© www.dode-lente.nl



 HOME

een terug

 Boek  DODE LENTE

Volgende hoofdstuk naar index boek voorgaande hoofdstuk

voorgaande

1960 - 1969 lijst

volgende

"Massale sterfte door giftig zaad ,Vonnis over vogels eigenlijk al geveld'". "Trouw". Meppel, 07-03-1967. Geraadpleegd op Delpher op 12-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010814813:mpeg21:a0159


     BRON en KNIPSEL 1967-03-07

 /  1960-1969  / DIVERSE 1967-03-07  

BRON Delpher: Trouw 1967-03-07                            (ook in MAP)


Massale sterfte door giftig zaad


Jhr. mr. M. van der Goes van Naters

‘Vonnis over vogels eigenlijk al geveld'


(Van een onzer verslaggevers)

DEN HAAG„Vorig jaar hebben we de ene helft uitgeroeid. Ik ben bang, dat nu de rest wordt vergiftigd. Dan zijn er in Nederland geen buizerden meer. En de sperwers én havikken zijn gedecimeerd.”

 

Jhr. mr. M. van der Goes van Naters — die dit vaststelt — ziet het met lede ogen aan. Vlak voordat hij vorige maand afscheid nam van de Tweede Kamer heeft hij de minister van landbouw er nog vragen over gesteld, maar het vonnis over de vogels is eigenlijk al geveld. Ze zullen de dood door vergiftiging sterven door het zaad voor de zomergranen, dat volgende week wordt gezaaid. Het zaad is giftig door bestrijdingsmiddelen, die niet alleen insecten, maar uiteindelijk ook een zeldzame vogelsoort verdelgt.

 

Het zal gaan als vorig jaar, toen de vogelsterfte als gevolg hiervan voor het eerst massale vormen aannam: de kleinere vogels en muizen vreten een deel van de giftige zaden weg en vormen zo een dodelijk gevaar voor de roofvogels aan welke zij ten prooi vallen. Het gevolg is een catastrofale slachting.


„De buizerd zal verdwijnen — net als de valk en zoveel andere soorten, die de laatste tientallen jaren verloren zijn gegaan”, voorspelt jhr. Van der Goes van Naters somber. Trouwens: vorig jaar is gebleken, dat niet alleen buizerden, sperwers en havikken werden getroffen. Er stierven honderden houtduiven en er vielen slachtoffers onder de volgende soorten: ekster, Vlaamse gaai, roek, wilde eend, fazant, groenling, geelgors, korhoen, patrijs, vink, ransuil en blauwe kiekendief. „En dat alles zonder enige noodzaak”, zegt jhr. Van der Goes van Naters. Hij vertelt, dat er ook voor vogels onschadelijke verdelgingsmiddelen ontwikkeld zijn.

 

Het akelige is alleen, dat de giftige de markt beheersen door het machtige verkoopapparaat van de grote oliemaatschappijen. Deze maatschappijen vervaardigen de ontsmettingsmiddelen uit afvalprodukten en leveren direct aan toeleveringsbedrijven van de zaden. De boer krijgt het zaad ontsmet — vergiftigd — en wel in huis. Het laboratorium van de Wageningse landbouwhogeschool, dat een onschadelijk middel heeft gemaakt, kan daar niet tegen concurreren.

 

In Engeland

Op het ogenblik is het in Nederland al zover als de situatie in Engeland van voor 1962. Ook daar stierven elk voorjaar, vlak na de zaaiperiode, grote aantallen vogels door het gebruik van dezelfde middelen (Dieldrin, Aldrin en Heptachloor), die nu in Nederland zoveel schade aanrichten.

Het Britse ministerie van landbouw heeft toen snel ingegrepen; het heeft de boeren weten te bewegen onschadelijke middelen te gebruiken. De sterfte van vogels verminderde terstond. Dat heeft duidelijk aangetoond, dat de giftige middelen allerminst onmisbaar zijn. Geen wonder dat de natuurbeschermers in Nederland dit voorbeeld gebruiken om de minister ertoe te bewegen, het gebruik van de giften te verbieden. Dit kan hij door het toepassen van de Bestrijdingsmiddelenwet. De Natuurbescher-mingsraad heeft de minister van cultuur en recreatie daar onlangs schriftelijk nog aan herinnerd.


Te laat

Maar er is nog niets gebeurd en volgens jhr. Van der Goes van Naters ziet het er naar uit, dat het al te laat is. Hij spreekt van „roekeloze routine”. Het is een soort koopgewoonte, waar de landbouw kennelijk moeilijk van af te brengen is. „Bovendien is men er in de agrarische wereld nog niet van doordrongen, dat de massale vogelsterfte het natuurlijk evenwicht verstoort. Als de roofvogels uitsterven, hebben bijvoorbeeld de rovers van het zaad vrij spel”. De landbouwers snijden in eigen vlees.

Maar bovenal wordt de natuur verarmd als er vogelsoorten compleet uitsterven. Jhr. Van der Goes van Naters: „Het is eigenlijk schandelijk, dat men dat niet ziet. Er gaat een stukje van de schepping verloren”.


Naar knipsel

en bron

     BRON en KNIPSEL 1967-03-31

"Maatregelen tegen dood van vogels door landbouwgif na sterven buizerds in Drenthe". "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 31-03-1967. Geraadpleegd op Delpher op 13-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010870143:mpeg21:a0234

[....] de maatregelen zullen in het voorjaar van 1968 effect kunnen sorteren.

Een onmiddellijk ingaand verbod stuit naar de strekking van de bestrijdingsmiddelen-wet op bezwaren.



▼-NAAR KNIPSEL

1967-03-31


Maatregelen in 1968


BRON Drepher:  Nieuwsblad v/h Noorden 1967-03-31  (ook in MAP)


Maatregelen tegen dood van vogels door landbouwgif

na sterven buizerds in Drenthe – (pas volgend jaar....)


De Nederlandse regering gaat maatregelen nemen tegen de vergiftiging van vogels, die in 1965 bijvoorbeeld de populatie van buizerds heeft gehalveerd en verantwoordelijk is voor de sterfte van vele andere vogels. Dit blijkt uit het antwoord, dat minister Biesheuvel (Landbouw en Visserij), vandaag, mede namens mej. Klompé, minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, heeft gegeven op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid de heer Van der Goes van Naters (PvdA). Deze vogelsterfte wordt veroorzaakt door ontsmettingsmiddelen voor voorjaarszaad, nl. aldrin, dieldrin en heptachloor. Deze ontsmettingsmiddelen worden vooral in Drenthe toegepast, daarbuiten slechts incidenteel.


Op 21 juni 1966 had de toenmalige minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid de heer Franssen medegedeeld, dat de mogelijkheden om een herhaling van dit „voor de Nederlandse fauna zo catastrofale gebeuren” te voorkomen werden onderzocht.


Naar aanleiding van de door de heer Franssen in het voorjaar 1966 gesignaleerde vogelsterfte heeft de werkgroep vogels en zoogdieren van de commissie T.N.O. voor onderzoek inzake nevenwerkingen van bestrijdingsmiddelen van de centrale organisatie T.N.O. een onderzoek ingesteld. De werkgroep heeft op 1 juli 1966 aan de T.N.O.-commissie een rapport uitgebracht, gebaseerd op bevindingen bij onderzoekingen, die het Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur (I.T.B.O.N.) in het veld heeft verricht. Op bevindingen van het comité ter instandhouding van de Drentse fauna en op waarnemingen elders in het land.


In augustus 1966 heeft de commissie deze gegevens ter beschikking gesteld van de commissie voor fytofarmacie en daarbij het voorstel gedaan, dat de toelating van aldrin, dieldrin en heptachloor als voorjaarszaadontsmettingsmiddelen wordt ingetrokken, welk voorstel evenwel naar het oordeel van de commissie voor fytofarmacie op dat moment nog onvoldoende was gefundeerd. Dit was haars inziens pas het geval toen in januari 1967 de uitkomsten beschikbaar kwamen van de door het Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek verrichte chemische analyses, die het verband tussen gevallen van vogelsterfte en het gebruik van voorjaarszaadontsmettingsmiddelen aantoonden.


De Commissie voor fytofarmacie bereidt thans aan de hand van de ter tafel liggende gegevens en voorstellen een zodanige herziening voor van de toelating van zaadontsmettingsmiddelen, dat schadelijke nevenwerkingen worden vermeden. Daar de hoge sterftepercentages onder de vogels plaatselijk zijn geconstateerd en elders populaties onaangetast zijn gebleven, behoeft thans nog niet voor een algeheel uitsterven van verscheidene inheemse vogelsoorten te worden gevreesd, mede omdat een herhaling in '67 van de in dat opzicht uitzonderlijk ongunstige weersomstandigheden van het voorjaar 1966 niet zeer waarschijnlijk is, aldus minister Biesheuvel.

Hij verwacht dat de met de uitvoering van de bestrijdingsmiddelenwet belaste ministers terzake op een zodanig tijdstip zullen beslissen, dat de maatregelen in het voorjaar van 1968 effect kunnen sorteren. Een onmiddellijk ingaand verbod stuit naar de strekking van de bestrijdingsmiddelenwet op bezwaren.


     BRON en KNIPSEL 1937-03-31

"Onbevredigend antwoord". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 04-04-1967. Geraadpleegd op Delpher op 13-07-2019,

 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010617715:mpeg21:a0192

     BRON en KNIPSEL 1967-04-04

     BRON en KNIPSEL 1967-03-11

Later gevonden: Uitvoeriger knipsel over zelfde onderwerp.    Niet in MAP


Leeuwarder Courant 1967-03-11  - Straks weer vogelvergiftiging door vergiftigd zaaigoed?

Leeuwarder Courant 1967-04-04 - Onbevredigend antwoord Minister - pas volgend jaar!



in/fo

1957-04-27

Nieuwsbl. v/h Noorden

1964-02-26

Nieuwsbl. v/h Noorden

1964-03-09

Alg. Handelsblad

1964-06-12

De Telegraaf

1964-09-25

Het Vrije Volk

1966-05-14

Nieuwsbl. v/h Noorden

1967-03-07

Trouw

1967-03-31

Nieuwsbl. v/h Noorden nw

1967-05-06

De Telegraaf

1968-02-28

Leeuwarder Courant

1968-08-27

Zierikzeesche Nw.  Bode nw

1969-02-03

Leeuwarder Courant nw


HERSTEL ROOFVOGELS


1977 / 1984 en 1990



STERFTE ROOFVOGELS