes worden bestreden met groeiremmende stoffen. Deze stoffen zijn onschadelijk voor mens en volgens prof. Van der Veen is het natuurverlies zelden het gevolg van het gebruik van deze stoffen.

Ontginning, wegenaanleg, te intense bemaaiingen, water- en luchtverontreiniging en tenslotte verzilting van de bodem doen oneindig veel meer kwaad. Spreker drong aan op het zo produktief mogelijk maken van de ontgonnen gebieden om op deze wijze verdere aantasting van woeste gronden te voorkomen. Als andere noodzakelijke wereldmaatregel bepleitte hij geboortenbeperking.


Uit het bovenstaande blijkt, dat het uitsluitend zoeken van de fout bij de excessieve bespuiting van chemicaliën niet juist is, en dat — willen wij tot een werkelijk effectieve natuurbescherming komen — ook wel degelijk met andere factoren rekening moet worden gehouden. Dit besef is, zo moet men hopen, door dit symposium van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (organisator was de Biologische Raad) versterkt. En daarmee heeft het — afgezien van de nuttige uitwisseling van zuiver wetenschappelijke kennis — een belangrijke bijdrage in het algemeen belang van de natuurbescherming geleverd.


     BRON en KNIPSEL 1964-04-03

"SYMPOSIUM „OP LEVEN EN DOOD" Rachel Carson bracht nuttige controverse op gang". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 03-04-1964. Geraadpleegd op Delpher op 01-09-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000033792:mpeg21:a0133

 /  1960-1969  / DIVERSE 1964-04-03  

BRON Delpher:Algemeen Handelsblad’ 1964-04-03          ook in MAP


SYMPOSIUM „OP LEVEN EN DOOD"

Rachel Carson bracht nuttige controverse op gang


(Van onze redacteur wetenschap)

HET  moet voor de schrijfster Rachel Carson een grote, voldoening zijn te weten, dat door haar bestseller „The Silent Spring”, die waarschuwt tegen de gevaren van de chemische oorlogsvoering tegen insekten en plantenziekten, een enorme wetenschappelijke controverse is ontstaan, die nu al heeft geleid tot een stroomversnelling in het biologisch en biochemisch onderzoek.

Men is overal geconfronteerd met de ontzaglijke gevaren van het „maar-raak-spuiten”. Men is zich gaan realiseren dat er op korte termijn iets móet gebeuren willen wij niet stelselmatig de ons omringende natuur verder aantasten. Het symposium „Op Leven en Dood”, dat in de afgelopen twee dagen in het Amsterdamse Tropeninstituut vele tientallen vooraanstaande specialisten bijeenbracht, is het gevolg van de ontstane controverse. Dit nuttige en noodzakelijke congres zou zonder het boek van Rachel Carson misschien, ja vrijwel zeker niet zijn gehouden.


Er zijn bijzonder interessante en zelfs onthullende feiten genoemd, De Wageningse specialist op het gebied van plantenziekten, ir. H. J. de Fluiter memoreerde, dat in het jaar tweeduizend zes miljoen mensen op deze planeet zullen leven. De voedselproductie zal dan driemaal zo groot moeten zijn. Het jaarlijkse verlies aan voedselproductie door plagen e.d. wordt op maximaal  35 pct. geschat. Bestrijding is dus een absolute noodzaak.


De chemische middelen werken snel en (meestal nog) afdoende. Maar ze verarmen de flora en fauna, ze laten giftige residuen in warmbloedigen achter, verzwakken de natuurlijke weerstand van het milieu, kunnen andere onvoorziene plagen uitlokken en leiden dikwijls tot resistentie bij insecten, waardoor weer naar sterker middelen moet worden gegrepen. Daartegenover staat de harmonische bestrijding, die meer en meer veld wint en door de genoemde controverse in de volle wetenschappelijke aandacht is gekomen. Deze gaat uit van het verantwoord toepassen van de chemische, fysische, of biologische middelen, al of niet in combinatie.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden van insekten. Er worden cultuurmaatregelen getroffen, zoals vervroeging of verlating van de zaaitijd, het bevorderen van vruchtwisseling. (Dat om het insekt niet de kans te geven zich ergens met succes te vestigen




Naar knipsel

en bron



Oud-direkteur Dr. Briejér van de Plantenziektenkundige Dienst, gaf in zijn  in 1967 uitgekomen boek Zilveren sluiers, een nog al negatief commentaar op het hier naast beschreven symposium’.

[224] - [225]

“Een symptoom van Nederlandse dikdoenerij en gewichtigheid’.....


Zie volledige tekst op deze site....


     Hier ophalen

1964-03-28

De Telegraaf

1964-04-01

De Telegraaf

1964-04-03

Alg. Handelsblad

1964-04-04

Leeuwarder Courant

1965-03-20

Het Vrije Volk





Symposium OP LEVEN EN DOOD

ni/nf