© www.dode-lente.nl
HOME
een terug
Boek DODE LENTE
voorgaande |
1960 - 1969 lijst |
volgende |
"zij en nog vele andere werden het slachtoffer van Moordaanslag op de vogels door TON HULST". "De Telegraaf". Amsterdam, 06-05-1967. Geraadpleegd op Delpher op 15-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110590392:mpeg21:a0371
BRON Delpher: De Telegraaf 1967-05-06 Ook in MAP
Overzichtsartikel: Moordaanslag op de vogels
DRENTE, zaterdag
DE dood waart rond over de akkers en door de bossen van Drenthe. Een geluidloze, onzichtbare en onbarmhartige dood, die catastrofaal huishoudt in de vogelwereld en die al de zeldzame buizerds, op een enkel verspreid exemplaar na, heeft uitgeroeid. De bossen dragen niet meer de zachte geur van naaldhout, maar verspreiden de walgelijke stank van rottende kadavers. Er zijn handen te kort om alleen al de naar schatting 6000 omgekomen duiven te bergen. In Drenthe heet de dood aldrin, dieldrin en heptachloor: levensgevaarlijke vergiften voor ontsmetting van zaaizaad.
De verhalen over het ontstellende leed onder de Drentse vogels zijn vele. Kandidaat-notaris mr. H. J. A. ENSINK (30) uit Assen, secretaris van het „Comité ter instandhouding van de Drentse fauna”, zegt: „Je jaagt een groep vinken op. Je hoort geen enkel geluid, geen schot, en je ziet er zo maar een paar dood neervallen.” En jachtopzichter J. H. HOVENKAMP (60) uit Schipborg: „Ik zie duiven zitten braken en braken, maar ze hebben niets meer om te braken, want ze zijn helemaal verbrand van binnen. Ze verkrampen en vallen dood op de rug.”
Vragen
Naast de overvloed van trieste feiten, die iedereen overal in Drenthe kan waarnemen, zijn er ook nog vragen. Welk grote gevaar dreigt er voor de volksgezondheid, nu is gebleken (maar nog niet verder onderzocht), dat:
afgeschoten fazanten, die ook bij de poelier in de winkel komen, een zekere graad van vergiftiging vertonen.
hazen via doorvergiftiging ook besmet kunnen zijn en mogelijk óók over de poelierstoonbank worden verkocht;
ook veel duiven voor consumptie zijn bestemd.
Mr. Ensink zegt: „Oorspronkelijk was de hele zaaizaadontsmetting opgezet als bestrijding van schimmels, waarvoor kwikpreparaten worden gebruikt. Dat is in Zweden verboden, maar hier doen we net alsof er niets aan de hand is.
Voor de ontsmetting tegen insektenbeschadiging worden aldrin, dieldrin en heptachloor gebruikt, die wat het effect betreft, nauwelijks voor elkaar onderdoen. In Engeland is men helemaal overgeschakeld - en met zeer gunstig gevolg - op lindaan. Daar is sindsdien de vogelsterfte met 50% gedaald”.
Schrikbarend
De ernstige vogelsterfte in Drenthe - in andere delen van het land worden de gevaarlijke ontsmettingsmiddelen nauwelijks gebruikt - is niet van vandaag of gisteren. Verleden jaar spraken leden van het Drentse fauna-comité erover en het resultaat van dit gesprek was, dat in de hele provincie jachtopzieners en plaatselijke medewerkers werden ingeschakeld. Hun meldingen moesten een globaal overzicht geven „en na de eerste berichten schrokken we ons al dood”, aldus mr. Ensink.
„We kregen een schrikbarend aantal dode vogels binnen en ruim twee weken later - toen we al 26 dode buizerds hadden - zijn we de trom gaan roeren. Die roofvogels gaan ons vooral aan 't hart, omdat we er niet zo rijk mee gezegend zijn. Bij het begin van de actie schatten wij, dat er in Drenthe zo'n 15-30 broedparen buizerds zaten en dat is naar Nederlandse begrippen bijzonder mooi. Aan het eind van de actie hadden we 33 dode buizerds, nu zijn het er al meer dan 50.
Buizerds
In het terrein van een jachtopzichter bij Norg zaten 5 broedparen buizerds, waarvan uiteindelijk 3 (?) dood werden gevonden. De andere twee hebben we nooit meer waargenomen, maar ik ben ervan overtuigd, dat die ook zijn omgekomen. We zijn verleden jaar het overgrote deel van onze buizerdstand kwijtgeraakt. Misschien hebben we er nu nog tien over. Verleden jaar werden, behalve duizenden kleine vogels, ook een ransuil en een blauwe kiekendief dood gevonden.
Deze vogelsterfte in Drenthe is 'n onderdeel van een veel groter complex: de totale vervuiling van het milieu met een ongelofelijke water- en luchtverpesting”, zegt mr. Ensink. „We zijn bezig met technische middelen waarvan we onvoldoende weten en die we gebruiken alsof er niets aan de hand is.
Er is bij voorbeeld het geval van de sterfte van grote sterns op. het eilandje Griend, die werden doorvergiftigd door zandspiering uit het Waterweggebied. De mooie populatie sterns op Griend is erdoor gedecimeerd”.
De vogelsterfte in Drenthe bleek zich verleden jaar te hebben voorgedaan bij 14 soorten, maar er waren ook nog bij 2 bunzings, 2 katten en een vos, die dode vogels hadden gegeten. De boswachterijen Gasselte en Norg meldden ieder ongeveer 400 dode duiven, maar het aantal omgekomen kleinere vogels - groenling, geelgors, vink en keep - moet vele malen groter zijn geweest. Tussen de dode takken en bladeren van het donkere bos werden zij echter bij lange na niet allemaal gevonden.
De ontstellende feiten uit Drenthe leidden verleden jaar tot een aantal vragen in de Tweede Kamer aan minister Vrolijk van C.R.M.
Deze antwoordde, dat hem de ernstige vogelsterfte bekend was en dat de mogelijkheden om er iets aan te doen zouden worden onderzocht. Dat onderzoek werd onder meer verricht door het Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur (ITBON), terwijl de roofvogels werden onderzocht op het Veterinair Pharmocologisch Instituut in Utrecht en op beperkte schaal door het Centraal Diergeneeskundig Instituut in Rotterdam.
Terugverwezen
De uitkomsten kwamen terecht in de werkgroep Vogels- Zoogdieren van de TNO-commissie voor onderzoek inzake schadelijke nevenwerkingen van bestrijdingsmiddelen. De werkgroep stelde 'n rapport op, dat werd ingediend bij de instantie, die de minister moet adviseren omtrent toelating en intrekking van bepaalde bestrijdingsmiddelen.
Het rapport werd echter terugverwezen naar de TNO-commissie en maatregelen met ingang van het zaaiseizoen 1967 bleven uit.
Aan het begin van dit jaar, toen niets bleek te zijn ondernomen tegen aldrin, dieldrin en heptachloor, wees het Drentse comité minister Biesheuvel op bepaalde buitenlandse opvattingen over zaaizaadontsmetting, er werd een protesttelegram verzonden en er werden in de Kamer weer vragen gesteld. Minister Biesheuvel antwoordde, dat het causaal verband tussen de drie middelen en de vogelsterfte wel was aangetoond. Hij kondigde een wetswijziging aan m.i.v. 1968 en voegde er terloops aan toe, dat de sterfte in 1967 niet zo groot zou zijn.
„Dat antwoord van minister Biesheuvel was een lachertje”, zegt mr. Ensink. „We hebben dit jaar een sterfte, die volgens jachtopzichters nog nooit zo erg is geweest. Volgens de minister was een onmiddellijk ingaand verbod op de 3 middelen ingevolge de bestrijdingsmiddelenwet niet mogelijk, omdat een termijn van 6 maanden wordt voorgeschreven. Ik beschuldig de minister van een zeer eenzijdige voorlichting, want in dezelfde wet staat, dat je in bijzondere omstandigheden van die termijn af kunt. Zijn dit dan geen bijzondere omstandigheden?”
Na de inzaai dit voorjaar werden bij Gieten, Gasselte en Huis ter Heide duizenden dode duiven gevonden. Het aantal vinken bleek ontstellend groot. De lijst telt nu fazanten, leeuweriken, spreeuwen, torenkraaien, zwarte kraaien, bonte kraaien, roeken, groenlingen, kepen, eksters, vlaamse gaaien, turkse tortels, geelgorzen, eenden. Van de roofvogels: torenvalken, sperwers, buizerds, ransuilen en kiekendieven. Maar er waren ook soorten bij, die niet waren verwacht.
„We hebben er dit jaar soorten bij, die niet kunnen worden geplaatst in het rijtje zaadeters of aaseters”, zegt mr. Ensink. „Er zijn nu merels, zanglijsters, koolmezen, kwikstaarten, kapmeeuwen, blauwe reigers, scholeksters en een wulp bij.
De enige verklaring is, dat het gif in de grond van het zaad is gespoeld en wormen heeft besmet. Door het eten van wormen kan een mol worden besmet en een reiger, die mollen eet, kan tenslotte ook worden vergiftigd”.
Fel
Jachtopzichter Hovenkamp in Schipborg is het echte type van de verweerde buitenman, die er nog steeds geen vrede mee heeft, dat, alweer jaren geleden, een verharde weg voor zijn woning is gelegd.
Hij is de echte, rustige Drent, maar hij is fel als het over de vogelsterfte gaat. “De buizerds worden door dat gif totaal uitgeroeid”, zegt hij. „Verleden jaar had ik hier nog 4 nesten buizerds met in ieder nest twee jongen, dus in totaal 16. Dit jaar waren er maar drie meer over en die zijn nu ook al dood.
Het is hier in het bos dood en verderf. Het is wel wonderlijk, dat wij in dit gebied vrijwel alle dode vogels hebben aan de kant van Eext en dat er bij Anloo veel minder sterfte is. Het is het bewijs, dat de coöperatie in Eext het zaaizaad veel zwaarder ontsmet dan in Anloo. Op sommige plaatsen in het bos hangt een walgelijke stank. Als het warm weer is ruik je gewoon waar de kadavers liggen.
Mest
Je hebt ook boeren, die zonder erbij na te denken hun overgebleven zaaizaad op de mesthoop gooien. De mest gaat het volgende voorjaar op het land en dan krijg je de sterfte dubbel op. Er zijn ook boeren, die zomaar zakken vol overgebleven zaad in het bos gooien. De bespuiting van het land is ook verschrikkelijk. Dat gele spul van loondorsers is zwaar vergif, maar ze moeten het nu eenmaal gebruiken. Hazen lopen door het koren, krijgen dat smerige spul aan de tepels en de jongen zijn direct na het zogen dood. Je hebt dat ook met grutto's en kieviten, die op het land tussen de aardappelen broeden”.
Jachtopzichter Hovenkamp is fel. „Is het niet ten hemel schreiend dat een dokter tien maal zijn handtekening moet zetten, voordat hij een beetje vergif krijgt en dat de boeren het zomaar op het land mogen gooien? Er zijn boeren, die zoveel vergif in huis hebben, dat ze er de hele stad Groningen mee kunnen vergiftigen”.
/ 1960-1969 / DIVERSE 1967-05-06
ni/nf
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Alg. Handelsblad |
|
De Telegraaf |
|
Het Vrije Volk |
|
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Trouw |
|
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
1967-05-06 |
De Telegraaf |
Leeuwarder Courant |
|
Zierikzeesche Nw. Bode |
|
Leeuwarder Courant |
|
|
HERSTEL ROOFVOGELS |
|
|
|
|
STERFTE ROOFVOGELS
SITEMAP |
GEGEVENS |
ZOEKEN |
Biografie-1 |
Biografie-2 |
Biografie-3 |
Invloed-01 |
Wikipedia-E |
Wetgeving |
Oskam-01 |
1991 MJPG |
2010 gebruik |
2012 gebruik |
2016 gebruik |
afzet/gebruik |
Grondgebruik-01 |
Niet landbouw |
Gedrag |
NEFYTO |
keuzelijst |
New Yorker |
Silent Spring |
Dode-Lente |
USA Rapport |
Zilveren Sluiers |
DEEL-1 |
DEEL-2 |
DEEL-3 |
DEEL-4 |
DEEL-5 |
HOOFDST.-01 |
HOOFDST.-02 |
HOOFDST.-03 |
HOOFDST.-04 |
HOODFST.-05 |
HOOFDST.-06 |
HOOFDST.-07 |
HOOFDST.-08 |
HOOFDST.-09 |
HOODFST.-10 |
HOOFDST.-11 |
HOOFDST.-12 |
HOOFDST.-13 |
HOOFDST.-14 |
BRONNEN |
vóór 1940 |
1940-06-16 |
Colloradekever |
1e maal DDT |
Rupsenplaag |
USA DDT |
Nobelprijs |
Nevelspuit |
Rijnvervuiling |
ZLM rapport |
1954-07-19 |
Dr. Briejér |
Dr. Briejér |
lijst 1960-1969 |
gifgebruik 1960 |
The New Yorker |
8 x silent spring |
5 X dode lente |
Rachel Carson † |
2 X zilveren sluiers |
1980-1989 |
1990-1999 |
2000-2009 |
2010-2019 |
1980 Lekkerkerk |
1980 Volgelmeer.p. |
1981 Westland |
1982 Zure regen |
40 Jr. GIF |
1986 Tsjernobyl |
25 jr dode lente |
1989 CFK's |
1989 MJP-G |
bodemsanering |
Meerjarenplan |
1990-12-19 |
Zenuwziekten |
MJP-G |
1992-03-10-2 |
Bestrijdingsmiddelen |
MJP-G |
Vrije zone |
2002-06-05> |
2004-06-06 |
2008-10-01 |
2013-05-13 |