© www.dode-lente.nl
HOME
een terug
Boek DODE LENTE
voorgaande |
1960 - 1969 lijst |
volgende |
BRON Delpher: Het Vrije Volk 1964-09-25 ook in MAP
Wereld zonder vogels? Landbouwvergiften
decimeren vogelstand
– de dode lente van 1960:
200.000 slachtoffers – roofvogels onvruchtbaar
Flora en vlinders - door Giel Bakker
U hoeft er niet van te schrikken, maar u als volwassen Nederlander hebt 5 á 6 milligram DDT per kilo vetweefsel in uw lichaam. Een onderzoek dat kortgeleden verricht werd bij 35 proefpersonen gaf als gemiddelde 5,6 milligram. Die proefpersonen waren géén mensen die ambtshalve iets met insecticiden te maken hebben, want bij die categorie pleegt de hoeveelheid veel hoger te liggen. Een dosis van 5,6 milligram is niet schadelijk voor de gezondheid en is vergeleken bij de hoeveelheid DDT van de gemiddelde Amerikaan zelfs laag, want die heeft 10 milligram.
Doses van 5,6 tot 10 milligram per kilo – bij de Amerikanen hoofdzakelijk een gevolg van het eten van vlees en voor een zeer gering deel door het huishoudelijk gebruik van DDT – zijn volkomen onschuldig.
Dat zeggen de onderzoekers niet zo maar. Ze hebben het bewezen ook door proefnemingen op Amerikaanse gevangenen die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld. De gevangenen kregen een dosis van 3,5 tot 35 milligram per dag en aan het eind van een proefperiode werd het cijfer 238 milligram gemeten en toch luidde de conclusie: geen afwijkingen, geestelijk nog lichamelijk.
Het menselijk organisme is bestand tegen een lief stootje van dit vergift.
Niet missen, maar ...
Vandaar dat een deskundige op het gebied van vergiften, prof. H. van Genderen (van het Instituut voor veterinaire farmacologie in Utrecht) zegt: 'De sterke vergiften kunnen voorlopig niet gemakkelijk door de landbouw worden gemist. Men zal echter met nog meer zorg aandacht moeten schenken aan juiste docering en indicatie.
De problemen kunnen worden opgelost door meer wetenschappelijk onderzoek en niet door het roepen van: brand.'
En een andere uitspraak van deze hoogleraar: Het blijkt dat meer nog en eerder dan de mens de wilde fauna te lijden heeft van de milieuverontreiniging met deze stoffen.
• Dieren, vooral vogels, zijn veel gevoeliger en veel kwetsbaarder. Door het gebruik, vaak onoordeelkundig gebruik, van de landbouwvergiften, de biociden of de pesticiden (de levendodende en de plagen bestrijdende) zijn alleen al in Nederland in één jaar honderdduizend vogels gedood:
• en tal van vogels hebben eieren gelegd die onvruchtbaar waren;
• broedsels van een der grootste en zeldzaamste roofvogels, de zeearend zijn in Scandinavië door die onvruchtbaarheid mislukt;
• ook de met zoveel zorg beschermde visarenden in Schotland - (twee paar in totaal) hebben een tijdlang tevergeefs gebroed op eieren die onvruchtbaar bleken;
• men heeft in Engeland en ook in eigen land visdiefjes, een kleine soort meeuw, dood uit de lucht zien vallen;
• het aantal in Nederland broedende visdiefjes en grote sterns is blijkens een recent onderzoek gedecimeerd; nog maar tien percent van het aantal dat hier acht jaar geleden broedde;
• vooral de roofvogels, die leven van aas (dode vogels) en van levende vogels, zijn op hun retour; ze worden minder talrijk;
• er zijn minder vlinders dan tien of twintig jaar terug;
• een derde deel van de wilde planten van Nederland wordt direct of indirect bedreigd door het gebruik van herbiciden.
Rampjaar 1960
In het voorjaar van 1960 kwamen uit alle delen van het land berichten over massale vogelsterfte. Bij honderden lagen overal dode vogels in de duinen op akkers, in bossen. Opzettelijk en in strijd met de wet uitgestrooide graankorrels, erwten en zaden bleken de doodsoorzaak te zijn. Na een door het Rivon (Rijksinstituut voor veldbiologisch onderzoek ten behoeve van natuurbehoud) ingesteld onderzoek kwam dr. M. F. Morzer Bruijns tot de conclusie dat er dat voorjaar ongeveer 200.000 vogels vergiftigd werden en niet alleen de zaadetende soorten waarop de boeren het hadden gemunt.
In totaal werden 27.000 vergiftigde vogels verzameld. Men vond 9000 vinken, 4000 spreeuwen, 2500 postduiven, 1800 houtduiven, 1000 veldleeuwerikken, 800 wilde eenden, 600 fazanten, 1000 buizerden, 10 bruine kiekendieven, 4 haviken. Het aantal soorten vogels bedroeg 55.
Het was voor de vogels een rampjaar. Misschien doordat er toen meer landbouwvergift (parathion) werd uitgestrooid dan anders, mogelijk ook doordat het aantal overwinterende en doortrekkende vogels abnormaal groot was, wellicht ook doordat het in maart en april bijna niet had geregend zodat het vergift langer dan anders gevaarlijk was. Een dergelijke massale vergiftiging is nadien niet meer geconstateerd, maar de bewijzen dat er ook in de afgelopen jaren illegaal met vergift is gewerkt zijn er te over.
Het is geen toeval dat ook roofvogels zoals buizerden die zelf geen graan of erwten eten het slachtoffer werden. De roofvogels die aan het eind van een voedselketen staan zijn de indirecte slachtoffers.
Wat gebeurt er als er gespoten wordt met een insecticide? Vijftig tot tachtig percent mist volgens prof. dr. D. J. Kuenen (van het; Zoölogisch laboratorium te Leiden) zijn doel.
De voorschriften zeggen dat er gespoten moet worden tot de vloeistof van de bladeren afdruipt; de (vrucht) bomen moeten van alle kanten worden benaderd. Bij nevelspuiten waaien zelfs bij weinig wind al grote wolken ver weg. Alles wat niet op het doelgebied komt gaat ergens anders heen, wordt bij voorbeeld door water over grote afstanden meegenomen. Luchtmonsters hebben aangetoond dat er zoiets als een fall out van insecticide bestaat.
DDT en andere nog giftiger stoffen (zoals aldrin, dieldrin, heptachloor, alle gechloreerde koolwaterstoffen) komen op de bodem en worden opgenomen door aardwormen, die er zelf weinig last van ondervinden. In wormen zit het vergift in een hogere concentratie dan in de bovenste grondlagen. De wormen worden gegeten, door vogels. Een gelijksoortig proces speelt zich af. De DDT of een andere stof hoopt zich op in het vetweefsel. De concentratie is weer hoger. Als een kleine vogel door een roofvogel wordt geslagen zal de dosis vergift nog niet altijd dodelijk zijn.
Men heeft vogels onderzocht (huismussen) die acht maal de dodelijke dosis vergift in hun vetweefsel hadden en niet gestorven waren. Zodra een vogel echter de vetreserve gaat verteren, tijdens de trek of in de winter, wordt het vergift vrijgemaakt en dat heeft de dood tot gevolg.
Eerst zeker weten...
Op een dit voorjaar te Amsterdam gehouden 'Nationaal beraad over de roofvogelstand' sprak een wetenschapsman in deze geest: We weten nog maar heel weinig over de gevolgen van biociden op de vogelstand. We weten nog niet eens hoeveel vergift de onvruchtbaarheid van een ei veroorzaakt. En een andere man van de wetenschap zei: Maatregelen kunnen pas worden gevraagd als onomstotelijk vaststaat dat deze stoffen ernstig nadeel opleveren, want voor de landbouw staan grote belangen op het spel.
Waarop een vogelbeschermer repliceerde: Alle respect voor de wetenschappelijke behoedzaamheid, maar als we het ten slotte wel weten, zijn er dan nog roofvogels...?
Begrijpelijke ongerustheid want op diezelfde dag gaf een bioloog deze cijfers over in Nederland broedende roofvogels:
SPERWER; in acht jaar afgenomen van 500 tot 250-350 paar;
HAVIK in vijf jaar van 100 tot 15-25;
BRUINE KIEKENDIEF van 200-300 tot 100-200 paar;
BUIZERD handhaaft zich- op 50-100 paar;
TORENVALK, geen nauwkeurig aantal bekend, vermoedelijk een 3000 paar in '63, maar in een gecontroleerd gebied, Amsterdamse waterleidingduinen, broedden 28 paar in '61, 10 paar in '62 en vorig jaar nog maar een paar. …
Een nog niet voltooid onderzoek door drs. J. Rooth van het Rivon heeft al aangetoond dat de populatie van twee soorten sterns schrikbarend is achteruitgegaan. Het aantal grote sterns schommelde acht jaar geleden tussen de 25.000 en 40.000 paar — de grootste kolonie op het eiland Griend in de Waddenzee — nu wordt het op 2000 tot 4000 getaxeerd.
Visdiefjes, destijds enkele tienduizenden, nu vele duizenden.
Het bewijs dat die teruggang een gevolg is van vergift waardoor vissen werden besmet is hier nog niet geleverd. Maar in Engeland heeft men geconstateerd dat smelten, spieringachtige visjes in de riviermonden en ook in zee een zo grote dosis DDT bevatten, dat dit dodelijk was voor visdiefjes en papegaaiduikers.
En in ons land heeft men visdiefjes dood zien neervallen.
Pesticiden; óók gevaarlijk
Er is alle reden voor de vogelbeschermers de pesticiden te wantrouwen. Ook stoffen die niet zo gevaarlijk zouden zijn omdat ze in het lichaam snel zouden worden afgebroken. Die eigenschap, hebben fosforverbindingen. Maar een proef die met fosfamidon in Zwitserland werd genomen had niettemin desastreuze gevolgen. In een bos waar men de vogelstand had geïnventariseerd, werd de stof op de planten gespoten. Kort na de bespuiting was 90 percent van de jonge nog niet uitgevlogen vogels dood en van de oude vogels 60 percent.
Officieel staat nog niet vast dat de roofvogelstand door vergift wordt bedreigd. Er zijn aanwijzingen in die richting, zeggen de meeste wetenschappelijke onderzoekers. Ze durven zich nog niet krasser uit te drukken. Ze wachten nog op een nader onderzoek in het Instituut voor veterinaire farmacologie in Utrecht. Daar wordt momenteel een nieuwe apparatuur beproefd, een gaschromatograaf, waarmee ook de kleinste doses vergift kunnen worden aangetoond. Er worden extracten gemaakt van (verdachte) vetweefsels of organen en die worden in gasvorm over een poeder geleid dat sommige componenten van dit gas gemakkelijk vasthoudt en andere veel moeilijker.
Stel u voor een peloton wielrenners, zegt prof. Van Genderen die met deze chromatograaf gaat werken, eerst is het een onontwarbare kluwen, maar dan wordt de groep uiteengerekt en kan men de verschillende renners onderscheiden. Door de verkleuring van de met poeder bestrooide band is het mogelijk de renner ofwel het component van het gas te herkennen.
De hoeveelheid en het soort vergif waardoor vogels zijn gestorven hoopt men in het komende jaar in Utrecht te kunnen aantonen.
Ook bij vogels die zich tegen een draad of een vuurtoren hebben doodgevlogen, want vermoedelijk zijn ook die niet vrij van pesticiden.'
Evenmin als wij volwassen Nederlanders.
/ 1960-1969 / DIVERSE 1964-09-25
Herbeciden:
Onderstaande teks wel in MAP
BRON en KNIPSEL Het Vrije Volk 1964-10-01
in/fo
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Alg. Handelsblad |
|
De Telegraaf |
|
1964-09-25 |
Het Vrije Volk |
Nieuwsbl. v/h Noorden |
|
Trouw |
|
Nieuwsbl. v/h Noorden nw |
|
De Telegraaf |
|
Leeuwarder Courant |
|
Zierikzeesche Nw. Bode nw |
|
Leeuwarder Courant nw |
|
|
HERSTEL ROOFVOGELS |
|
|
|
|
STERFTE ROOFVOGELS
SITEMAP |
GEGEVENS |
ZOEKEN |
Biografie-1 |
Biografie-2 |
Biografie-3 |
Invloed-01 |
Wikipedia-E |
Wetgeving |
Oskam-01 |
1991 MJPG |
2010 gebruik |
2012 gebruik |
2016 gebruik |
afzet/gebruik |
Grondgebruik-01 |
Niet landbouw |
Gedrag |
NEFYTO |
keuzelijst |
New Yorker |
Silent Spring |
Dode-Lente |
USA Rapport |
Zilveren Sluiers |
DEEL-1 |
DEEL-2 |
DEEL-3 |
DEEL-4 |
DEEL-5 |
HOOFDST.-01 |
HOOFDST.-02 |
HOOFDST.-03 |
HOOFDST.-04 |
HOODFST.-05 |
HOOFDST.-06 |
HOOFDST.-07 |
HOOFDST.-08 |
HOOFDST.-09 |
HOODFST.-10 |
HOOFDST.-11 |
HOOFDST.-12 |
HOOFDST.-13 |
HOOFDST.-14 |
BRONNEN |
vóór 1940 |
1940-06-16 |
Colloradekever |
1e maal DDT |
Rupsenplaag |
USA DDT |
Nobelprijs |
Nevelspuit |
Rijnvervuiling |
ZLM rapport |
1954-07-19 |
Dr. Briejér |
Dr. Briejér |
lijst 1960-1969 |
gifgebruik 1960 |
The New Yorker |
8 x silent spring |
5 X dode lente |
Rachel Carson † |
2 X zilveren sluiers |
1980-1989 |
1990-1999 |
2000-2009 |
2010-2019 |
1980 Lekkerkerk |
1980 Volgelmeer.p. |
1981 Westland |
1982 Zure regen |
40 Jr. GIF |
1986 Tsjernobyl |
25 jr dode lente |
1989 CFK's |
1989 MJP-G |
bodemsanering |
Meerjarenplan |
1990-12-19 |
Zenuwziekten |
MJP-G |
1992-03-10-2 |
Bestrijdingsmiddelen |
MJP-G |
Vrije zone |
2002-06-05> |
2004-06-06 |
2008-10-01 |
2013-05-13 |